Herhaling begrippen voor toets lezen per 2

Welkom 3V
Feitelijk en waarderend argument
signaalwoorden

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom 3V
Feitelijk en waarderend argument
signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Israël en de Palestijnen zullen niet snel nader tot elkaar komen (standpunt); ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict (argument).
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 4 - Quiz

Omdat we verplicht zijn om mensen in nood altijd te helpen (argument), vind ik dat we alle vluchtelingen in Nederland moeten opnemen (standpunt).
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 5 - Quiz

Ik ga graag mee naar Parijs (standpunt), want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld (argument).
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 6 - Quiz

Ik ga liever niet mee naar Parijs (standpunt), want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad (argument).
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 7 - Quiz

Signaalwoorden 
Die gaan jullie ontzettend goed leren!

Slide 8 - Diapositive

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 9 - Question de remorquage

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van plaats
waarin
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 10 - Question de remorquage

Verschil
Er is verschil tussen een functiewoord en een signaalwoord:

een functiewoord zegt iets over een tekstgedeelte; het woord komt zelf meestal niet in de tekst voor;
een signaalwoord zegt iets over het verband tussen tekstgedeeltes (of tussen zinnen); het woord staat altijd in de tekst.

Slide 11 - Diapositive

Inleiding, middenstuk, slot

Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een functiewoord en een signaalwoord?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een signaalwoord?

Slide 14 - Question ouverte

Huiswerk
Neem alle toolboxen door. 
Bestudeer nog een keer de formatieve toets. 
Ga de signaalwoorden stampen. 

Slide 15 - Diapositive