Les: Stoffen en mengsels_oefenvragen

H1 Stoffen en mengsels
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H1 Stoffen en mengsels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OEFENVRAGEN
Op de volgende pagina's worden vragen gesteld over H1 Stoffen en mengels.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk rijtje bevat alleen maar stofeigenschappen?
A
kleur, smaak, volume
B
massa, brandbaarheid, dichtheid
C
kleur, geur, geleidbaarheid
D
volume, massa, brandbaarheid

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort bij 'stofeigenschap'?
A
chemische stoffen
B
kenmerk waar je een stof kunt herkennen
C
dat een stof elektrische stroom goed doorlaat
D
temperatuur waarbij de stof kookt

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Rijpen is de faseovergang van:
A
vloeibaar naar gasvormig
B
gasvormig naar vloeibaar
C
gasvormig naar vast
D
vloeibaar naar vast

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort bij 'dichtheid'?
A
massa van een hoeveelheid stof
B
kaart met informatie over eigenschappen
C
afbeelding met een gevaarlije eigenschap
D
temperatuur waarbij de stof smelt

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Zoek op: Wat is de dichtheid van koper?
Noteer de tabel uit Binas, het getal en de eenheid.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de gevarensymbolen naar de juiste betekenis
Ontvlambaar
Explosief
Giftig
Schadelijk voor milieu

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevarensymbolen. Sleep de beschrijving naar het juiste symbool
Ontvlambare stoffen
Explosieve stoffen
Schadelijke/ irriterende stoffen

Bijtende stoffen
Giftige stoffen

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke informatie vind je NIET op een veiligheidskaart/chemiekaart
A
voorzorgsmaatregel
B
Wat te doen als er iets mis gaat
C
Verkoopdatum
D
stofeigenschappen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


54,25 g zout heeft een volume van 25 cm3
Bereken de dichtheid in g/cm3.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Vervluchtigen is de faseovergang van:
A
vast naar gasvormig
B
gasvormig naar vloeibaar
C
vloeibaar naar gasvormig
D
vloeibaar naar vast

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In welke vloeistoffen zinkt eikenhout met
een dichtheid van 0,79 g/cm3.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de dichtheid van koolstofdioxide?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


In welke vloeistoffen zinkt eikenhout met een dichtheid van 0,8 g/cm3

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Je hebt 12 gram magnesiumoxide, de dichtheid van magnesiumoxide = 3,58 g/cm3
Bereken hoeveel cm3 magnesiumoxide.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Drie zuivere stoffen zijn:
A
keukenzout, azijn en zeewater
B
lucht, koper en alcohol
C
zilver, wijn en benzine
D
zuurstof, suiker en lood

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Als je twee zuivere stoffen mengt dan krijg je een:
A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een mengsel heeft een:
A
smelttraject
B
smeltpunt

Slide 22 - Quiz

1a
wijn voorbeeld
zuiverestof


Wat voor mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de stoffen naar de juiste plek
Zuivere stof
Mengsel
Kraanwater
gedestilleerd water
Keukenzout
Lucht
Melk
Limonade
butaan
glucose

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Mist is een mengsel, hoe noemen we zo'n mengsel?
A
Nevel
B
rook
C
legering
D
schuim

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ken je de faseovergangen nog?
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet een mengsel van een vloeistof en een vloeistof?
Het mengsel is helder.
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
schuim

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet een mengsel van een vloeistof en een vloeistof. Het mengsel is troebel
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
schuim

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

bestaat uit één soort stof
een helder mengsel van een oplosmiddel en een opgeloste stof
bestaat uit twee of meer stoffen
slecht mengbare vloeistoffen
gaat ontmengen van twee slecht mengbare vloeistoffen tegen
oplossing
zuivere stof
suspensie
emulgator
mengsel

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensmiddelen zijn vaak mengsels.

Wat voor soort mengsel is halvarine?
A
Oplossing
B
Emulsie
C
Suspensie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions