Discriminatie 2

Situatie 1
A
Negatief - indirect - onbewust - incidenteel
B
Positief - indirect - bewust - incidenteel
C
Positief - direct - onbewust - structureel
D
Negatief - indirect - bewust - structureel
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
HuishoudkundeSecundair onderwijs

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Situatie 1
A
Negatief - indirect - onbewust - incidenteel
B
Positief - indirect - bewust - incidenteel
C
Positief - direct - onbewust - structureel
D
Negatief - indirect - bewust - structureel

Slide 1 - Quiz

Situatie 2
A
Negatief - indirect - onbewust - incidenteel
B
Positief - indirect - bewust - incidenteel
C
Positief - direct - onbewust - structureel
D
Negatief - indirect - bewust - structureel

Slide 2 - Quiz

Situatie 3
A
Negatief - indirect - onbewust - structureel
B
Positief - indirect - bewust - structureel
C
Positief - direct - onbewust - structureel
D
Negatief - direct - onbewust - structureel

Slide 3 - Quiz

Situatie 4
A
Positief - direct - bewust - incidenteel
B
Negatief - direct - onbewust - structureel
C
Negatief - direct - bewust - incidenteel
D
Positief - direct - onbewust - structureel

Slide 4 - Quiz

Situatie 5
A
Negatief - direct - bewust - incidenteel
B
Positief - direct - onbewust - incidenteel
C
Positief - indirect - bewust - structureel
D
Negatief - indirect - onbewust - structureel

Slide 5 - Quiz

Situatie 6
A
Positief - direct - onbewust - structureel
B
Negatief - direct - bewust - structureel
C
Negatief - indirect - onbewust - incidenteel
D
Positief - indirect - bewust - incidenteel

Slide 6 - Quiz

Situatie 7
A
Positief - indirect - bewust - structureel
B
Negatief - indirect - bewust - structureel
C
Negatief - direct - bewust - structureel
D
Positief - direct - bewust - structureel

Slide 7 - Quiz

Heb je wel al eens betrapt dat je iemand met een vooroordeel benaderde?

Slide 8 - Question ouverte

1. Dikke mensen eten elke dag friet.

Slide 9 - Question ouverte

2. Vrouwen kunnen niet autorijden.

Slide 10 - Question ouverte

3. Krantenbezorgers lezen geen krant.

Slide 11 - Question ouverte

4. De Surinaamse minister van Verkeer en Waterstaat is altijd te laat.

Slide 12 - Question ouverte

5. Jonge mensen houden van knokken.

Slide 13 - Question ouverte

6. Met mensen in een rolstoel kun je geen gesprek voeren.

Slide 14 - Question ouverte

7. Italianen eten alleen maar pasta.

Slide 15 - Question ouverte

8. Scholieren willen geen moeite doen voor een taak.

Slide 16 - Question ouverte

Welke vooroordelen lees je in de tekst 1?

Slide 17 - Question ouverte

Welke vooroordelen lees je in de tekst 2?

Slide 18 - Question ouverte

Welke vooroordelen lees je in de tekst 3?

Slide 19 - Question ouverte