Train de trainer cursus

• Bewegingsonderwijs
• Beroepsopleiding

Train de trainer cursus

“Training geven voor vrijwilligers”

Sport Federatie Berkelland

Voorstellen (wie zijn wij?)

 

       Dennis Krol                        Thomas ten Lohuis                Jord Klein Gunnewiek    

4 V's

Herhalen is verdiepen

Agenda 

• Louis van Gaal
• Jij als trainer/coach/begeleider 
• Inzichten over trainerschap
  
• Structureren
  
• Praktijk
• Vragen/afsluiting

18 miljoen bondscoaches

Waar moet een goede les/training aan voldoen?

Wat versta jij onder trainerschap?

Enkele trainerschap voorbeelden

- Goede voorbereiding

- Omgang met sporters (ieder individu is anders en wilt anders aangesproken worden)

- Differentiëren (houdt rekening met niveau verschil binnen de groep) 

- Plezier beleven (meer motivatie)

- Niet winnen ten kosten van alles. (Groei vd spelers is belangrijk)

- Complimenteren

- Kijken naar proces ipv resultaat

- Stimuleert door aan te moedigen. 

Energizer

• 1,2,3

Inzichten over trainerschap

1. Structureren
   
2. Stimuleren
   
3. Individueel aandacht geven
   
4. Regie overdragen

Afspraken: Maak afspraken over praktische zaken, ook met ouders!

Verwachting: Spreek uit wat je van sporters verwacht, maar zorg ook voor bijvoorbeeld vaste patronen.

Omgang met elkaar: Maak afspraken over de omgang met elkaar. Vergeet hierbij de ouders niet!

Aanspreken: Spreek elkaar tijdig aan als grenzen worden overschreden

Geef het goede voorbeeld! Kom je afspraken na of geef eerlijk aan als iets je niet lukt

Afspraken

Verwachtingen

Complimenteren

Persoonlijk

Corrigeren

Belangstelling

Positief

Waardering

Vragenderwijs

Zelfstandig

Regie overdragen

Structureren

Individuele aandacht

Stimuleren

Structureren in de voorbereiding

• Afspraken 
• Vaste patronen
• Doelen
• Trainingsvoorbereiding

Voor meer informatie zie blz 5

In het filmpje hoor je de termen ‘uitspreken’, ‘afspreken’ & ‘aanspreken’. Spreek verwachtingen uit en maak duidelijke afspraken. Bijvoorbeeld hoe laat je aanwezig moet zijn, moet je al omgekleed zijn of niet, wat moet je doen als je het niet gaat redden. Maak hierin ook afspraken over consequenties. Hoe spreek je de ander hierop aan. Je hebt iets om op terug te vallen, je kan ze wijzen op de gemaakte afspraken.

Structureren duurt aan het begin lang, maar levert je vervolgens wel veel tijd op, merk ik zelf ook in het basisonderwijs, aan het begin ben ik erg streng en strak op de regeltjes, en hoe verder het jaar vordert, hoe minder streng het wordt, hoe meer de kinderen weten wat ze aan jou hebben, en jij weet wat je aan de kinderen hebt.

Voorbeeld trainingsvoorbereiding

Voor meer informatie zie blz 19

In het filmpje hoor je de termen ‘uitspreken’, ‘afspreken’ & ‘aanspreken’. Spreek verwachtingen uit en maak duidelijke afspraken. Bijvoorbeeld hoe laat je aanwezig moet zijn, moet je al omgekleed zijn of niet, wat moet je doen als je het niet gaat redden. Maak hierin ook afspraken over consequenties. Hoe spreek je de ander hierop aan. Je hebt iets om op terug te vallen, je kan ze wijzen op de gemaakte afspraken.

Structureren duurt aan het begin lang, maar levert je vervolgens wel veel tijd op, merk ik zelf ook in het basisonderwijs, aan het begin ben ik erg streng en strak op de regeltjes, en hoe verder het jaar vordert, hoe minder streng het wordt, hoe meer de kinderen weten wat ze aan jou hebben, en jij weet wat je aan de kinderen hebt.

Voorbeeld trainingsvoorbereiding

In het filmpje hoor je de termen ‘uitspreken’, ‘afspreken’ & ‘aanspreken’. Spreek verwachtingen uit en maak duidelijke afspraken. Bijvoorbeeld hoe laat je aanwezig moet zijn, moet je al omgekleed zijn of niet, wat moet je doen als je het niet gaat redden. Maak hierin ook afspraken over consequenties. Hoe spreek je de ander hierop aan. Je hebt iets om op terug te vallen, je kan ze wijzen op de gemaakte afspraken.

Structureren duurt aan het begin lang, maar levert je vervolgens wel veel tijd op, merk ik zelf ook in het basisonderwijs, aan het begin ben ik erg streng en strak op de regeltjes, en hoe verder het jaar vordert, hoe minder streng het wordt, hoe meer de kinderen weten wat ze aan jou hebben, en jij weet wat je aan de kinderen hebt.

Structureren tijdens de training

• Loopt het, lukt het, leeft het, leert het?
• De effectieve instructie (plaatje - praatje - daadje)
• Organisatie
• Afsluiting

Tekst

Voor meer informatie zie blz 8

In het filmpje hoor je de termen ‘uitspreken’, ‘afspreken’ & ‘aanspreken’. Spreek verwachtingen uit en maak duidelijke afspraken. Bijvoorbeeld hoe laat je aanwezig moet zijn, moet je al omgekleed zijn of niet, wat moet je doen als je het niet gaat redden. Maak hierin ook afspraken over consequenties. Hoe spreek je de ander hierop aan. Je hebt iets om op terug te vallen, je kan ze wijzen op de gemaakte afspraken.

Structureren duurt aan het begin lang, maar levert je vervolgens wel veel tijd op, merk ik zelf ook in het basisonderwijs, aan het begin ben ik erg streng en strak op de regeltjes, en hoe verder het jaar vordert, hoe minder streng het wordt, hoe meer de kinderen weten wat ze aan jou hebben, en jij weet wat je aan de kinderen hebt.

Praktijkgedeelte

Ouders positief > negatief: Hoe kan je ouders op een positieve manier bij het sporten van hun kind betrekken? En hoe kan je voorkomen dat ouders het sporten van kinderen negatief beïnvloeden?

Beginbijeenkomst: Organiseer aan het begin van het seizoen een bijeenkomst met de ouders: Wat de kinderen gaan leren, wat je manier van begeleiden is, afspraken omtrent ongewenst gedrag, hoe ze hun kind het best kunnen motiveren, etc.

Duidelijkheid: Leg uit wat ouders kunnen doen voor hun kind en de vereniging: rijden, kleding wassen of probeer een ouder te vinden die als hulptrainer/begeleider inzetbaar is voor bepaalde activiteiten.

Praatje (blijven) maken: Maak een praatje met ouders als ze er zijn. Dit zorgt voor waardering van beide kanten en schept een band.

Afspraken: Zorg voor duidelijke afspraken met ouders over wat ze wel en niet mogen doen: Instructies of kritiek schreeuwen naar hun kinderen tijdens het sporten (kinderen worden afgeleid en horen verschillende adviezen), zich bemoeien met de tactiek, met leiding, met trainer. En geef ook aan wat het gevolg is als dat wel gebeurt, dit kun je aan het begin van het seizoen duidelijk afspreken.

Voorbereiding: Bedenk van te voren antwoorden op veel voorkomende vragen van ouders: Als je het niet meteen weet, op een ander moment op terug komen.

Welke verschillen zag je tijdens de gegeven trainingen?

Omgang met ouders

Ouders positief > negatief:

• Beginbijeenkomst
  
• Duidelijkheid
  
• Praatje (blijven) maken
  
• Afspraken
  
• Voorbereiding

Ouders positief > negatief: Hoe kan je ouders op een positieve manier bij het sporten van hun kind betrekken? En hoe kan je voorkomen dat ouders het sporten van kinderen negatief beïnvloeden?

Beginbijeenkomst: Organiseer aan het begin van het seizoen een bijeenkomst met de ouders: Wat de kinderen gaan leren, wat je manier van begeleiden is, afspraken omtrent ongewenst gedrag, hoe ze hun kind het best kunnen motiveren, etc.

Duidelijkheid: Leg uit wat ouders kunnen doen voor hun kind en de vereniging: rijden, kleding wassen of probeer een ouder te vinden die als hulptrainer/begeleider inzetbaar is voor bepaalde activiteiten.

Praatje (blijven) maken: Maak een praatje met ouders als ze er zijn. Dit zorgt voor waardering van beide kanten en schept een band.

Afspraken: Zorg voor duidelijke afspraken met ouders over wat ze wel en niet mogen doen: Instructies of kritiek schreeuwen naar hun kinderen tijdens het sporten (kinderen worden afgeleid en horen verschillende adviezen), zich bemoeien met de tactiek, met leiding, met trainer. En geef ook aan wat het gevolg is als dat wel gebeurt, dit kun je aan het begin van het seizoen duidelijk afspreken.

Voorbereiding: Bedenk van te voren antwoorden op veel voorkomende vragen van ouders: Als je het niet meteen weet, op een ander moment op terug komen.

Huiswerk

Maak een trainingsvoorbereiding aan de hand van de bijgevoegde trainingsvoorbereiding in de bijlage van de reader.

• Voor 8 personen
• Doelgroep: de trainers van de cursus

Ouders positief > negatief: Hoe kan je ouders op een positieve manier bij het sporten van hun kind betrekken? En hoe kan je voorkomen dat ouders het sporten van kinderen negatief beïnvloeden?

Beginbijeenkomst: Organiseer aan het begin van het seizoen een bijeenkomst met de ouders: Wat de kinderen gaan leren, wat je manier van begeleiden is, afspraken omtrent ongewenst gedrag, hoe ze hun kind het best kunnen motiveren, etc.

Duidelijkheid: Leg uit wat ouders kunnen doen voor hun kind en de vereniging: rijden, kleding wassen of probeer een ouder te vinden die als hulptrainer/begeleider inzetbaar is voor bepaalde activiteiten.

Praatje (blijven) maken: Maak een praatje met ouders als ze er zijn. Dit zorgt voor waardering van beide kanten en schept een band.

Afspraken: Zorg voor duidelijke afspraken met ouders over wat ze wel en niet mogen doen: Instructies of kritiek schreeuwen naar hun kinderen tijdens het sporten (kinderen worden afgeleid en horen verschillende adviezen), zich bemoeien met de tactiek, met leiding, met trainer. En geef ook aan wat het gevolg is als dat wel gebeurt, dit kun je aan het begin van het seizoen duidelijk afspreken.

Voorbereiding: Bedenk van te voren antwoorden op veel voorkomende vragen van ouders: Als je het niet meteen weet, op een ander moment op terug komen.

Vragen?

Complimenteren, van algemeen naar specifiek: geef gerichte complimenten bijvoorbeeld op de uitvoering van een specifieke taak.

Persoonlijk: Geef ook complimenten wanneer iemand persoonlijke vooruitgang boekt of goede inzet toont. Maak altijd eerst een compliment en begin dan met de verbeterpunten.

Corrigeren: Verpak verbeterpunten als tip of opdracht.

Niet goed > Wel Goed: Leg niet teveel nadruk op wat niet goed gaat. En richt je op het proces, niet op het resultaat.

Fouten maken mag, positief aangeven moet

Les 2

• Korte terugblik les 1 

Complimenteren, van algemeen naar specifiek: geef gerichte complimenten bijvoorbeeld op de uitvoering van een specifieke taak.

Persoonlijk: Geef ook complimenten wanneer iemand persoonlijke vooruitgang boekt of goede inzet toont. Maak altijd eerst een compliment en begin dan met de verbeterpunten.

Corrigeren: Verpak verbeterpunten als tip of opdracht.

Niet goed > Wel Goed: Leg niet teveel nadruk op wat niet goed gaat. En richt je op het proces, niet op het resultaat.

Fouten maken mag, positief aangeven moet

Inleiding les 2

• Stimuleren
• Individueel aandacht geven
• Regie overdragen
• Praktijk gedeelte (lesvoorbereiding)
• EBO 

Complimenteren, van algemeen naar specifiek: geef gerichte complimenten bijvoorbeeld op de uitvoering van een specifieke taak.

Persoonlijk: Geef ook complimenten wanneer iemand persoonlijke vooruitgang boekt of goede inzet toont. Maak altijd eerst een compliment en begin dan met de verbeterpunten.

Corrigeren: Verpak verbeterpunten als tip of opdracht.

Niet goed > Wel Goed: Leg niet teveel nadruk op wat niet goed gaat. En richt je op het proces, niet op het resultaat.

Fouten maken mag, positief aangeven moet

Stimuleren

• Complimenteren
  
• Positieve feedback
  
• Belonen
• Eigen houding

Fouten maken mag, positief aangeven moet! 

Voor meer informatie kijk op blz 11

Complimenteren, van algemeen naar specifiek: geef gerichte complimenten bijvoorbeeld op de uitvoering van een specifieke taak.

Persoonlijk: Geef ook complimenten wanneer iemand persoonlijke vooruitgang boekt of goede inzet toont. Maak altijd eerst een compliment en begin dan met de verbeterpunten.

Corrigeren: Verpak verbeterpunten als tip of opdracht.

Niet goed > Wel Goed: Leg niet teveel nadruk op wat niet goed gaat. En richt je op het proces, niet op het resultaat.

Fouten maken mag, positief aangeven moet

Individueel aandacht geven

• Aandacht geven
• Differentiëren 
• Groepen indelen

Individuele aandacht geeft positieve energie terug

Voor meer informatie zie blz 13

Belangstelling: Heb belangstelling voor elke sporter, vraag bijvoorbeeld eens hoe het op school gaat, noem ze bij naam of geef ze eens een high five.

Positiviteit: Benadruk het positieve dat elke sporter bijdraagt op sportief of sociaal vlak.

Waardering: Waardeer de diversiteit in de groep en laat sporters elkaar helpen en van elkaar leren.

Belevingswereld: Pas je aanwijzingen aan op het niveau van de individuele sporter.

Individuele aandacht geeft positieve energie terug

Pestgedrag

• Het creëren van een veilige sportomgeving
• Signaleren
• Wat kun je doen?  

Belangstelling: Heb belangstelling voor elke sporter, vraag bijvoorbeeld eens hoe het op school gaat, noem ze bij naam of geef ze eens een high five.

Positiviteit: Benadruk het positieve dat elke sporter bijdraagt op sportief of sociaal vlak.

Waardering: Waardeer de diversiteit in de groep en laat sporters elkaar helpen en van elkaar leren.

Belevingswereld: Pas je aanwijzingen aan op het niveau van de individuele sporter.

Individuele aandacht geeft positieve energie terug

Regie overdragen

• Vragen stellen
  
• Zelfstandigheid
  
• Ontdekken

Verantwoordelijkheid geven levert zelfstandigheid op

     Voor meer informatie zie blz 16

Vragenderwijs, zelf na laten denken. Stel meer open vragen en geef minder aanwijzingen, uitleg en adviezen.

Zelfstandigheid: Help sporters om na te denken over hun volgende stap en geef ze taken als dingen opruimen.

Complimenteren: Complimenteer sporters voor de gemaakte keuzes en de verantwoordelijkheid die ze nemen.

Verantwoordelijkheid geven levert zelfstandigheid op

- Let op structuur

- Let op stimuleren

- Let op individueel aandacht geven

- Let op regie overdragen 

Praktijkgedeelte

Uitleg EBO-regeling

'Een beetje opvoeden'

• Ongeveer 2 uur
• Alles op 100% voor de eindtoets
• Bewijs van deelname

Huiswerk - EBO regeling

Les 3

• Korte terugblik les 2 

Complimenteren, van algemeen naar specifiek: geef gerichte complimenten bijvoorbeeld op de uitvoering van een specifieke taak.

Persoonlijk: Geef ook complimenten wanneer iemand persoonlijke vooruitgang boekt of goede inzet toont. Maak altijd eerst een compliment en begin dan met de verbeterpunten.

Corrigeren: Verpak verbeterpunten als tip of opdracht.

Niet goed > Wel Goed: Leg niet teveel nadruk op wat niet goed gaat. En richt je op het proces, niet op het resultaat.

Fouten maken mag, positief aangeven moet

• EBO - regeling
• Praktijk
• Quiz
• Evaluatie
• Afsluiting

Agenda

• Hoe is het gegaan?
• Wat vond je moeilijk of makkelijk?
• Was dit goed om te doen?
• Wat is het belangrijkste dat je hieruit meeneemt?

Terugkoppeling EBO

We gaan het veld op. En elkaar training geven. 

Hamburger methode voor feedback. 

Let op:
structuur, stimuleren, individueel aandacht geven en regie overdragen 

Praktijk

Quiz

Wat zijn de vier inzichten van trainerschap?

1. Structuren, stimuleren, individueel aandacht geven, attenderen
2. Structuren, stimuleren, individueel aandacht geven, regie overdragen
3. Structuren, stimuleren, regie overdragen, attenderen
4. Structuren, stimuleren, motiveren, attenderen

Wat hoort niet bij structuren in de voorbereiding?

1. Afspraken maken
2. Vaste patronen
3. Doelen stellen
4. Loopt het, lukt het, leeft het, leert het?

Welke doelstelling is realistisch?

1. Aan het eind van de training wil ik dat 3 van de 10 genomen penalty's worden gescoord.
2. Aan het eind van de training wil ik dat 7 van de 10 genomen penalty's worden gescoord.
3. Aan het eind van de training wil ik dat 10 van de 10 genomen penalty's worden gescoord.

Een voorbeeld van een vast patroon is dat, als ik 3 keer in mijn handen klap, de deelnemers de bal onder hun voet hebben, stil staan op hun plek en luisteren.

1. Juist
2. Onjuist

Om sporters te stimuleren kan je het volgende doen

1. Complimenteren
2. Belonen
3. Straffen
4. Positieve feedback geven

Wat is geen voorbeeld van differentiëren?

1. Het veld groter of kleiner maken
2. Nieuwe teams maken bij een partijspel
3. Een bal meer of minder
4. De pionnen op te laten ruimen door het verliezende team

Door de deelnemers zelf de oefening te laten bedenken, geef je ze een gevoel van autonomie.

1. Juist
2. Onjuist

Intrinsieke motivatie

extrinsieke motivatie

Ik doe extra mijn best wanneer de hoofdtrainer langs de kant staat.

Ik zit op voetbal omdat ik mezelf wil verbeteren..

Ik wil er graag bij horen. 

Bij elk gescoord doelpunt krijg ik 1 euro van mijn ouders.

Ik wil de oefening winnen omdat we anders moeten opruimen.

Wat vond je van de Train-de-Trainer cursus? Noteer graag je tips en tops.

Achterin in de reader - in de bijlage 

• Verdieping in trainingsplan
• Verdieping in pedagogiek
• Verdieping in organisatievormen
• Extra energizers

Extra informatie

     Sport Federatie Berkelland

        Bartelinksgang 17

 7151 CV te Eibergen

0545-476727

www.sportfederatieberkelland.nl

[e-mail]