Rekendidactiek les 2 22OAB

• Rekenen
• MBO
• Beroepsopleiding
• Studiejaar 2

Rekendidactiek les 2 22OAB

Hoeveel rekendrempels zijn er?

1. 3
2. 5
3. 8
4. 7

Uit welke onderdelen bestaan
fase 3 en 4 vooral?

1. Rekenen met grote getallen, moeilijke tafels, deelsommen
2. +, - en x
3. Verhoudingen, delen door en grafieken

Rekenen is als het metselen van een muur. Waarom is dat?

1. Slim zijn
2. Moet stevig zijn

Waar wordt naar gekeken bij de profieltoets voor rekenen?

1. Procenten
2. Speed
3. Speed en procenten
4. Speed en power

Wat gebeurd er als je laag 1 en 2 niet goed beheerst?

1. Je gaat verder met laag 3
2. Je gaat het niet halen bij laag 3

Wat wordt er gevraagd bij de automatiseringstoetsen?

1. Vlotte beschikbaarheid van de basiskennis
2. Begripsvorming
3. Procedureontwikkeling

Wat wordt er geleerd in Fase 4 ( nu laag 5) van het rekenmuurtje?

1. Optellen, vermenigvuldigen
2. Lengtematen, inhoud, gewicht, breuken, procenten.
3. Getalbegrip tot 100

Wat zijn basale rekenvaardigheden?

1. de standaardbewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen,
2. lengte, oppervlakte, inhoud

Wat is het verschil tussen automatiseren en memoriseren?

1. Bij automatiseren kunnen kinderen som sneller uitrekenen dan bij memoriseren. Bij memoriseren gebruiken kinderen nog een tussenstap. Bij automatiseren niet meer,
2. De uitrekentijd bij memoriseren is sneller omdat je het zonder nadenken kan. Bij automatiseren gebruiken kinderen nog een tussenstap om een som snel uit te kunnen rekenen.

Waarvoor gebruik je het Bareka muurtje?

1. Voor de begripsvorming
2. Om rekenstrategieën aan te leren.
3. Als rekenmethode
4. Voor een goeie fundering van de rekenontwikkeling. Om vlot te leren rekenen.

Wat houdt een drempeltoets in?

1. Toetsen op kennis (power)
2. Toetsen op tempo (speed)