Thema 3 - BS 3.1 Organismen ordenen

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling Thema 2
  • Instructie thema 3 Ordening.
  • Leerdoelen benoemen.
  • Vragen.
  • Aan de slag.


Slide 2 - Diapositive

De cellen van planten bestaan uit onderdelen. 
Welke functies hebben deze onderdelen van plantencellen? 
Sleep de juiste letter (A, B, C) naar het juiste onderdeel. 
Celmembraan

Celwand

Celkern

Dit onderdeel regelt alles wat er in de cel gebeurt.
Dit onderdeel geeft stevigheid aan de cel.
Dit onderdeel regelt welke stoffen de cel in- en uitgaan.

Slide 3 - Question de remorquage

Je hele lichaam bestaat uit één soort cellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 5 - Question de remorquage

Wel in een dierlijke cel
Niet in een dierlijke cel
Sleep de tekst naar de goede plek!
Celkern
Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrels

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is de functie van de celkern?
A
De celkern controleert wat de cel in en uit gaat.
B
De celkern maakt voedsel voor de plant.
C
De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

Slide 7 - Quiz

Om het celplasma zit een dun vlies
dat noem je het
A
celmembraan
B
cytoplasma
C
celkern
D
celwand

Slide 8 - Quiz

Zijn cellen van mensen dierlijke cellen?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
 - kun je de kenmerken noemen van dieren, planten, bacteriën en schimmels.
- weet je wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.


Slide 10 - Diapositive

Inleiding
  • Biologen delen organismen in groepen in.
Dat doen ze om overzicht te krijgen.

  • Ze kijken naar de kenmerken van organismen.

  • Kijk maar eens goed naar de afbeelding op de volgende slide.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Groepen maken
De dieren op de vorige afbeelding kan je in groepen delen. 
Dat kan op verschillende manieren.
Je kan kijken naar de kleur
Alle groene dieren komen dan bij elkaar in 1 groep.
Je kunt ook kijken hoeveel poten het dier heeft, of wat voor huid.

Slide 13 - Diapositive

Kenmerken
De kleur is een kenmerk van het dier. 
Ook het aantal poten en de huidsoort zijn kenmerken.

Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen.
In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 14 - Diapositive

4 groepen
Biologen ordenen organismen in groepen.
Je moet 4 groepen kennen:
- bacteriën
schimmels
- planten
- dieren

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Kenmerken van cellen
Bij het indelen letten biologen op de kenmerken van cellen. 
Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend.

De kenmerken van de cellen waarnaar gekeken worden, zijn:
- celkern
- celwand
- bladgroenkorrels

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Cellen van de 4 groepen
- Dieren hebben geen celwand.
- Planten hebben bladgroenkorrels.
- Schimmels hebben geen bladgroenkorrels
maar wel een celwand en een celkern.
- Bacteriën hebben geen celkern.

Slide 19 - Diapositive

geen celwand
geen bladgroenkorrels
geen celkern

Slide 20 - Diapositive

Bacteriën:


- geen celkern
- wel een celwand

Slide 21 - Diapositive

Schimmels:

- wel een celkern
- wel een celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 22 - Diapositive

Planten:

- wel een celkern
- wel een celwand
- wel bladgroenkorrels

Slide 23 - Diapositive

Dieren:

- wel een celkern
- geen celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 24 - Diapositive

Soorten
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort.

De kleinste groep heet een soort.
Een voorbeeld van een soort zijn honden.

Slide 25 - Diapositive

Dezelfde soort
In de afbeelding links zie je 2 honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten.

Ze krijgen dan jonge hondjes.
Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Slide 26 - Diapositive

Niet dezelfde soort


In de afbeelding links zie je 2 dieren die zich niet samen kunnen voortplanten.

Slide 27 - Diapositive

Dezelfde soort
Dieren van dezelfde soort kunnen zich samen voortplanten en hun jongen kunnen zich ook weer voortplanten(zijn vruchtbaar).

Daarom horen een labrador en een poedel tot dezelfde soort.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 31 - Diapositive

Organismen kunnen we indelen in 4 groepen. Wat is géén groep?
A
dieren
B
mensen
C
planten
D
schimmels

Slide 32 - Quiz

Welke groep organismen bestaat uit cellen zonder celkern?
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 33 - Quiz

Bij welke groep hebben de cellen een celkern en een celwand, maar geen bladgroenkorrels?
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 34 - Quiz

Zelf aan de slag
Organismen ordenen: 
Thema 3 BS 3.1

-Lees de tekst blz. 132 t/m 137
-Maak de opdrachten 1 t/m 6 
-Klaar: Test Jezelf 3.1
-Leren voor de Eindtoets.



Slide 35 - Diapositive