Thema 7 Ademen en eten

Thema 7 Ademen en eten
  • Je kunt de opbouw van het lichaam van een organisme beschrijven in orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen.
  • Je kunt uitleggen  hoe orgaanstelsels samenwerken, zodat je cellen altijd genoeg zuurstof en glucose voor de verbranding hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam de hoeveelheid glucose in je bloed regelt.
  • Je kunt uitleggen wat suikerziekte is en waardoor deze ziekte ontstaat.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 7 Ademen en eten
  • Je kunt de opbouw van het lichaam van een organisme beschrijven in orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen.
  • Je kunt uitleggen  hoe orgaanstelsels samenwerken, zodat je cellen altijd genoeg zuurstof en glucose voor de verbranding hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam de hoeveelheid glucose in je bloed regelt.
  • Je kunt uitleggen wat suikerziekte is en waardoor deze ziekte ontstaat.

Slide 1 - Diapositive

Je kunt de opbouw van het lichaam van een organisme beschrijven in orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen

Slide 2 - Diapositive

Wat is een weefsel?
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een orgaan?
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een orgaanstelsel?
A
Een netwerk van zenuwen in het lichaam.
B
Een enkel orgaan in het menselijk lichaam.
C
Een verzameling cellen die samenwerken.
D
Een groep organen die samenwerken voor een specifieke functie.

Slide 5 - Quiz

Welk orgaanstelsel is verantwoordelijk voor het transport van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Het ademhalingssysteem.
B
Het cardiovasculaire systeem.
C
Het spijsverteringssysteem.
D
Het zenuwstelsel.

Slide 6 - Quiz

Welke drie orgaanstelsels werken samen om het lichaam altijd van voldoende zuurstof en brandstof te voorzien?
A
Het lymfestelsel, het voortplantingssysteem en het zintuiglijke systeem.
B
Het urinewegstelsel, het endocriene systeem en het spierstelsel.
C
Het zenuwstelsel, het immuunsysteem en het skeletale systeem.
D
Het ademhalingssysteem, het hart- en vaatstelsel en het spijsverteringssysteem.

Slide 7 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt voor het opnemen van zuurstof in het bloed?
A
Het spijsverteringssysteem.
B
Het zenuwstelsel.
C
Het ademhalingssysteem.
D
Het hart- en vaatstelsel.

Slide 8 - Quiz

Welk orgaanstelsel transporteert zuurstof en voedingsstoffen naar alle cellen in het lichaam?
A
Het skeletale systeem.
B
Het hart- en vaatstelsel.
C
Het immuunsysteem.
D
Het lymfestelsel.

Slide 9 - Quiz

timer
2:00
Beenderstelsel
Ademhalingsstelsel
Zenuwstelsel
Bloedvatenstelsel
Verteringsstelsel
Spierstelsel

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep het orgaan naar het goede orgaanstelsel
Bloedvatenstelsel    Beenderenstelsel  Verteringsstelsel  Zenuwstelsel Ademhalingsstelsel

Slide 11 - Question de remorquage

De delen van het verteringsstelsel zijn aangeven met nummers. Hieronder zie je beschrijvingen van de delen van het verteringsstelsel. Sleep de nummers naar de juiste beschrijving. 
produceert gal
produceert speeksel
slaat gal tijdelijk op
sluit de maag af
vermengt gal en alvleessap met de voedselbrij
verplaatst voedsel van de keelholte naar de maag
timer
1:00
1
2
3
4
5
6

Slide 12 - Question de remorquage

Waar begint het verteringsproces?
A
Keelholte
B
Mondholte
C
Slokdarm
D
Maag

Slide 13 - Quiz

Welk hormoon verlaagt de bloedsuikerspiegel?
A
Cortisol
B
Glucagon
C
Insuline
D
Adrenaline

Slide 14 - Quiz

Welk hormoon verhoogt de bloedsuikerspiegel?
A
Cortisol
B
Insuline
C
Glucagon
D
Adrenaline

Slide 15 - Quiz

Hoe heet de stof waarin de glucose uit het bloed gehaald wordt en wordt opgeslagen in de spieren en de lever?
A
Glucogeen
B
Glucagon

Slide 16 - Quiz

Noem twee oorzaken van suikerziekte.

Slide 17 - Question ouverte

Wat vind je van deze manier om met de leerstof te oefenen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Noem twee dingen die goed gaan met de lessen biologie; en benoem één ding die voor verbetering vatbaar is.

Slide 19 - Question ouverte