V4 4.3 + 4.4

• Scheikunde
• WO
• Studiejaar 4

4.3 Zouthydraten

Wat zijn zouthydraten?

Hoe worden zouthydraten gevormd?

Toepassingen van zouthydraten

Geef de oplosvergelijking van het zout
BaCl2

Oplosvergelijking van een zout

• BaCl₂ bestaat uit Ba²⁺ en 2 Cl^-
• Oplosvergelijking: BaCl₂ -> Ba²⁺ + 2 Cl^-

Zouthydraten

• Zouten die in staat zijn om water op te nemen in hun ionrooster
• Het water gebonden in het rooster heet kristalwater.

Zouthydraten naamgeving

• Een zouthydraat wordt weergegeven als zout en de hydraten erachter met een punt
• CaSO4 . 2H2O
• calciumsulfaatdihydraat
• Naam van het zout + hoeveel hydraten

Wat is de naam van CuSO4 . 5 H2O?

Vorming van zouthydraten

• CuSO4 (s) + 5 H2O -> CuSO4 . 5 H2O (s)
• Wit                                -> blauw
• Wordt gebruikt om water aan te tonen
• Bij het rekenen met een hydraat neem je dus ook de gehele massa van CuSO4 . 5 H2O, dus met de 5 H2O erbij

Andere toepassingen 

• Bouwmateriaal
• Gips
• Vochtvreter: CaCl2 + 2 H2O -> CaCl2 . 2 H2O

Oplossen van zouthydraten

• CuSO4 . 5 H2O (s) -> Cu2+ + SO42- + 5 H2O
• H₂O ook na de pijl!

Wat kan je nu gaan doen?

Paragraaf 4.3 doorlezen

Opdrachten uit de studiewijzer maken

4.4 Molariteit

Hoe geef je de concentratie van een oplossing aan?

Rekenen aan concentratie van zouten en ionen in opl.

Geef oplosvergelijking van FeCl2

Oplosvergelijking van FeCl₂

• FeCl2 bestaat uit Fe2+ en Cl-
• FeCl2 -> Fe2+ + 2 Cl-

Hoeveel mol is 25 gram magnesiumchloride?

Molrekenen

• 25 gram magnesiumchloride
• Magnesiumchloride is MgCl₂
• Molaire massa van MgCl2 is 95,21 g/mol (Binas 98 of 99)
• Van gram naar mol -> delen door molaire massa
  
  
• 25 gram / 95,21 g/mol = 0,2626 mol MgCl2

Molariteit

• Van H2: een hoeveelheid stof kan je uitdrukken in mol
• Los je dit op? ->  Dan is de concentratie uit te drukken in het aantal mol opgeloste stof per liter oplossing.
• Dat is de molariteit.

Molariteit

• Weergegeven als een M
• Eenheid is mol/L of mmol/ml.

Molariteit

• Weergegeven als een M
• Eenheid is mol/L of mmol/ml.

Notatie van molariteit

• 0,75 M CH3COOH betekent dat de azijnzuurconcentratie
   0,75 mol/L is.
• [CH3COOH] = 0,75 M
• Tussen de rechte haken zet je het deeltje in oplossing waar het over gaat

Rekenen met molariteit

• Als je de molariteit van zoutoplossing weet, kan je ook de concentratie in mol per liter van de ionen berekenen.
• AlCl3 -> Al3+ + 3 Cl-
• Verhouding waarin AlCl3 verdwijnt en Al3+ en Cl- ontstaan is 1:1:3

Je lost 25 g magnesiumchloride op tot 2,0 L oplossing. Bereken de molariteit van de oplossing.

Molariteit

• Weergegeven als een M
• Eenheid is mol/L of mmol/ml.

Je lost 25 g magnesiumchloride op tot 2,0 L oplossing. Bereken de concentratie van de magnesiumionen en chlorideionen.

Molariteit

• Weergegeven als een M
• Eenheid is mol/L of mmol/ml.

Wat kan je nu gaan doen?

Paragraaf 4.4 doorlezen

Opdrachten uit de studiewijzer maken