Les 7. Eilandevolutie

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken

Slide 1 - Diapositive

klaar? begin vast met toetsvragen bij 26.6 1 t/m 7
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

In theorie zijn allelfrequenties in populaties altijd constant. Kun jij situaties bedenken waarin dat niet zo is?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

In de loop van de geschiedenis is de slurf van de olifant steeds langer geworden. Leg uit hoe dit is gebeurd.

Uit je antwoord moet blijken dat je erfelijke variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest en voortplanting goed begrijpt.

Slide 5 - Question ouverte

Doelstellingen
Je kunt uitleggen onder welke omstandigheden evolutie heel erg snel kan gaan.
Je kunt verklaren waarom op eilanden relatief veel unieke soorten voorkomen
Je kunt het aantal soorten op eilanden voorspellen

26.4 én 26.6


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

bedenk zoveel mogelijk manieren/omstandigheden/eigenschappen van soorten waardoor evolutie snel kan gaan

Slide 8 - Question ouverte

Snelle evolutie door
Snelle generatietijd
Veel nakomelingen
Sterke (natuurlijke/kunstmatige) selectie

genetic drift
founder effect
bottleneck effect

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

In de populatie uit vorige dia was waarschijnlijk sprake van:
A
sterke selectie
B
genetic drift
C
founder effect
D
bottleneck effect

Slide 12 - Quiz

Hoe verandert de gene pool  
founder-
flessenhals-

effect

Slide 13 - Diapositive

Eilandtheorie
Charles Darwin ging naar de Galapagoseilanden en zag daar 14 verschillende vinken, die erg op elkaar lijken.

Veel nieuwe soorten aangetroffen!


Slide 14 - Diapositive

Eilanden hebben vaak andere soorten dan het vaste land. Dit komt door...
A
sterke selectie
B
genetic drift
C
founder effect
D
bottleneck effect

Slide 15 - Quiz

Waarom op eiland meer nieuwe soorten?
- Geografische Isolatie: Soorten op een eiland zijn afgescheiden van de soorten op het vaste land.

- Genetic Drift: Kleine leefomgeving dus toeval speelt een grote rol. 

- Nieuwe milieu omstandigheden: andere leefomgeving dan op het vaste land. 

Slide 16 - Diapositive

Eilandtheorie
Darwin ontdekte dat hoe groter het eiland, hoe meer soorten er voorkwamen. En hoe verder van vaste land, hoe minder soorten.
Effect afstand tot vaste land.
Effect grootte van een eiland 

Slide 17 - Diapositive

Eilandtheorie
Eilandtheorie voorspelt hoeveel soorten er op een eiland kunnen leven. 

Afhankelijk van:
Immigratie: nieuwe soort vestigt zich
Extinctie: soort sterft uit


VS -->

Slide 18 - Diapositive

Eilandtheorie
- Groter eiland: meer ruimte en niches
- Kleiner eiland: meer extinctie

- Dichtbij vaste land: meer immigratie

Welk eiland meeste soorten?
Welk eiland minste?
VS -->

Slide 19 - Diapositive

Welk eiland heeft de meeste soorten?
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Op welk eiland wisselen de soorten het snelst? (Is dus de meeste immigratie & extinctie)
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg

Slide 23 - Quiz

Eilandtheorie vaker toepasbaar
In de natuur komen vaker 'eilandjes'
voor. 

Hier zien we hetzelfde effect!

Slide 24 - Diapositive

Op welk waddeneiland vind je de meeste soorten, Texel, Ameland of Terschelling? Verklaar met de eilandtheorie (BINAS 93C)

Slide 25 - Question ouverte

Huiswerk

 26.6 toetsvragen 1 t/m 7
Vraag 1 evt eerst overslaan en pas op het laatst maken

Slide 26 - Diapositive