NEDERLANDS

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Wederkerig voornaamwoord

Wederkerend voornaamwoord

' Wederkerend voornaamwoord

=> verwijst naar het onderwerp

Ik herinner me iets.

Jij herinnert je iets.

Hij herinnert zich iets.

Wij herinneren ons iets.

Jullie herinneren je iets.

Zij herinneren zich iets.

Wederkerig voornaamwoord

=> de handeling van het werkwoord is wederzijds

We zien elkaar straks.

Zorg goed voor mekaar.

Help elkander.

Ze vergelijken elkaars antwoorden.

Ze luisterden naar mekaars zorgen.

Draag elkanders lasten.

Johan en Pieter verdedigen elkaar.
Wederkerig of wederkerend?

1. Wederkerig
2. Wederkerend

Hij verspreekt zich tijdens zijn spreekbeurt voor de klas.
Wat is het wed. Vnw.?

1. Hij
2. Verspreekt
3. Zich
4. Zijn

Ik vergiste me in de afstand die hij moest lopen.
Wederkerig of wederkerend?

1. Wederkerend
2. Wederkerig

Vanavond gaan we onszelf eens lekker trakteren op een drie-gangen diner bij je favoriete restaurant.
Wat is het wed. Vnw.?

1. We
2. Onszelf
3. Op een
4. Je

De datingsite brengt eenzame mensen bij elkaar.
Wederkerend of wederkerig?

1. Wederkerend
2. Wederkerig

De leden van de club ergerden………. Aan de besluiteloosheid van het bestuur.
Wat is juist?

1. Zich
2. Me
3. Ons
4. U

Wij verkleden ……… tijdens de pauze.

1. Me
2. Zich
3. Je
4. Ons

Begrijp je het?

Nee

Een beetje

Ja

0