D4L32

D4L32
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

D4L32

Slide 1 - Diapositive

Oef 6 p. 324
Hoe gaat het met...?
A
jou
B
jouw

Slide 2 - Quiz

Oef 6 p. 324
...mama staat aan de schoolpoort.
A
jou
B
jouw

Slide 3 - Quiz

Oef 6 p. 324
Zorg dat je ... sportkledij niet vergeet.
A
jou
B
jouw

Slide 4 - Quiz

Oef 6 p. 324
Mijn fiets staat nog bij... thuis in de garage.
A
jou
B
jouw

Slide 5 - Quiz

Oef 6 p. 324
Dat zijn ... zaken niet.
A
jou
B
jouw

Slide 6 - Quiz

Oef 7 & 8 p. 325

Slide 7 - Diapositive

Oef 9 p. 326
Je meldt ... best aan bij het secretariaat.

Slide 8 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Ik bereid ... voor op het examen.

Slide 9 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Ik denk niet dat we ... voldoende concentreerden in het begin van de wedstrijd.

Slide 10 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Jullie moeten... schamen voor dergelijke opmerkingen.

Slide 11 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Die speelt bij een andere ploeg. Hij vergist...

Slide 12 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Jullie hebben... getoond aan de jury.

Slide 13 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Ben je zo stil omdat je... zorgen maakt over het doktersbezoek?

Slide 14 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Mevrouw, zet u ... ook in voor het klimaat?

Slide 15 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Waarom bemoeien zij ... altijd met onze zaken?

Slide 16 - Question ouverte

Oef 9 p. 326
Beste mensen, herinnert u... onze voorstelling?

Slide 17 - Question ouverte

Welk voornaamwoord is 'je'?
JE steekt je hand toch in het vuur voor je zusje?
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 18 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
Je steekt JE hand toch in het vuur voor je zusje?
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 19 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
Je steekt je hand toch in het vuur voor JE zusje?
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 20 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
Ik zie aan JE gezicht dat je je afvraagt wat ik hier kom doen.
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 21 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
Ik zie aan je gezicht dat JE je afvraagt wat ik hier kom doen.
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 22 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
Ik zie aan je gezicht dat je JE afvraagt wat ik hier kom doen.
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 23 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
JE herinnert je juist dat je je fiets niet op slot hebt gedaan.
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 24 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
Je herinnert JE juist dat je je fiets niet op slot hebt gedaan.
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 25 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
Je herinnert je juist dat JE je fiets niet op slot hebt gedaan.
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 26 - Quiz

Welk voornaamwoord is 'je'?
Je herinnert je juist dat je JE fiets niet op slot hebt gedaan.
A
PVN
B
BVN
C
wed. vnw.

Slide 27 - Quiz

Oef 11 p. 328

Slide 28 - Diapositive

Oef 12 p. 328: Vul aan met een aanwijzend vnw.
Heb je de nieuwe wagen van BMW gezien? ... auto wil ik kopen.

Slide 29 - Question ouverte

Oef 12 p. 328: Vul aan met een aanwijzend vnw.
Het veulen loopt mee in de wei. ... is echt een mooi veulen.

Slide 30 - Question ouverte

Oef 12 p. 328: Vul aan met een aanwijzend vnw.
Ik ben mijn smartphone thuis vergeten. Oei... is een probleem.

Slide 31 - Question ouverte

Oef 12 p. 328: Vul aan met een aanwijzend vnw.
Weet jij waar de antwoorden staan? Ja, ... staan in een aparte map.

Slide 32 - Question ouverte

Oef 12 p. 328: Vul aan met een aanwijzend vnw.
... brieven en ... pakje mag je zeker niet verliezen.

Slide 33 - Question ouverte