H 6.2 deel 2

H 6.2 deel 2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H 6.2 deel 2

Slide 1 - Diapositive

Welkom
3 MAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 6 - Productie en martk
Exameneenheid arbeid en productie

Slide 2 - Diapositive

Programma
  • Hoofdstuk 5
  • Lesdoelen
  • Opdracht bespreken
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

inkoopprijs  € 0,80
verkoopprijs
€ 1,20
brutowinstopslag
+ € 0,40

Slide 4 - Diapositive

  • inkoopprijs
  • brutowinst  +
  • verkoopprijs

  • € 0,80
  • € 0,40  +
  • € 1,20

  • Brutowinst = brutowinstopslag = brutowinstmarge
  • Meestal een percentage van de inkoopprijs

Slide 5 - Diapositive

Brutowinstopslag
De inkoopprijs is €0,43
De brutowinstopslag is 190%
Hoe bereken je dan de verkoopprijs?
Inkoopprijs
100%
Brutowinstopslag
190%         +
                               +
Verkoopprijs
290%

Slide 6 - Diapositive

Peter verkoopt Airpods. Hij koopt een paar in voor 45 euro. Hij hanteert een brutowinstopslag van 40%. Bereken de verkoopprijs

Slide 7 - Question ouverte

BTW (en consumentenprijs)
  • BTW = belasting toegevoegde waarde
  • BTW in NL is 9% of 21% 
  • Bedrijven moeten de btw afstaan aan de overheid, dus zij houden alleen de verkoopprijs over.
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw.
  • Dit is het bedrag wat ik als bedrijf ontvang MET btw

Slide 8 - Diapositive

BTW = Belasting toegevoegde waarde



Tarieven:
9% btw (levensbehoefte)
21% btw (luxe producten)

Slide 9 - Diapositive

BTW berekenen
Prijs exclusief btw + btw = prijs inclusief btw = Consumentenprijs
100%          +         21%        =      121%    
of
100%          +          9%       =     109%         

Slide 10 - Diapositive

Bereken de prijs exclusief btw.
prijs inclusief btw € 29,95 (btw 21%)
prijs exclusief btw € ...

Slide 11 - Question ouverte

Afzet & omzet 
  • Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

  • Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

  • Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 12 - Diapositive

Hamza verkoopt 20 Carhartt t-shirst voor 45 euro per stuk. Bereken de omzet.

Slide 13 - Question ouverte

Brutowinst

Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.

Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 14 - Diapositive

Omzet naar nettoresultaat

Omzet                                                           (afzet x verkoopprijs)
- Inkoopwaarde van de omzet           (afzet x inkoopprijs)
Brutowinst

                           
!!! LET OP alles zonder BTW!

Slide 15 - Diapositive

Omzet naar nettoresultaat

Omzet                                                           (afzet x verkoopprijs)
- Inkoopwaarde van de omzet           (afzet x inkoopprijs)
Brutowinst
- Bedrijfskosten 
Nettoresultaat

                           
!!! LET OP alles zonder BTW!

Slide 16 - Diapositive

Hij heeft de t-shirts voor 20 euro per stuk ingekocht. Bereken brutowinst.

Slide 17 - Question ouverte

Nettowinst / nettoresultaat

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Paragraaf 6.2 
Opdrachten 7 t/m 11


Slide 19 - Diapositive