Les 45, coni. in de betrekkelijke bijzin
1 / 16
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Een betrekkelijke bijzin in het Latijn begint met
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Vertaal:
Sunt homines, qui dicant ...
Sunt homines, qui dicant ...
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal:
Vidi pueros, qui cibum emerunt.
(cibus = eten, emere = kopen)
Vidi pueros, qui cibum emerunt.
(cibus = eten, emere = kopen)
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal:
Misi pueros, qui cibum emerent.
Misi pueros, qui cibum emerent.
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal:
Tu, qui aeger sis, exire non potes.
(aeger = ziek, exire = naar buiten gaan)
Tu, qui aeger sis, exire non potes.
(aeger = ziek, exire = naar buiten gaan)
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal:
Vigiles vocabantur, qui incedium exstinguerent.
(vigiles = brandweer; incendium = brand, exstinguere = blussen)
Vigiles vocabantur, qui incedium exstinguerent.
(vigiles = brandweer; incendium = brand, exstinguere = blussen)
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Leg uit wat het verschil is tussen de volgende zinnen:
Servum punivi, quod peccaverat.
Servum punivi, quod peccavisset.
(punire = straffen, peccare = een fout maken)
Servum punivi, quod peccaverat.
Servum punivi, quod peccavisset.
(punire = straffen, peccare = een fout maken)
