§1.4. 'Bijverdienen'

Economie
  • Lezen blz 20 en 21 (10 min)
  • Uitleg §1.4 'Bijverdienen' 
  • Aan de slag!


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Economie
  • Lezen blz 20 en 21 (10 min)
  • Uitleg §1.4 'Bijverdienen' 
  • Aan de slag!


Slide 1 - Diapositive

timer
8:00
Stil lezen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

1.4. Bijverdienen (B)

Slide 4 - Diapositive

Terugblik

Slide 5 - Diapositive

Wat is geen voorbeeld van inkomen in geld?
A
zakgeld
B
reiskostenvergoeding
C
VVV-bon
D
kleedgeld

Slide 6 - Quiz

De kleine lettertjes onder een tabel noem je ...
A
De rij
B
De kolom
C
De toelichting
D
De titel

Slide 7 - Quiz

Als we het over een rij van de tabel hebben, dan hebben wij het over de gegevens van ...
A
links naar rechts
B
van boven naar beneden

Slide 8 - Quiz

Bjorn is conducteur bij Arriva. Naast zijn loon krijgt hij een ov-kaart voor gratis vervoer. Hoe noem je die laatste inkomsten?
A
inkomsten in nature
B
inkomsten in geld
C
inkomsten zonder tegenprestatie
D
vrij besteedbaar inkomen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

§1.4. Bijverdienen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Aan het eind van deze paragraaf kun je ...
  • ... uitleggen welke regels er gelden voor scholieren met een bijbaantje.
Wat gaan we leren?

Slide 13 - Diapositive

Wie werkt er al? Waarom?

Slide 14 - Diapositive

Waarom werken?
Geld
Sociale contacten
Ervaring

Slide 15 - Diapositive

  • Als je jonger bent dan 13
      jaar is het verboden om te
      werken.
Hoelang mag jij werken?
Tabel: Hoelang mag jij werken?

Slide 16 - Diapositive

Tot je 18 jaar wordt mag je geen zwaar en gevaarlijk werk doen dat schadelijk kan zijn voor je gezondheid.

Mag je elke baan doen die je wilt?

Slide 17 - Diapositive



Werknemer (neemt werk)
  • De werkgever moet jou
      loon betalen voor je werk.
  • De werknemer moet op tijd
      komen om te werken.





Werkgever (geeft werk)
  • De werkgever moet de werknemer
      loon betalen voor het werk.
  • De werkgever moet ervan uit kunnen gaan dat de werknemer goed werk levert.
Werknemer en werkgever

Slide 18 - Diapositive

Economie - Aan de slag!
rood =  stil


  
oranje = fluisteren


groen = praten
§4 'Bijverdienen'

Lezen & Maken:
 (blz. 20 & 21)



Klaar?
  • Maken blz. 22 & 23)
  • Ander vak

Slide 19 - Diapositive

Bedankt en succes vandaag!

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk blz 20 t/m 23

Slide 21 - Diapositive