taalkundig 1 herh/bzv en psv

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 
Vandaag:
-Begin grammatica taalkundig. Wordt afgesloten met toets.

Wat leren we:
Wat is taalkundige grammatica?
Wat zijn voornaamwoorden?
Herhaling van bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord
Herhaling theorie en oefenen

Slide 2 - Diapositive

Zoek op: Wat zijn voornaamwoorden?


  • Waarvoor gebruik je ze?
  • Hoeveel zijn er?
  • Hoe gebruik je ze in de zin?
  • Na 4 minuten met elkaar uitwisselen.

ZOEK
OP
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Acht
Voornaamwoorden komen in plaats van zelfst.nw. of verwijzen ernaar.

Slide 4 - Diapositive

timer
1:00
Schrijf op wat je weet van het persoonlijk en bezittelijk vnw.

Slide 5 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
  • Personen/dingen
  • Twee rijtjes:
  •   als onderwerp (ik, jij etc.)
  •   als lijd.vw./meew. vw. (mij,         jou, hem etc.)
  • Staat zelfstandig in de zin
  • Vervang door eigen naam.
  • Van wie is iets.
  • Staat meteen voor zelfst. nw.
  • Kan zelfstandig voorkomen. Bijv.:de MIJNE.
  • Vervang door MIJN

Slide 6 - Diapositive


In welke zin staan bezittelijk voornw.?
A
Geef mij je jas even aan?
B
Geef jij mijn jas even aan!
Die tas is echt van mij, hoor!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

\
Gelukkig nieuwjaar!



Gelukkig,
een nieuw jaar!
Wat is het verschil in woordsoorten?

Slide 9 - Diapositive

Ga naar Classroom
Schoolwerk 
Datum 12 sept.
Maak oefeningen.

Slide 10 - Diapositive