4.3 Hormonen (deel 3) en H3 toetsvoorbereiding

4.3 Hormonen en H3 toetsvoorbereiding
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.3 Hormonen en H3 toetsvoorbereiding

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
-Herhaling 3.3: membraantransport

-Afronding 4.3: zwangerschap, bevalling en mannelijke hormonen

Slide 2 - Diapositive

Herhaling: welke stoffen worden doorgelaten door het celmembraan, en welke niet?
A
CO2 en Zuurstof en glucose niet, H2O wel
B
Zuurstof en CO2 wel, glucose niet
C
Zuurstof en CO2 niet, glucose wel
D
Zuurstof wel, CO2 en glucose niet

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Waaruit bestaat een celmembraan voornamelijk?
A
Eiwitten
B
Cholesterol
C
Fosfolipiden
D
Dekweefsel

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Dus: transport van stoffen van een hoge concentratie naar een lage concenratie kost geen energie (passief) en transport van stoffen van een hoge naar een lage concentratie kost wel energie (actief)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

De vorm van transport links op het plaatje is...
A
Passief transport
B
Diffusie
C
Osmose
D
Actief transport

Slide 11 - Quiz

De vorm van transport bij de middelste 2 plaatjes is...
A
Passief transport
B
Diffusie
C
Actief transport
D
Gefaciliteerde diffusie

Slide 12 - Quiz

Osmotische waarde
Dus de concentratie van alle opgeloste stoffen samen (in de cel zijn dat vooral zouten, suikers en eiwitten)

Slide 13 - Diapositive

De osmotische waarde van zuiver water is ......... ten opzichte van een zoutoplossing
A
Hypertoon
B
Hypotoon
C
Isotoon

Slide 14 - Quiz

Op het moment dat de omgeving een hogere osmotische waarde heeft noem je dit ....
A
hypotoon
B
isotoon
C
hypertoon

Slide 15 - Quiz


Een plantencel wordt in een oplossing
gelegd. Is deze oplossing isotoon,
hypertoon of hypotoon ten opzichte
van de plantencel?
A
isotoon
B
hypertoon
C
hypotoon

Slide 16 - Quiz

Let op: bij de geplasmolyseerde cel is de ruimte tussen de celwand en het celmembraan gevuld met de vloeistof uit de omgeving (hier groen gekleurde deel)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Hormonale regeling bij zwangerschap

Slide 22 - Diapositive

Bevruchting vindt plaats in de eileider!

Innesteling embryo 6 dagen na ovulatie.

10-14 dagen na bevruchting produceert trofoblast/placenta het hormoon HCG.

Door HCG blijft het gele lichaam bestaan, dus nog steeds productie progesteron (en oestrogeen) door
het gele lichaam.





Slide 23 - Diapositive

Na 3 maanden stopt de placenta met de
productie van HCG.

Gevolg? Gele lichaam sterft.

De placenta neemt de productie van progesteron (en ook oestrogenen) over.

Slide 24 - Diapositive

FUNCTIES PROGESTERON

  1. Baarmoederslijmvlies blijft dik en klierrijk. Houdt zwangerschap in stand (zonder progesteron miskraam)
  2. Er zijn GEEN ovulaties en menstruaties (door negatieve terugkoppeling hypothalamus en hypofyse).
  3. Ontwikkeling van de melkklieren in de borsten


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

mannelijke hormonen
hypofyse produceert FSH en LH

FSH - stimuleert productie zaadcellen
LH - stimuleert productie testosteron

productie FSH en LH is constant van puberteit tot hoge ouderdom

Slide 28 - Diapositive

negatieve terugkoppeling
Binas 89C

    spermatogenese = vorming zaadcellen

    ICSH = LH

    cellen van Leydig = hormoonproducerende cellen (testosteron)

    testosteron zorgt voor primaire en secundaire geslachtskenmerken en stimuleert spermatogenese

    te veel testosteron = remmend op de hypothalamus en hypofyse

    Slide 29 - Diapositive

    anabole steroïden
    testosteron = vetachtige hormoon, een anabole steroïde (lijkt op cholesterol)

    anabole steroïden (dus ook testosteron) stimuleren ontwikkeling spierweefsel

    misbruik van deze stoffen in de sport = doping


    Slide 30 - Diapositive