H2 paragraaf 2 Economie

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2 

Paragraaf 1 Geld telt 

Klas 3 

Leerdoelen 

1. Je leert de twee vormen van ruil kennen. 

2. Je leert de drie functies van geld kennen. 

3. Je leert wat arbeidsverdeling is.

4. Je leert de twee vormen van geld kennen. 

Startopdracht

Bekijk de video over directe en indirecte ruil en beantwoord de twee vragen. 

0

Wanneer je goederen/diensten tegen goederen/diensten ruilt noem je dit ......

1. directe ruil
2. indirecte ruil

Wanneer is er sprake van indirecte ruil?

1. Wanneer je goederen ruilt voor goederen.
2. Wanneer je goederen/diensten ruilt voor geld.
3. Wanneer je goederen/diensten ruilt voor bankbiljetten.
4. Geen van de genoemde antwoorden.

Wat kan je eigenlijk
allemaal met geld?

Door het gebruik van geld 

• is vergaande arbeidsverdeling mogelijk geworden;

• is de handel enorm toegenomen.

Drie functies van geld

• ruilmiddel: je kunt er iets mee kopen;

• rekenmiddel: je kunt er de waarde van een product

mee aangeven;

• spaarmiddel: je kunt aankopen uitstellen.

Twee vormen van geld

• chartaal geld

• giraal geld

Huiswerk

Maak de volgende opdrachten in je boek van paragraaf 1: