KGT2 - Herhalingsles

Herhalingsles
1.3 Lezen
1.5 Woorden
1.8 Spelling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles
1.3 Lezen
1.5 Woorden
1.8 Spelling

Slide 1 - Diapositive

Welke vraag stel je om het onderwerp van de tekst te weten te komen?

Slide 2 - Question ouverte

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband: tijdsvolgorde?
A
Maar
B
Tijdens
C
Toen
D
Straks

Slide 3 - Quiz

Wat is een synoniem van het woord: 'voorlopig'?

Slide 4 - Question ouverte

Als je een antwoord op een vraag in de tekst terug moet zoeken.
Dan lees je niet:
A
Zoekend
B
Nauwkeurig
C
Verkennend
D
Kritisch

Slide 5 - Quiz

Wat verklapt al waar de tekst over gaat?
A
De bron
B
De schrijver
C
Schuingedrukte woorden
D
De titel

Slide 6 - Quiz

Welk woord bevat geen voorvoegsel?
A
Interesse
B
Onbekend
C
Uitgang
D
Supergroot

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het woord: flexibel?
A
Flexen
B
Dat je je makkelijk aan kunt passen
C
Dat je je soepel kunt bewegen
D
Jezelf losmaken

Slide 8 - Quiz

Maak een zin met het woord 'massaal'.

Slide 9 - Question ouverte

Welk woord hoort er niet bij?
A
Opbiechten
B
Toegeven
C
Vertellen
D
Universeel

Slide 10 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van voorvoegsels?
A
Her- loos- on-
B
Ge- in- on-
C
Her- in- on-
D
Her- in- en-

Slide 11 - Quiz

Jij vind die auto mooi.
Goed of fout gespeld?
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Word jij morgen al 15 jaar?
Goed of fout gespeld?
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Ik onthoud de antwoorden meteen.
Goed of fout gespeld?
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Zijn de aanhalingstekens goed gebruikt?
Hij vroeg aan zijn moeder: 'mag ik deze opeten'?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Zijn de aanhalingstekens goed gebruikt?
Ik naar mijn broer: 'pak hem snel!'
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Welk woord is verkeerd gespeld?
A
Sjoelen
B
Parasjute
C
Machinaal
D
Chatten

Slide 17 - Quiz