Blok 1: Verhuizen naar de stad (K)

Wat gaan we doen?
- Terugblik vorige les
- Uitleg verschillende sectoren
- Zelf aan de slag
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
- Terugblik vorige les
- Uitleg verschillende sectoren
- Zelf aan de slag

Slide 1 - Diapositive


Wat betekent bevolkingsdichtheid?
A
Het totaal aantal inwoners in dat op een plek woont
B
Het gemiddeld aantal inwoners dat op een plek woont
C
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer
D
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante meter

Slide 2 - Quiz


Wat is een agglomeratie?
A
Stad waar meestal de regering van een land gevestigd is
B
Stad waaraan de omliggende dorpen vastgegroeid zijn
C
Een stad die veel groter en belangrijker is dan de tweede stad van het land
D
Een gebied waarin de omringende plaatsen met de stad verbonden zijn

Slide 3 - Quiz

MENS EN MAATSCHAPPIJ


Les 3: verschillende sectoren

Slide 4 - Diapositive


Waar hoor ik thuis?
In de stad of in een dorp?
A
Stad
B
Dorp

Slide 5 - Quiz


Waar hoor ik thuis?
In de stad of in een dorp?
A
Stad
B
Dorp

Slide 6 - Quiz


Waar hoor ik thuis?
In de stad of in een dorp?
A
Stad
B
Dorp

Slide 7 - Quiz

Tertiaire sector

Mensen die werken bij bedrijven die diensten verlenen. 


(Dokter, docent, winkelmedewerkers).
Secundaire sector

Mensen die werken bij bedrijven die van de grondstoffen producten maken. 

(fabrieken, bouw bedrijven, meubelmakers)
Primaire sector

Mensen die werken bij bedrijven die voedsel en grondstoffen uit de natuur halen.

(Landbouw, visserij, delfstofwinning).

Slide 8 - Diapositive


Zeynep werkt in een koekjesfabriek,
bij welke sector hoort dit?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair

Slide 9 - Quiz


Harm is een boer,
bij welke sector hoort hij?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair

Slide 10 - Quiz

Commerciële diensten
Sommige diensten zijn commercieel: dat betekent dat een bedrijf winst wil maken, bijvoorbeeld (kledingwinkels, restaurants, telecombedrijven).
Ook zijn er niet-commerciële diensten, kosten en opbrengsten zijn dan even groot. Denk bijvoorbeeld aan ziekenhuizen, scholen, goede doelen of de overheid.

Slide 11 - Diapositive

Rond de stad
Aan de rand van de stad vestigen zich bedrijven die veel ruimte nodig hebben of overlast veroorzaken (energiecentralen, waterzuivering). 

Ook ligt er vaak een landelijk gebied of platteland, waar we kunnen recreëren (dag strand, boswandeling, kamperen).

Slide 12 - Diapositive

Nu zelf aan de slag:
Maak opdracht 16 t/m 21
Je weet wat je moet doen als je klaar bent ;)

Slide 13 - Diapositive