Les 6

Sociale bevolkingsgroei, migratie, gezinsvorming.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Sociale bevolkingsgroei, migratie, gezinsvorming.

Slide 1 - Diapositive

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Leerdoelen (5 min)
Opdracht Nederland (20 min)
Uitleg migratie Nederland en Duitsland  (15 min)
Aan het werk (10 min)
Afronding (5 min)


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. de begrippen sociale bevolkingsgroei, emigratie, immigratie, remigratie en gezinshereniging beschrijven;
2. de begrippen sociale bevolkingsgroei, emigratie, immigratie, remigratie en gezinshereniging toepassen;
3. Nederland en Duitsland op basis van deze begrippen met elkaar vergelijken.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht Nederland
Wat? Opdrachten op het aparte blaadje

Hoe? Scan de QR-code en maak de opdrachten in tweetallen.

Hulp: Overleg met elkaar. Kom je er niet uit: kijk dan in je boek. Lukt het echt niet: roep dan de juf.

Klaar? Pak je werkboek op blz. 62 en maak vraag 1 en 4.

Tijd? 15 minuten + 5 minuten nakijken
timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Sociale Bevolkingsgroei
Migratie: verhuizen van het ene naar het andere land
Immigratie: vestiging
Emigratie: vertrek
Immigratie - Emigratie = vestigingsoverschot (positief) of vertrek overschot (negatief).


Nederland is een rijk land en trekt daardoor meer mensen aan dan dat er vertrekken. Nederland heeft een vestigingsoverschot

Slide 5 - Diapositive

Immigranten in Nederland
Drie soorten migranten 
1. arbeidsmigranten 2. mensen uit de voormalige kolonies 3. vluchtelingen (begrip asielzoeker asiel= bescherming)

Slide 6 - Diapositive

Vanaf ongeveer 1950 zijn er veel migranten naar Nederland gekomen uit....
  1.  Oude koloniën van Nederland zoals Indonesië ('49) en Suriname ('75)
  2.  Marokko,Turkije (eind jaren '50) of Polen, als arbeidsmigrant*. 
  3.  Syrië of Oekraïne, als vluchteling.

* Bijzondere vormen van arbeidsmigranten zijn:
1. Gastarbeiders -> arbeidsmigranten die voor een paar jaar naar Nederland kwamen om te werken, maar uiteindelijk niet meer weggingen.
2. Seizoensmigranten -> arbeidsmigranten die ieder jaar een paar maanden per jaar naar Nederland komen en daarna weer terug gaan naar het land van herkomst.

Slide 7 - Diapositive

Welk van deze migranten is als vluchteling naar Nederland gekomen?
A
Turken
B
Afghanen
C
Surinamers
D
Polen

Slide 8 - Quiz

Welk van deze migranten komt vaak als seizoensmigrant naar Nederland?
A
Turken
B
Marokkanen
C
Surinamers
D
Polen

Slide 9 - Quiz

Polen en Bulgaren komen vaak voor seizoenswerk naar Nederland.
1. Waar werken zij vaak/ wat voor werk doen zij vaak?
2. In welk seizoen is er voor hen veel werk?

Slide 10 - Question ouverte

Veel migranten keren op latere leeftijd terug naar hun land van herkomst. Hoe noemen we dit?
A
Hermigratie
B
Demigratie
C
Remigratie
D
Nonmigratie

Slide 11 - Quiz

Veel gastarbeiders hebben later een partner gezocht in het land van herkomst of hun vrouw naar Nederland laten komen. Hoe noemen we deze vorm van migratie?

Slide 12 - Question ouverte

Migratie in Duitsland
Een ander verschil met Nederland: Duitsland heeft  (bijna) geen kolonies gehad en dus er wonen dus ook geen mensen uit oud kolonies!

Slide 13 - Diapositive

Gevolgen van de val van het IJzeren Gordijn
In Oost-Duitse steden nam de bevolking na 1989 af door:
  • Verhuizen -> mensen verhuisden van oost naar west omdat er in Oost-Duitsland weinig werk was (de bedrijven konden niet concurreren met de bedrijven in het westen.)
  • Laag geboortecijfer

Gevolg van de afname van de bevolking:
  • Voorzieningen verdwenen -> er waren niet meer genoeg klanten.
  • Leefbaarheid ging achteruit -> huizen en groen werden niet meer onderhouden, het werd onveiliger, voorzieningen verdwenen, enz).

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld: Het Ruhrgebied
Vroeg industrie
Nu toerisme en cultuur.
Dit heet herinrichting.

Slide 15 - Diapositive

Welke bevolkingsgroep trok na 1989 van Oost naar West Duitsland?
A
Laag opgeleide jongeren
B
Hoog opgeleide jongeren
C
Laag opgeleide ouderen
D
Hoog opgeleide ouderen

Slide 16 - Quiz

Welke groep migranten ontbreekt in Duitsland?
A
Gastarbeiders
B
Seizoensmigranten
C
Ex-kolonies
D
Vluchtelingen

Slide 17 - Quiz

Welke groep migranten is het grootst in Duitsland?
A
Turken
B
Marokkanen
C
Oekraïners
D
Polen

Slide 18 - Quiz

Duitsland heeft meer Poolse migranten dan Nederland.
Wat is daarvan de reden?

Slide 19 - Question ouverte

Veel gebouwen in Oost-Duitse steden hebben een nieuwe functie gekregen.
Hoe heet dit?
A
Herinrichting
B
Renoveren
C
Saneren
D
Revolutiebouw

Slide 20 - Quiz

Aan het werk
Hoe: In groepjes van 3 leerlingen maak je de opdrachten hieronder. 

Hulp: Komen jullie er onderling niet uit kijk dan in je boek. Lukt het echt niet dan roep je de juf!

Tijd: 10 minuten

Wat?
Blz.62 vraag 1 + 4
Blz. 63 vraag 8
Blz. 65 vraag 7
Blz. 72 vraag 8

Klaar? Lees paragraaf 4 tm 6 in stilte door.

timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 22 - Diapositive

Wat hebben we deze les geleerd?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe heb ik deze les meegedaan?

Slide 24 - Question ouverte

Huiswerk
Blz.62 vraag 1 + 4
Blz. 63 vraag 8
Blz. 65 vraag 7
Blz. 72 vraag 8

Slide 25 - Diapositive