M & Z H3

 Mens en Zorg

Communiceren met de zorgvrager
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 Mens en Zorg

Communiceren met de zorgvrager

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 redenen waarom communicatie heel belangrijk is in beroepen in de zorg

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is empathie?
A
een arm om iemand heen slaan
B
luisteren naar iemand
C
het vermogen om je in te leven in iemand anders.
D
alle voorgaande antwoorden

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een cliënt huilt omdat haar goudvis overleden is. Jij verplaatst je in haar gevoelens. Welk woord hoort hierbij?
A
Respect
B
Empathie
C
Beleefdheid
D
Eerlijkheid

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van Empathie?
A
Boodschappen doen voor de oude buurman
B
Je niet kunnen inleven in een ander.
C
Luisteren en begrip tonen naar iemand die net z'n partner is verloren.
D
Tijdens een voetbalwedstrijd woorden naar de scheidsrechter roepen.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met non-verbale communicatie?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

welke van deze 4 zijn kenmerken van empathie? (2 antwoorden)
A
de situatie van iemand begrijpen
B
de waarheid zeggen
C
je emoties van iemand kunnen imiteren
D
niet beoordelen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel procent van communicatie bestaat non-verbale communicatie ?
A
20
B
45
C
60
D
80

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Non verbale communicatie is het beste geschikt voor
A
Meningen
B
ideeën
C
Gevoelens
D
Informatie

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Normen en waarden

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Respect en normen en waarden
Normen: Zaken die in de samenleving normaal worden gevonden. Je gedraagt je volgens bepaalde normen.

Waarden: Zaken die waardevol gevonden worden door iemand of een groep mensen.


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn waarden?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 18 - Quiz


Waarden zijn cultuur- en persoonsafhankelijk 
Op een school worden je geen waarden en normen bijgebracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zijn waarden en normen
A
Waar je veel waarden aan hecht en binnen welke regels.
B
Waarden vindt je omgeving belangrijk en norm zijn de eisen
C
Norm is gedragsregel waarde vindt je omgeving belangrijk, Nomen zijn ongeschreven gedragsregels en waarden achterliggende idealen
D
Wat mensen belangrijk vinden

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ouderen worden met 'u' aangesproken binnen een leefstijlcentrum. Is dit een waarde of een norm
A
waarde
B
norm

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

mevrouw Badal vindt het belangrijk dat het altijd netjes is in haar huis. Is dit een waarde of een norm
A
waarde
B
norm

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn respectvolle manieren om een zorgvrager te benaderen?
A
Een verschil maken tussen zorgvragers
B
Zorgvuldig omgaan met de privacy van de zorgvrager
C
Rekening houden met de normen en waarden van de zorgvrager
D
Niet luisteren naar de wensen van de zorgvrager

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions