Bi-4M-9.1-de huid (Paulien)

Wat weet je nog van 8.5 en rest
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog van 8.5 en rest

Slide 1 - Diapositive

Nicotine, cafeïne, cocaïne, speed en xtc laten je hersens ..... werken
A
sneller werken
B
anders werken
C
trager werken
D
moeilijker werken

Slide 2 - Quiz

Wiet, alcohol, heroïne en slaapmiddelen zijn voorbeelden van..
A
bewustzijns-veranderende middelen
B
verdovende middelen
C
stimulerende middelen
D
vernietigende middelen

Slide 3 - Quiz

Welke zin klopt niet?
A
door het drinken van alcohol heb je een grotere kans op slokdarmkanker
B
koffie is een stimulerend middel
C
vanaf je 18e mag je alcohol drinken omdat je hersenen dan volledig zijn ontwikkeld
D
blowen is verslavend

Slide 4 - Quiz

Rianne zegt: alcohol verdooft je hersenen en daarom mag je dan niet autorijden
Annemiek zegt: Teer in een sigaret is verslavend. Het vernauwt je bloedvaten. Wie heeft gelijk?
A
Rianne
B
Annemiek
C
Rianne en Annemiek
D
Beiden niet.

Slide 5 - Quiz

Wat voor een functie heeft glucose op je lichaam?
A
Dient vooral als beschermingsstof
B
Dient vooral als brandstof
C
Dient vooral als bouwstof

Slide 6 - Quiz

Je zit een avondje te netflixen met je vrienden én 2 zakken m&ms. Welk hormoon zorgt ervoor dat je bloedsuikerspiegel in balans blijft? Door welk orgaan wordt dit hormoon gemaakt?
A
Insuline, gemaakt in de lever
B
Insuline, gemaakt in de alvleesklier
C
Glucagon, gemaakt in de lever
D
Glucagon, gemaakt in de alvleesklier

Slide 7 - Quiz

Je hebt net voor de lunch nog een gymles. Welk hormoon zorgt ervoor dat je glycogeen omgezet wordt in glucose, zodat er voldoende glucose is om te kunnen sporten?
A
insuline, gemaakt door de lever
B
glucagon, gemaakt in de alvleesklier
C
glucagon, gemaakt in de schildklier
D
Insuline, gemaakt in de nieren

Slide 8 - Quiz

Bij welk type diabetes maakt je lichaam vanaf je geboorte te weinig insuline?
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2

Slide 9 - Quiz

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 10 - Question de remorquage

De lever breekt overtollige eiwitten af, hoe heet de stof die dan wordt gevormd?
A
Koolhydraat
B
Glucose
C
Ureum
D
Cholesterol

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
nieren - urineblaas - urineleider - urinebuis
B
nieren - urinebuis - urineblaas - urineleider
C
nieren - urineleider - urineblaas - urinebuis

Slide 12 - Quiz

De lever zorgt NIET voor:
A
Het filteren van het bloed
B
het maken van nieuwe eiwitten van aminozuren
C
Het afbreken van alcohol en medicijnen
D
Het afvoeren van bilirubine van versleten bloedcellen

Slide 13 - Quiz

9.1 Je huid

Slide 14 - Diapositive

9.1 Leerdoelen

-Waar bestaat de huid uit
-Hoe beschermt de huid tegen de zon (UV)

Slide 15 - Diapositive

9.1 begrippenlijst

-Opperhuid(hoornlaag, kiemlaag-pigment)-Lederhuid (talg)-Onderhuids bindweefsel
-Ultraviolette (UV) straling-huidkanker-pigment

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

De huid
Twee delen: opperhuid en lederhuid

Opperhuid:
  • Hoornlaag:
    dode cellen, beschermt tegen uitdroging, beschadiging en ziekteverwekkers
  • Kiemlaag:
    levende cellen (worden nieuwe cellen gevormd)

Slide 18 - Diapositive

De hoornlaag 
(bovenste deel van de Opperhuid)

  • Slijt af en wordt vanuit kiemlaag 
aangevuld.

Slide 19 - Diapositive

Kiemlaag
Onderste laag van de opperhuid
  • Door celdeling ontstaan hier nieuwe cellen
  • Maken pigment aan
  • Huidkanker ontstaat oiv UV straling
    (kiemcellen delen te snel en te vaak)

Slide 20 - Diapositive

Lederhuid
In deze laag zitten :
  • de haarvaten
  • de talgklieren 
  • de zenuwen
  • de zintuigcellen
    (Warmte- , koude-, druk- , pijn-zintuigcellen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Pigment in kiemlaag bepaalt huidskleur

Slide 23 - Diapositive

9.2 infecties bestrijden
een klein stukje 9.2

Slide 24 - Diapositive

Micro-organismen
Bacteriën, schimmels en virussen

goede micro-organismen
blijvende huidflora: bacteriën die op je huid horen te leven

Slechte micro-organismen
Dit noemen we ziekteverwekkers. Zij veroorzaken infectieziekten.

Slide 25 - Diapositive

Hoe raak je geïnfecteerd?
Ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen.

Niet door alle infecties wordt je ziek. Wanneer de weerstand te laag is, wordt je sneller ziek


Slide 26 - Diapositive

Infecties via een wond
De huid is een afweerlaag 
tegen ziekteverwekkers.

Beschadigingen in de huid
vergroten de kans op infectie

Slide 27 - Diapositive

Kijkopdracht video
Welke verschillen tussen bacteriën en virussen worden er genoemd?


Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Kijkopdracht video
Welke verschillen tussen bacteriën en virussen worden er genoemd?


Slide 30 - Diapositive

Wat doen witte bloedcellen?
Soorten witte bloedcellen






    Vreetcellen                                      Antistofcellen     >    Geheugencellen
                                                                  Sommige blijven over na infectie

Slide 31 - Diapositive

9.1 (Huis)werk
9.1 verplicht:
opdracht: 2 t/m 5, 7, 8
samenvatting blz. 144 opdracht: 1, 2

Slide 32 - Diapositive