Herhaling H5

De bevoegdheid om sancties op te leggen zijn geregeld in wetten in materiële zin.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De bevoegdheid om sancties op te leggen zijn geregeld in wetten in materiële zin.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 1 - Quiz

De bevoegdheid voor het opleggen van bestuurlijke boetes ter zake overtredingen m.b.t. alcoholhoudende dranken verkrijgt de burgemeester uit de WAHV.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 2 - Quiz

Iemand kan alleen als functionele dader worden gezien als hij de overtreding opzettelijk heeft uitgelokt.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 3 - Quiz

Johan heeft een conflict met zijn werkgever over zijn salaris. Het bedrijf waarvoor hij werkt is een besloten vennootschap. Wie zal Johan in de regel voor de rechter slepen als hij hierover een uitspraak wil?
A
De medewerker personeelszaken als natuurlijke persoon.
B
Zijn direct leidinggevende als natuurlijke persoon.
C
Het bedrijf als rechtspersoon.

Slide 4 - Quiz

Indien een rechtspersoon in een terechtzitting wordt betrokken, kan alleen de rechtspersoon een sanctie krijgen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 5 - Quiz

Zamed is eigenaar van een autohandel. Dit is een eenmanszaak. Tijdens het verrijden van aan auto raakt deze een uitgestoken pin waardoor de benzinetank wordt geraakt en deze leegloopt. Zamed maakt hiervan geen melding. Een toezichthouder ontdekt dit en maakt hiervan rapport op. Als wat zou Zamed kunnen worden gestraft?
A
Als natuurlijk persoon en rechtspersoon.
B
Alleen als rechtspersoon.
C
Als functionele dader.
D
Als natuurlijk persoon.

Slide 6 - Quiz

ROC Veghelse Plein is een school en heeft als ondernemingsvorm de stichting. Op deze school maken een aantal docenten er een gewoonte van om voor het examen de examenopgaven te delen met de studenten. Wie kan/kunnen een sanctie opgelegd krijgen?
A
De docenten als natuurlijke personen.
B
Alleen de school als rechtspersoon.
C
De docenten en de school.
D
De docenten, de leidinggevende en de school.

Slide 7 - Quiz

Wat is waar over een herstelsanctie?
A
Dit kan een bestuurlijke boete zijn.
B
Deze heeft als doel de legale situatie te herstellen.
C
Bij het opleggen ervan dient de cautie te worden gegeven.

Slide 8 - Quiz

Wat is waar over een bestraffende sanctie?
A
Dit kan een last onder bestuursdwang zijn.
B
Dit heeft als doel een overtreding niet langer te herhalen.
C
Dit heeft als doel leedtoevoeging.

Slide 9 - Quiz

Welk soort sanctie is het intrekken van een begunstigde beschikking?
A
Herstellend.
B
Bestraffend.
C
Dit is afhankelijk van de situatie.

Slide 10 - Quiz

In welke van de onderstaande wettelijke voorschriften kan de bevoegdheid tot het opleggen van een sanctie aan een bestuursorgaan worden beschreven?
A
Gemeentewet.
B
Wetboek van strafrecht.
C
APV.
D
Algemene wet bestuursrecht.

Slide 11 - Quiz

Wat is waar over de Algemene Wet Bestuursrecht?
A
Bevat procedurele regels m.b.t. sanctieoplegging.
B
Bevat strafbare handelingen die ook bestuursrechtelijk opgepakt kunnen worden.
C
Bevat bijzonder bestuursrecht.

Slide 12 - Quiz

Indien een bestuursorgaan de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen, heeft dit bestuursorgaan automatisch de bevoegdheid een bestuurlijke boete op te leggen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 13 - Quiz

Welke van de onderstaande uitspraken is waar over het intrekken van een begunstigde beschikking?
A
Wordt in de AWB genoemd als sanctie.
B
Heeft GEEN bestraffend karakter.
C
In de DHW is een combinatie van deze sanctie en een bestuurlijke boete niet toegestaan.

Slide 14 - Quiz

Wat is waar over de cautie?
A
Deze geldt alleen voor strafrechtelijke bestraffende sancties.
B
Deze moet direct worden gegeven zodra er een bevoegdheid op de verdachte of overtreder wordt toegepast.
C
Deze moet worden gegeven zodra een overtreder wordt verhoord met als doel het opleggen van een bestraffende sanctie.
D
Deze moet worden gegeven indien de overtreder wordt verhoord door een toezichthouder.

Slide 15 - Quiz