10.3 Enzymen 5V 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.3 Enzymen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.3 Enzymen

Slide 1 - Diapositive

Doel 10.3
Je leert hoe enzymen werken
Je leert hoe de vertering van koolhydraten verloopt
Je leert hoe de vertering van eiwitten verloopt
Je leert hoe de vertering van DNA/ RNA verloopt




Slide 2 - Diapositive

Werking van enzymen
Enzymen zijn nodig om de macromoleculen uit onze voeding af te breken tot kleine moleculen die de celmemebraan van de darmwandcellen kunnen passeren.
Eiwitten -> ....
Vetten -> .....
Polysachariden -> ....
DNA/ RNA -> .....

Slide 3 - Diapositive

Werking van enzymen
Enzymen zijn nodig om de macromoleculen uit onze voeding af te breken tot kleine moleculen die de celmemebraan van de darmwandcellen kunnen passeren.
Eiwitten -> aminozuren
Vetten -> glycerol en vetzuren
Polysachariden -> monosachariden (zoals glucose)
DNA/ RNA -> fosfaatgroep, nucleinebasen, suiker

Slide 4 - Diapositive

Werking van enzymen
Bij de afbraak van grote moleculen naar kleinere moleculen komt energie vrij, er is echter wel energie nodig om de atoombindingen te verbreken (activeringsenergie)
De activeringsenergie wordt verlaagd door enzymen.

Slide 5 - Diapositive

Werking van enzymen

Slide 6 - Diapositive

Actieve plaats

Slide 7 - Diapositive

Knippen of plakken
Hydrolyse: splitsing van twee moleculen met behulp van water (komt energie bij vrij)
Condensatie: binden van twee moleculen tot een groter molecuul waarbij water vrijkomt (kost energie)

Bij vertering is altijd sprake van hydrolyse (want grote stoffen worden kleiner). Dit kost dus water en er komt energie vrij.

Slide 8 - Diapositive

Knippen of plakken

Slide 9 - Diapositive

Enzymen - optimale werking





Enzymen werken optimaal bij een bepaalde temperatuur (botsingen plus denaturatie) en zuurgraad (denaturatie)

Slide 10 - Diapositive

BINAS
82 F en 82 G combineren
Koolhydraatvertering
Eiwitvertering

Je hoeft de begrippen niet te leren als je ze maar kunt vinden in de BINAS en kunt plaatsen in het geheel.

Slide 11 - Diapositive

Koolhydraatvertering
Begint in de mond: speeksel bevat enzym amylase -> breekt zetmeel (amylose) af in maltose.

Slide 12 - Diapositive

Koolhydraatvertering
  • In de maag stopt de vertering door het zure milieu (en eiwitverterende enzymen in de maag breken amylase af).
  • In de 12 vingerige darm voegt de alvleesklier HCO3- toe aan de voedselbrij en wordt deze licht basisch -> overgebleven amylase werkt weer
  • De alvleesklier voegt ook extra amylase toe


Slide 13 - Diapositive

Koolhydraatvertering
  • Sacharase en maltase breken de disachariden af tot monosachariden die de darmwand kunnen passeren
  • In de darmwand bevinden zich speciale transporteiwitten voor glucose (paragraaf 5)


Slide 14 - Diapositive

Eiwitvertering
Begint in de maag (zure omgeving)
Maagsap bevat:
  • Slijm (ter bescherming van de maagwandcellen tegen de zure maaginhoud)
  • Zoutzuur (om de omgeving zuur te maken


Slide 15 - Diapositive

Eiwitvertering
Maagsap bevat:
  • Pepsinogeen : verandert in pepsine oiv zoutzuur.
  • Pepsine knipt eiwitten tot polypeptiden dmv hydrolyse
Via de maagportier naar de 12-vingerige darm


Slide 16 - Diapositive

Eiwitvertering
Alvleessap bevat trypsinogeen en chymotrypsinogeen. Deze enzymen worden actief in de 12 vingerige darm (trypsine en chymotrypsine). Beide enzymen knippen tussen specifieke aminozuren -> kleinere polypeptiden



Slide 17 - Diapositive

Eiwitvertering
Dunne darmsap bevat verschillende peptidasen:
Exopeptidasen (knippen één aminozuur van het uiteinde af):
Aminopeptidasen
Carboxypeptidasen



Slide 18 - Diapositive

Aminopeptidase

Slide 19 - Diapositive

 Carboxypeptidase

Slide 20 - Diapositive

Eiwitvertering
Dunne darmsap bevat verschillende peptidasen:
  • Endopeptidasen (knippen middenin een polypeptide) -> o.a. dipeptiden
  • Dipeptidasen breken dipeptiden af tot aminozuren




Slide 21 - Diapositive

DNA/ RNA vertering
Eerst met Endonuclease en exonucleasen worden de DNA strengen opgeknipt in nucleotiden.
Daarna worden de nucleotiden opgeknipt in suiker, fosfaatgroep en nucleinebasen.
Deze stoffen kunnen de celmembraan passeren





Slide 22 - Diapositive

Doel 10.3
Je hebt geleerd hoe enzymen werken
Je hebt geleerd hoe de vertering van koolhydraten verloopt
Je hebt geleerd hoe de vertering van eiwitten verloopt
Je hebt geleerd hoe de vertering van DNA/ RNA verloopt



Slide 23 - Diapositive

Begrippen 10.3
verteringsenzymen, macromoleculen, activeringsenergie, substraat, actieve plaats, enzym-substraatcomplex, substraatspecifiek, hydrolyse, condensatie, denatureren, optimumtemperatuur, optimum-pH

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk
In de online methode/ in je boek.
Maak de opdrachten van 10.3
3 t/m 8.


Slide 25 - Diapositive