3 mavo, Nieuw Nederlands, Hoofdstuk 1 tm 3, paragraaf woordenschat

Nederlands
Hoofdstuk 1, paragraaf woordenschat
Klas: 3 mavo
Docent: Nick Stoof
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Hoofdstuk 1, paragraaf woordenschat
Klas: 3 mavo
Docent: Nick Stoof

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kan de betekenis van een onbekend woord vinden.
  • Je weet welke woordraadstrategieën je kan inzetten wanneer je de betekenis van een woord niet weet.

Slide 2 - Diapositive

Hoe kan je de betekenis van een woord vaak vinden, zonder dat je een woordenboek gebruikt?

Slide 3 - Carte mentale


  • Lees een stukje verder of terug
  • Zoek een synoniem
  • Zoek een omschrijving of definitie
  • Zoek een voorbeeld
  • Zoek een tegenstelling (antoniem)
  • Zoek een bekend woorddeel
  • Bekijk de afbeelding
  • Zoek de betekenis op in het woordenboek









Woordraadstrategieën

Slide 4 - Diapositive

Opdrachten
  • Maken van hoofdstuk 1, paragraaf woordenschat (blz. 26):
Opdracht 1, 2, 3

  • Lezen uit het boek Overstroomd

Slide 5 - Diapositive

Nederlands
Hoofdstuk 1, paragraaf woordenschat
Klas: 3 mavo
Docent: Nick Stoof

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kan de betekenis van een onbekend woord vinden.
  • Je weet welke woordraadstrategieën je kan inzetten wanneer je de betekenis van een woord niet weet.

Slide 7 - Diapositive

Wat is een synoniem voor het woord perceel?
A
Klein
B
Potlood
C
Groot
D
Terrein

Slide 8 - Quiz

Mijn oma doet altijd veel specerijen over haar eten tijdens het koken.
Specerijen
A
Zout
B
Peper
C
Suiker
D
Kruiden

Slide 9 - Quiz

Carlo mocht niet mee, omdat hij grensoverschrijdend gedrag had vertoond.

Grensoverschrijdend
A
Gedrag dat je in het buitenland alleen mag vertonen
B
Misdragen op vakantie
C
Gedrag wat niet kan/mag
D
Je aan alle regels houden

Slide 10 - Quiz

Opdrachten
  • Maken van hoofdstuk 1, paragraaf woordenschat (blz. 28):
Opdracht 4 + 5

  • Lezen het boek Overstroomd

Slide 11 - Diapositive

Nederlands
Hoofdstuk 2, paragraaf woordenschat
Klas: 3 mavo
Docent: Nick Stoof

Slide 12 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kan formeel taalgebruik herkennen en gebruiken.

  • Je kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden of opzoeken in een woordenboek.

  • Je kent de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen van deze paragraaf.

Slide 13 - Diapositive

Wat is formeel taalgebruik?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk
C
Schooltaal
D
Straatttaal

Slide 14 - Quiz

Formeel
Formeel taalgebruik = taal die bijzonder netjes is.

Deze taal gebruik je voor bepaalde brieven of sommige ontmoetingen. Als je met de burgermeester praat bijvoorbeeld of in een sollicitatiebrief.  Formeel taalgebruik is netjes en je gebruikt vaak u in de zinnen.


Slide 15 - Diapositive

in welke situatie gebruik je formeel taalgebruik?
A
aan je eigen keukentafel
B
aan te de telefoon met je vrienden
C
tijdens een sollicitatiegesprek
D
Tijdens de pauzes van school

Slide 16 - Quiz

Wanneer gebruik je nog meer formeel taalgebruik?

Slide 17 - Question ouverte

Een voorbeeld van formeel taalgebruik is:
A
Hey man,
B
Hoi Sjonnie,
C
Beste meneer/mevrouw,
D
Hey, alles goed?

Slide 18 - Quiz

Opdrachten
  • Maken van hoofdstuk 2, paragraaf woordenschat (blz. 54):
Startopdracht + opdracht 1 & 2

  • Lezen uit het boek Overstroomd

Slide 19 - Diapositive

Nederlands
Hoofdstuk 2, paragraaf woordenschat
Klas: 3 mavo
Docent: Nick Stoof

Slide 20 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kan formeel taalgebruik herkennen en gebruiken.

  • Je kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden of opzoeken in een woordenboek.

  • Je kent de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen van deze paragraaf.

Slide 21 - Diapositive

Je spreekt iemand aan met 'je' of 'jij'.
Je spreekt iemand aan met 'u'.
Je noemt diegene bij de achternaam en zegt 'meneer/mevrouw'.
Je noemt diegene bij de voornaam.
Je mag straattaal of jongerentaal gebruiken.
Je taalgebruik is netjes.
Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik

Slide 22 - Question de remorquage

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
''Geachte ...''
Whatsapp-bericht
''Lieve oma,''
Sollicitatiebrief
''Groetjes!''
''Ik hoor graag van u!''
Emoji's 
Deftig
Krantenartikel
Recensie
E-mail aan een docent

Slide 23 - Question de remorquage

Opdrachten
  • Maken van hoofdstuk 2, paragraaf woordenschat (blz. 56):
Opdracht 3, 4, 5

  • Lezen uit het boek Overstroomd

Slide 24 - Diapositive