Rekenen en economie 3

Rekenen en economie 3
afronden, gemiddelden, procentuele verandering, procenten van het geheel +
als het gegeven percentage hoger is dan honderd procenten
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Rekenen en economie 3
afronden, gemiddelden, procentuele verandering, procenten van het geheel +
als het gegeven percentage hoger is dan honderd procenten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Een televisie wordt bij Mediamarkt aangeboden voor € 800.
Hoeveel is de prijs excl. 21% btw.

Slide 3 - Question ouverte

Bij de Gamma is de "Btw-korting"-actieweek.
Het hele btw bedrag krijgen de klanten als korting.
Jan koopt een kruiwagen die zonder de korting € 85 kost. Hoeveel moet hij tijdens deze actie periode betalen?

Slide 4 - Question ouverte

Er is groot feest. Daarvoor heeft Jan 39 flessen cola gekocht. Dat is 25,66% van het totaal benodigde. Piet koopt de rest.

Hoeveel flessen koopt Piet?
(rond af op hele flessen)

Slide 5 - Question ouverte

Tandpasta is normaal belast met 21% btw.
Een tube tandpasta kost € 1,15 excl. btw.
Hoeveel betaalt de consument in de winkel?

Slide 6 - Question ouverte

Een iPhone kost normaal € 789 bij de BCC.
Deze week is het Btw-korting actie.
De klant krijgt korting ter grootte van het btw bedrag: € 136,93.
Bereken de procentuele daling van de genoemde prijs door de btw korting.

Slide 7 - Question ouverte

Een iPhone kost normaal € 779 bij de BCC.
Deze week is het 21% Btw-korting actie.
De klant krijgt korting ter grootte van het btw bedrag.
Bereken de procentuele daling van de genoemde prijs door de btw korting.

Slide 8 - Question ouverte

Bij de kapper Jansen betalen klanten € 20,50 voor een knipbeurt. Er zijn 14 klanten geweest gisteren.
Kappers mogen het verlaagde BTW tarief van 9% rekenen.

Bereken de omzet van kapper Jansen op deze dag.

Slide 9 - Question ouverte

100 + 10% = 110
110 - 10% =
Bereken!

Slide 10 - Question ouverte