Gedicht hoofdstuk 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Gedicht 2.9

Doel: 

Je kunt de ingoud van een gedicht weergeven

Je herkent figuurlijk taalgebruik

Gedicht 2.9

Figuurlijk taalgebruik:

is taalgebruik waarbij het woord of een uitdrukking niet in de letterlijke betekenis gebruikt mag worden. 

VB: Letterlijk taalgebruik: Een kip kan zonder kop nog een eindje lopen.

Figuurlijk taalgebruik: Hij praat als een kip zonder kop. 

Figuurlijk taalgebruik in gedichten zorgt meestal voor een verrassing.

Gedicht 2.9

Kijk in de volgende dia het filmpje over letterlijk- en figuurlijk taalgebruik.

Beantwoord daarna de vragen.

Gedicht 2.9

1) Wat betekent letterlijk taalgebruik?

2) Wat is figuurlijk taalgebruik? Geef een voorbeeld?

3) Gebruiken jouw ouders (vader of moeder) wel eens figuurlijk taalgebruik? Zo ja, wat zeggen ze dan? Als je het niet zeker weet, let er dan thuis eens op.

Flat of living dead

Gedicht 2.9

Lees het gedicht 

"Flat of living dead".

Gedicht 2.9

Bespreek in je groepje waar het gedicht over gaat.

Schrijf de eerste reactie van je groepje op. 

Beantwoord daarna de vragen uit je boek:

blz. 84 opdracht 2 

Gedicht 2.9

Kijk naar opdracht 6; kies uit één van de opdrachten en maak deze in je schrift. 

Gedicht 2.9

Dit was het einde van les 2, ga door naar les 3.