Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
H7 Soorten en populaties
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
- 7.1 Soorten
- 7.2 deel 2
Werken aan PO, Voorbereiding:
- Onderzoeksvraag + Hypothese
- Theorie (let op bronvermelding)
- Onderzoeksmethode & Materialen
--> inlv. via Classroom
Slide 2 - Diapositive
§7.1 Leerdoelen
Je herkent abiotische en biotische factoren
Je interpreteert gegevens uit een toleratiediagram
Je bepaalt de indeling van soorten in groepen op basis van hun wetenschappelijke soortnaam
Slide 3 - Diapositive
Wat voor een relatie hebben anemonen en clownvissen?
Slide 4 - Question ouverte
Dieren die er hetzelfde uitzien zijn niet altijd van dezelfde soort, waarom niet?
Slide 5 - Question ouverte
Soort
Een groep organismen die zich onderling onderling geslachtelijk voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen
Slide 6 - Diapositive
Naamgeving van soorten
Geslachtsnaam Dit wordt altijd met een hoofdletter aangegeven!
Soortnaam
Ondersoort (niet altijd!) Dit is zijn organismen van dezelfde soort die vaak in een ander gebied voorkomen en in uiterlijk verschillen van elkaar, maar niet genoeg om tot een eigen soort te worden gerekend
Slide 7 - Diapositive
Ordening
Organismen worden bij elkaar gebracht in steeds grotere groepen
Hoe bepaal je welke organismen bij elkaar horen en welke niet?
Slide 8 - Diapositive
Ordening
Slide 9 - Diapositive
Wat maakt een gebied een geschikte habitat (leefgebied) voor een organisme?
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
https:
Slide 12 - Lien
Invloeden op organismen
Bedenk in een tweetal zoveel mogelijk biotische en abiotische factoren die je in de zee kunt vinden!
timer
2:00
Slide 13 - Diapositive
Tolerantie
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Kunnen soorten 3 en 4 in hetzelfde gebied leven?
Slide 16 - Question ouverte
Wie heeft het grootste tolerantiegebied?
Slide 17 - Question ouverte
Wie heeft hoogste optimumtemperatuur?
Slide 18 - Question ouverte
Leg uit hoe tolerantiegrenzen een van de redenen kan zijn voor het verdwijnen van soorten door klimaatverandering?
Slide 19 - Question ouverte
§7.2 Leerdoelen (dl 1)
Je vergelijkt de begrippen populatiegrootte en populatiedichtheid
Je legt verband tussen de draagkracht van een gebied en de populatiegrootte
Slide 20 - Diapositive
Populatiedichtheid
Populatiegrootte
Slide 21 - Diapositive
Veranderingen in populatiegrootte
Geboorte
Sterfte
Immigratie
Emigratie
Slide 22 - Diapositive
Exoten
Organismen die zich hebben gevestigd in een land waar ze oorspronkelijk niet vandaan komen
Direct of indirect ingevoerd door de mens
Kunnen zich onafhankelijk voortplanten!
Slide 23 - Diapositive
Oostvaardersplassen
Grote aantallen paarden, runderen en edelherten houden het gras en riet kort
Maar kunnen er ook teveel grazers in een gebied zijn? En welke problemen ontstaan dan?
Slide 24 - Diapositive
Draagkracht
Slide 25 - Diapositive
Oostvaardersplassen
Uiteindelijk sterven elke winter de grote grazers in grote aantallen
Dat komt doordat er niet genoeg voedsel/ruimte is voor de populatiegrootte
Slide 26 - Diapositive
Oostvaardersplassen
Boswachters schieten preventief een deel van de grote grazers dood
Wat zouden andere opties zijn?
Slide 27 - Diapositive
In een achtertuin groeien de grassen 'Carex pendula' en 'Carex flacca'. Behoren deze tot dezelfde populatie?
A
Ja, want ze leven in hetzelfde gebied
B
Nee, het gebied is te klein voor een populatie
C
Ja, want het zijn beide grassen
D
Nee, want ze behoren niet tot dezelfde soort
Slide 28 - Quiz
Waardoor kon de Grauwe gans in Nederland een plaag worden?
A
alleen doordat er een overmaat aan voedsel is
B
alleen doordat er weinig predatoren in het gebied zijn
C
alleen doordat de ganzen maar een deel van het jaar in NL verblijven
D
alleen door het overmaat aan voedsel en het geringe aantal predatoren in het gebied
Slide 29 - Quiz
Welke soortnaam is correct geschreven?
A
pinus mugo
B
Pinus mugo
C
pinus Mugo
D
Pinus Mugo
Slide 30 - Quiz
1 = Betta pallifina, 2 = Crataegus splendens 3 = Betta splendens Welke van deze drie soorten zijn het meest aan elkaar verwant?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
huh?
Slide 31 - Quiz
Leg uit hoe grote grazers ervoor zorgen dat soorten die in struiken en gras voorkomen verdwijnen in de Oostvaardersplassen.