bingo einde jaar

behoefte
huish uit
risico
aflossen
verzekering
rente
verzekeraar
chart geld
ber gemidd
polis
rente % uitr
rente
Comm beinv
leenmot
ber %
zelfvoorz
maandtermijn
cons org
polis voorw
garantie
inc uitg
eigen risico
reserv
consumeren
begroting
dir ruil
goederen
saldo
budget
basisbeh
verzekerde
soc beinvl
sparen
verg w ond
omrek per
diensten
deugd prod
ber %

nieuw saldo
indir ruil
reclame
vaste lasten
schade verg

spaarmot
funct geld
soorten ink
elektr bet
ov behoefte

lenen
noteren geld
giraal geld
premie
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

behoefte
huish uit
risico
aflossen
verzekering
rente
verzekeraar
chart geld
ber gemidd
polis
rente % uitr
rente
Comm beinv
leenmot
ber %
zelfvoorz
maandtermijn
cons org
polis voorw
garantie
inc uitg
eigen risico
reserv
consumeren
begroting
dir ruil
goederen
saldo
budget
basisbeh
verzekerde
soc beinvl
sparen
verg w ond
omrek per
diensten
deugd prod
ber %

nieuw saldo
indir ruil
reclame
vaste lasten
schade verg

spaarmot
funct geld
soorten ink
elektr bet
ov behoefte

lenen
noteren geld
giraal geld
premie

Slide 1 - Diapositive

bingo einde jaar

Slide 2 - Diapositive

iets wat je nodig hebt of (graag) wilt hebben

Slide 3 - Question ouverte

de verzekeringsmaatschappij

Slide 4 - Question ouverte

de invloed van winkeliers en fabrikanten op wat je koopt

Slide 5 - Question ouverte

organisaties die de consument steunen en voorlichting geven bijvoorbeeld de consumentenbond, de ANWB, ROVER, Vereniging Eigen Huis

Slide 6 - Question ouverte

een bedrag opzij zetten waarvan je later bepaalde grote uitgaven kunt doen

Slide 7 - Question ouverte

het bedrag dat op je bankrekening staat

Slide 8 - Question ouverte

geld dat je overhoudt geef je niet uit, maar bewaar je voor later

Slide 9 - Question ouverte

deel/geheel x 100
of aantal/totaal x 100
of bedrag/totaal x 100

Slide 10 - Question ouverte

het bedrag wat je krijgt vergoed als je schade hebt en je bent verzekerd

Slide 11 - Question ouverte

niet-noodzakelijke behoeften, maken het leven leuker, zoals: vakantie, koek en telefoon

Slide 12 - Question ouverte

dagelijkse uitgaven, de gewone uitgaven voor je huishouden zoals: boodschappen, persoonlijke verzorging en kado's

Slide 13 - Question ouverte

tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten

Slide 14 - Question ouverte

je wilt nu als iets duurs hebben en gebruiken
je hebt onverwachts dringend geld nodig

Slide 15 - Question ouverte

hierin staat heel precies waar je wel of geen recht op hebt bij verzekeren

Slide 16 - Question ouverte

goederen of diensten kopen om in je behoeften te voorzien

Slide 17 - Question ouverte

het geld waarover je kunt beschikken

Slide 18 - Question ouverte

test waarin producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken

Slide 19 - Question ouverte

oud saldo + ontvangsten - uitgaven

Slide 20 - Question ouverte

sparen voor een doel
sparen uit voorzorg
sparen voor de rente

Slide 21 - Question ouverte

geld gebruiken dat van iemand anders is

Slide 22 - Question ouverte

de kans dat je schade hebt en de hoogte van het bedrag waar het om gaat

Slide 23 - Question ouverte

het totaal van alle waardes delen door het aantal waardes

Slide 24 - Question ouverte

te berekenen aantal of bedrag =
percentage delen door 100 keer het totaal

Slide 25 - Question ouverte

de zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt als daarmee binnen een bepaalde tijd iets mis is. Geld terug, ander product of reparatie

Slide 26 - Question ouverte

een overzicht van je verwachte inkomsten en je verwachte uitgaven voor de komende periode

Slide 27 - Question ouverte

noodzakelijke behoeften, zoals: kleding, voeding en onderdak

Slide 28 - Question ouverte

Stap 1: uitrekenen per jaar Stap 2: terug rekenen naar wat gevraagd wordt. 1 jaar = 4 kwartalen
= 12 maanden = 52 weken = 365 dagen

Slide 29 - Question ouverte

ruil waarbij je geld als ruilmiddel gebruikt. Je koopt dus iets

Slide 30 - Question ouverte

geld kun je gebruiken als:
spaarmiddel
rekenmiddel
ruilmiddel

Slide 31 - Question ouverte

geld heeft 2 decimalen achter de komma en een valutateken (€) ervoor

Slide 32 - Question ouverte

geld terugbetalen dat je geleend hebt

Slide 33 - Question ouverte

een bewijs dat je een verzekering hebt afgesloten

Slide 34 - Question ouverte

zelf iets maken waarmee je in je eigen behoeften kunt voorzien

Slide 35 - Question ouverte

meestal grote uitgaven die je af en toe doet, zoals: uitgaven voor vakantie, onderhoud en apparaten

Slide 36 - Question ouverte

je ruilt een goed opf dienst tegen iets anders zonder geld te gebruiken

Slide 37 - Question ouverte

degene die de verzekering heeft afgesloten

Slide 38 - Question ouverte

niet-tastbare producten, iemand voorziet in jouw behoefte door iets voor jou te doen.

Slide 39 - Question ouverte

winkeliers en fabrikanten trekken je aandacht voor een bepaald product

Slide 40 - Question ouverte

mensen kunnen een inkomen hebben in de vorm van: loon, winst of een uitkering

Slide 41 - Question ouverte

geld op je bankrekening. Het is niet tastbaar.

Slide 42 - Question ouverte

een ... sluit je alf als je kans hebt op schade en je wilt dat die schade vergoed wordt door de verzekering

Slide 43 - Question ouverte

percentage/100 x spaarbedrag
of spaarbedrag/100 x rente

Slide 44 - Question ouverte

een vast bedrag dat je elke maand betaalt voor rente en aflossing van een lening

Slide 45 - Question ouverte

het deel van de schade dat je zelf moet betalen en dat dus niet vergoed wordt door de verzekeraar. Hierdoor gaat wel je premie omlaag

Slide 46 - Question ouverte

tastbare producten, voorwerpen die je kunt aanraken

Slide 47 - Question ouverte

de invloed van andere mensen op wat je doet/koopt

Slide 48 - Question ouverte

een product dat bij normaal gebruik een redelijke tijd meegaat

Slide 49 - Question ouverte

uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen zoals: huur, abonnementen of contributie

Slide 50 - Question ouverte

betalen via internet, met je bankpas of met je telefoon

Slide 51 - Question ouverte

het bedrag dat je als verzekerde betaalt voor de verzekering

Slide 52 - Question ouverte

een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld. Rente wordt berekend in procenten per jaar

Slide 53 - Question ouverte

een vergoeding die je aan de bank betaalt voor het gebruik van hun geld

Slide 54 - Question ouverte