NN7 - Spelling §11 - Werkwoordsvormen en werkwoordstijden

 Werkwoordsvormen en werkwoordstijden

NN7 - Spelling §11 - 1HAVO/1VWO
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

 Werkwoordsvormen en werkwoordstijden

NN7 - Spelling §11 - 1HAVO/1VWO

Slide 1 - Diapositive

Je hebt geleerd dat een werkwoord verschillende vormen kan hebben en hoe je die verschillende werkwoordsvormen moet spellen. 

Een overzicht:

Slide 2 - Diapositive

  • infinitief (inf): fietsen;
  • persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt): (ik) fiets, (jij/hij/zij) fietst, (wij/jullie/zij) fietsen;
  • persoonsvorm verleden tijd (pvvt): fietste, fietsten;
  • voltooid deelwoord (vd): gefietst;
  • onvoltooid deelwoord (od): fietsend.




Slide 3 - Diapositive

Er zijn verschillende werkwoordstijden:

Slide 4 - Diapositive

  • onvoltooid tegenwoordige tijd (ott):
    Imke kijkt naar het journaal.
    Siem arriveert op tijd.

Slide 5 - Diapositive

  • onvoltooid verleden tijd (ovt):
    Imke keek naar het journaal.
    Siem arriveerde op tijd.

Slide 6 - Diapositive

  • voltooid tegenwoordige tijd (vtt):
    Imke heeft naar het journaal gekeken.
    Siem is op tijd gearriveerd.

Slide 7 - Diapositive

  • voltooid verleden tijd (vvt):
    Imke had naar het journaal gekeken.
    Siem was op tijd gearriveerd.

Slide 8 - Diapositive

In de voltooide tijd is de persoonsvorm een vorm van het werkwoord hebben of zijn. Verderop in de zin staat dan vaak (maar niet altijd) een voltooid deelwoord, maar niet altijd: ook zinnen met bijvoorbeeld heeft moeten nablijven, hadden willen komen en was gaan wandelen staan in de voltooide tijd.

Slide 9 - Diapositive

Tijdens de rellen SLOOPTEN de geweldplegers de A12 in Den Haag.
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
vd

Slide 10 - Quiz

Tijdens de rellen SLOOPTEN de geweldplegers de A12 in Den Haag.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 11 - Quiz

Mijn vader lag weer KWIJLEND en SNURKEND in bed.
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
od

Slide 12 - Quiz

Zelfgebreide wollen truien MOET je niet te heet wassen.
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
od

Slide 13 - Quiz

HEEFT Joy haar leren laarsjes zelf zo kunstzinnig beschilderd?
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
vd

Slide 14 - Quiz

Heeft Joy haar leren laarsjes zelf zo kunstzinnig BESCHILDERD?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 15 - Quiz

Zelfgebreide wollen truien moet je niet te heet WASSEN.
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
vd

Slide 16 - Quiz

Passerende voetgangers BEWONDEREN de pas vernieuwde etalage.
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
vd

Slide 17 - Quiz

De rector van het Antonius College WIL overstappen op een duurzamer beleid.
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
od

Slide 18 - Quiz

De rector van het Antonius College wil OVERSTAPPEN op een duurzamer beleid.
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
od

Slide 19 - Quiz

JUICHEND verbrak de kogelstoter het al jaren staande record.
A
infinitief
B
pvtt
C
pvvt
D
od

Slide 20 - Quiz

Maak nu de opdrachten die ik heb klaargezet in de digitale planning van Nieuw Nederlands. 

Slide 21 - Diapositive