6.3 Soorten en hun omgeving 4V

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.3 Soorten en hun omgeving
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.3 Soorten en hun omgeving

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 6
6.1 De verwantschap tussen soorten
6.2 Populaties
6.3 Soorten en hun omgeving
6.4 Relaties tussen soorten

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel 6.3
  • Je leert hoe de omgeving bepaalt welke soorten er kunnen leven
  • Je weet wat een optimumkromme is
  • Je wat een habitat en een niche is




Slide 3 - Diapositive

Factoren die de populatie grootte beïnvloeden:
Abiotische factoren
  • levensloze natuurlijke omgeving.
  • Temp, licht, O2, neerslag, wind, mineralen

Biotische factoren
  • veroorzaakt door de levende natuurlijke omgeving.
  • Voedsel, concurrentie, vijanden, bomen voor nesten.


Slide 4 - Diapositive

Optimumkromme
Voor elke abiotische factor kun je meten hoe de overlevingskans is van een bepaald organisme. Bijvoorbeeld temperatuur.

Slide 5 - Diapositive

Optimumkromme
Minumumwaarde - optimumwaarde - maximumwaarde

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Elke soort is anders
Wat is een habitat?
  • De leefomgeving van een plant of dier met de specifieke abiotische en biotische factoren
Wat is een niche?
  • De wijze waarop de soort de biotische en abiotische factoren in de habitat gebruikt en dus de invloed van de soort op de habitat





Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

De habitat is de levensomgeving van plant /schimmel /dier/bacterie. De plaats waar het leven van een soort zich voor het grootste gedeelte afspeelt. Bij planten wordt ook de term standplaats gebruikt ipv habitat.

Let op, met plaats bedoelen we niet de exacte lokatie (in Ede tegenover de kerk), maar de plek in een ecosysteem waar je een organisme normaal gesproken kunt vinden.

Slide 10 - Diapositive

Beschrijf zoveel mogelijk aspecten van de habitat van de ijsbeer

Slide 11 - Question ouverte

Beschrijf zoveel mogelijk aspecten van de niche van de ijsbeer

Slide 12 - Question ouverte

Teken (of beschrijf) de optimumkromme voor buitentemperatuur voor een mens (met kleren aan)

Slide 13 - Question ouverte

Adaptatie
  • Evolutionaire processen zorgen ervoor dat soorten optimaal zijn aangepast aan de omgeving.
  • Mutaties/ genetische variatie/ natuurlijke selectie

Slide 14 - Diapositive

Noem een adaptatie van een ijsbeer aan zijn omgeving

Slide 15 - Question ouverte

Doel 6.3
  • Je leert hoe de omgeving bepaalt welke soorten er kunnen leven
  • Je weet wat een optimumkromme is
  • Je wat een habitat en een niche is




Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive


Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
  • Maak van bs 6.3 de opdrachten

Slide 20 - Diapositive