Ontwikkeling van het schoolkind


Ontwikkeling van het schoolkind
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


Ontwikkeling van het schoolkind

Slide 1 - Diapositive

INLEIDING
We gaan wat oefen vragen maken over het schoolkind, soms na de vraag komt kort een uitleg of stuk theorie.

Slide 2 - Diapositive

Waar heeft voeding allemaal invloed op bij een schoolkind?

Slide 3 - Question ouverte

Zoek in huis of in de klas naar tussendoortjes of voedingsmiddelen die voor schoolkinderen geschikt zijn! Maak een foto en post!

Slide 4 - Question ouverte

LICHAMELIJKE ONTWIKKELING
Voeding heeft grote invloed:​

- Gebit en botten​
- Sociaal en emotioneel functioneren​
- Energie en zelfvertrouwen​
- Cognitieve ontwikkeling



Slide 5 - Diapositive

Hoeveel kinderen heeft overgewicht?
A
1 op de 20
B
1 op de 3
C
1 op de 7
D
1 op de 10

Slide 6 - Quiz

Zoek op: kinderen die te dik zijn hebben later meer kans op:

Slide 7 - Question ouverte

MOTORISCHE ONTWIKKELING
De motorische ontwikkeling: fijne en grove motoriek verbetert.                                            Qua grove motoriek vooral de coördinatie. 

Slide 8 - Diapositive

Noem voorbeelden van grove motoriek bij een schoolkind:

Slide 9 - Question ouverte

FIJNE MOTORIEK
Tekenen
Kleuren
Knopen dicht doen
Veters strikken
Knippen

Slide 10 - Diapositive

Een 6 jarige weegt ongeveer 20 kilo en is 1.20 lang
Waar
Niet Waar

Slide 11 - Sondage

Een schoolkind groeit 6 cm per jaar en heeft al zijn tanden gewisseld.
Waar
Niet Waar

Slide 12 - Sondage

COGNITIEVE ONTWIKKELING
Enorme cognitieve ontwikkeling: ​

Aan het begin van groep 3 kunnen kinderen nog niet of nauwelijks lezen, schrijven en rekenen. In groep 8 zijn ze al veel vaardiger geworden!​

Fantasie denken maakt plaats voor andere manieren van denken.
Welke 3 manieren van denken onderscheiden we bij het schoolkind? ​



Slide 13 - Diapositive

Fantasie denken maakt plaats voor andere manieren van denken.
Welke 3 manieren van denken onderscheiden we ? ​

Slide 14 - Question ouverte

3 MANIEREN VAN DENKEN
Realiteits denken: het schoolkind ziet de dingen zoals ze zijn.​


Logisch denken: Het schoolkind kan ordenen en verbanden leggen.​

Abstract denken: Het schoolkind gaat bv nadenken over problemen in de wereld en de toekomst. 



Slide 15 - Diapositive

Bedenk, met behulp van het boek, een voorbeeld van realiteitsdenken

Slide 16 - Question ouverte

Geef drie voorbeelden waaruit blijkt dat het schoolkind leergierig en prestatiegericht is.

Slide 17 - Carte mentale

Het gegeven dat niet ieder kind even gemakkelijk en op dezelfde manier leert. Dit hangt af van het:

Slide 18 - Question ouverte

LEERGESCHIKTHEID

Slide 19 - Diapositive

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling

Steeds meer sociale contacten. 3 belangrijkste milieus:​

- Thuis​
- School​
- Eigen vriendjes en vriendinnetjes


Slide 20 - Diapositive

Wat verstaan we onder pesten?

Slide 21 - Question ouverte

Pesten
Onder schoolkinderen is pesten een veelvoorkomend probleem. ​


Pesten= het met opzet lichamelijk en geestelijk kwetsen van een ander die in een minder sterke positie verkeerd. ​

Plagen: het maken van verbale/ fysieke grapjes waarbij beide partijen gelijkwaardig zijn aan elkaar. ​​
www.stoppestennu.nl






Slide 22 - Diapositive

Wat is een normbesef?

Slide 23 - Carte mentale

Normbesef

Ontwikkeling van het geweten, het besef van goed en kwaad. 
( Denk hierbij ook aan de voorbeelden over wie is stouter!)

Slide 24 - Diapositive

Met wie zal een schoolkind zich identificeren?

Slide 25 - Question ouverte

Met wie speelt welke leeftijd?
JONGENS EN MEISJES
ALLEEN ZELFDE GESLACHT
6-9 jarige
9 jarige
11 jarige en ouder

Slide 26 - Question de remorquage

Seksuele ontwikkeling
Kinderen tussen de 6 en 9 jaar spelen vaak nog met jongens en meisjes. Ze hebben geen voorkeur maar zijn zich wel bewust van de verschillen. ​


Vanaf 9 jaar gaat dit wel uitmaken. ​

Vanaf het 11e jaar gaan meisjes en jongens weer met elkaar spelen en heeft dit spel een lichte seksuele ondertoon. Kinderen gaan experimenteren met genderspecifiek gedrag. 



Slide 27 - Diapositive

Wat is genderspecifiek gedrag?

Slide 28 - Question ouverte