2KGT Hoofdstuk 2 over figuurlijk taalgebruik

Nederlands
H2 Woordenschat - figuurlijk taalgebruik
- stillezen
- Terugblik
- Lesdoel + uitleg
- zelfstandig werken

timer
10:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 6 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
H2 Woordenschat - figuurlijk taalgebruik
- stillezen
- Terugblik
- Lesdoel + uitleg
- zelfstandig werken

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

We maken deze les online! Open eerst Lessonup.app

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik

Slide 4 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 7 - Quiz

De toekomst lacht ons tegemoet.
A
Letterlijk taalgebruik
B
Figuurlijk taalgebruik

Slide 8 - Quiz

Ze kookt van woede.
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 9 - Quiz

Met figuurlijk taalgebruik bedoel je precies wat er staat.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

In onze tuin staat de hoogste boom van de buurt.
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 11 - Quiz

Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
gwn kip met rijst
B
een spreekwoord
C
een uitdrukking en een spreekwoord
D
een uitdrukking

Slide 12 - Quiz

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?


A
Zij is op het paard getild.
B
Zij is over het paard getild.

Slide 13 - Quiz

Dali werd geboren 'aan de voet' van de Pyreneeën.
"Aan de voet" is ……. taalgebruik?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quiz

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?


A
Mijn broer is een beer van een kerel.
B
In het bos is een beer gespot.

Slide 15 - Quiz

timer
5:00
Maak H2 Woordenschat - figuurlijk taalgebruik
Opdracht 1 t/m 8

Slide 16 - Diapositive