Nederlands Hoofdstuk 2 woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

We starten op blz 50 

Den Haag=

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. Stoffelijk zelfstandig naamwoord

Het

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord

Verliefd

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord

1. voorzetsel
2. bijvoeglijk naamwoord
3. zelfstandig naamwoord

Metalen

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. Stoffelijk zelfstandig naamwoord

Een

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord

Jumbo

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord

Aardig

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord

https:

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

1. Letterlijk
2. Figuurlijk

De toekomst lacht ons tegemoet.

1. Letterlijk taalgebruik
2. Figuurlijk taalgebruik

Ze kookt van woede.

1. Figuurlijk taalgebruik
2. Letterlijk taalgebruik

Met figuurlijk taalgebruik bedoel je precies wat er staat.

1. waar
2. niet waar

In onze tuin staat de hoogste boom van de buurt.

1. Figuurlijk taalgebruik
2. Letterlijk taalgebruik

Wat is figuurlijk taalgebruik?

1. gwn kip met rijst
2. een spreekwoord
3. een uitdrukking en een spreekwoord
4. een uitdrukking

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?

1. Zij is op het paard getild.
2. Zij is over het paard getild.

Dali werd geboren 'aan de voet' van de Pyreneeën.
"Aan de voet" is ……. taalgebruik?

1. letterlijk
2. figuurlijk

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?

1. Mijn broer is een beer van een kerel.
2. In het bos is een beer gespot.

Opdrachten 1 t/m 4