Verpleegkundige zorg bij voeding en ondervoeding

Leerjaar 1
Starter Zorgverlener 1c
Week 3
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leerjaar 1
Starter Zorgverlener 1c
Week 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Aan het eind van deze les:

- Heb je met je leerwerkgroep je samenwerkingscontract doorgesproken en vernieuwde afspraken gemaakt;

- Je kunt de relatie tussen voeding en gezondheid benoemen;

- Je kunt benoemen welke verpleegkundige zorg bij voeding bij een volwassene komt kijken.




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les

- Doelen

- Samenwerking

- Voeding en gezondheid

- Hulp bij eten en drinken

- Casus Harrie (deelopdracht 2)






Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie samenwerkingen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is belangrijk in een goede samenwerking?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenwerking binnen jouw groepen.

- Ga met je samenwerkingsgroep bij elkaar zitten.
- Bespreek met elkaar of er sprake is van een goede samenwerking binnen jullie groep.
- Waar liggen voor jullie acties t.a.v. de samenwerking.
 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

N.a.v. het bespreken van de samenwerkingen t.a.v. samenwerkingsgroepen.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voeding

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functie(s) heeft het spijsverteringsstelsel?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies spijsvertering
Opnemen voedsel per os (door de mond)
Fijn maken voedsel
Vervoeren voedsel
Zorgdragen afbreken en verteren van voedsel onder invloed van verteringssappen,
spierbewegingen  van spijsverteringsorganen en kauwen in de mond
Opnemen in het bloed via de dunne darmwand
Afvoeren van onverteerbare bestanddelen
Afbreken van giftige stoffen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsstoffen hebben als hoofdtaak:
- leveren van energie
- opbouw van cellen voor groei en ontwikkeling
-  herstel van afbraak en voorkomen van ziektes
- interne regelsystemen in goede banen leiden


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsstoffen
Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Mineralen
Vitaminen
Water


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolydraten
Koolhydraten
Vetten

Koolhydraten

eiwitten
eiwitten

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staan alleen maar voedingsstoffen?
A
Eiwit, melk, vet, brood
B
Eiwit, olie, zetmeel, water
C
Eiwit, vet, zetmeel, water
D
Ei, melk, brood, water

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De schijf van vijf
  • Je lijf gaat je hele leven mee, daar wil je dus zo goed mogelijk voor zorgen. Maar hoe doe je dat? Als je volgens de Schijf van Vijf eet, neem je genoeg van alle producten die gezondheidswinst opleveren, plus alle benodigde voedingsstoffen om fit voor de dag te komen.   

  • De Schijf van Vijf bestaat uit 5 vakken vol goede producten om uit te kiezen. Kies elke dag genoeg uit elk vak en varieer daarbij volop, dan krijgt je lijf wat het nodig heeft.




Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voldeden jouw maaltijden afgelopen week aan de schijf van vijf?
Alle dagen
5-6 dagen afgelopen week
3-4 dagen per week
1-2 dagen per week

Slide 18 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ondervoeding?

Slide 19 - Carte mentale

In de zorg zijn hygiëne en voeding van cruciaal belang, zowel voor het welzijn van de zorgvrager als voor het behoud van een veilige werkomgeving. Hieronder een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten:

1. Hygiëne in de zorg:
Handhygiëne: Dit is de belangrijkste maatregel om infecties te voorkomen. Zorgverleners moeten hun handen regelmatig wassen en desinfecteren, vooral na contact met patiënten, voor en na het eten, en na gebruik van het toilet.
Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM): Handschoenen, mondmaskers, schorten en brillen moeten op de juiste momenten en op de juiste manier worden gedragen om besmettingen te voorkomen, zowel voor de zorgverlener als voor de patiënt.
Reiniging en desinfectie van oppervlakken: Vaak aanraken oppervlakken, zoals handvaten, bedden, en medische apparatuur moeten regelmatig gereinigd en gedesinfecteerd worden om kruisbesmetting te voorkomen.
Veilig omgaan met lichaamsvloeistoffen: Lichaamsvloeistoffen, zoals bloed, urine of speeksel, kunnen besmet zijn met ziektes. Het is essentieel om met deze stoffen voorzichtig om te gaan en ze op de juiste manier af te voeren.
Afvalbeheer: Medisch afval, zoals naalden, verbandmaterialen en gebruikte handschoenen, moet op de juiste manier worden weggegooid in speciale containers om besmetting te voorkomen.
Isolatie en quarantaines: Bij patiënten met besmettelijke ziektes moeten strikte isolatieprotocollen worden gevolgd om verdere verspreiding te voorkomen.
2. Voeding in de zorg:
Hygiënisch voedselbeheer: Voedsel moet op de juiste temperatuur worden bewaard en bereid om besmetting door bacteriën te voorkomen. Dit geldt ook voor het wassen van handen voor en na het bereiden van voedsel.
Speciale dieetbehoeften: Patiënten in de zorg kunnen speciale dieetbehoeften hebben, zoals diabetes, allergieën of slikproblemen. Het is belangrijk dat zorgverleners zich bewust zijn van deze behoeften en de voeding hierop aanpassen.
Hydratatie: Goede hydratatie is essentieel voor de gezondheid. Zorgverleners moeten ervoor zorgen dat patiënten voldoende vocht binnenkrijgen, vooral wanneer ze ziek zijn of ouder worden.
Voeding en medicatie: Soms kunnen medicijnen invloed hebben op de spijsvertering of eetlust van een patiënt. Het is belangrijk dat zorgverleners bewust zijn van eventuele interacties tussen voeding en medicatie.
Monitordieet en etenstijden: Het is belangrijk dat de juiste voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden worden gegeven. Het monitoren van de inname van voedingsstoffen en het volgen van eetmomenten is een onderdeel van goede zorg.
Door aandacht te geven aan zowel hygiëne als voeding kunnen zorgverleners bijdragen aan een veilige, gezonde omgeving voor patiënten, met het doel ziektes te voorkomen en het herstel te bevorderen
Wat is ondervoeding?
  •  Het lichaam krijgt niet genoeg binnen van de noodzakelijke voedingsstoffen zoals calorieën, eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen
  • Slechte voeding (onvoldoende of eenzijdig dieet)
  • Eetstoornissen (bijvoorbeeld anorexia)
  • Ziekten of medische aandoeningen die de opname of het gebruik van voedingsstoffen belemmeren (zoals kanker, maag-darmziekten)
  • Gebrek aan toegang tot voldoende voedsel

Slide 20 - Diapositive

Onvoldoende voedingsstoffen: Het lichaam krijgt niet genoeg van de noodzakelijke voedingsstoffen zoals calorieën, eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen.
Oorzaken:
Slechte voeding (onvoldoende of eenzijdig dieet)
Eetstoornissen (bijvoorbeeld anorexia)
Ziekten of medische aandoeningen die de opname of het gebruik van voedingsstoffen belemmeren (zoals kanker, maag-darmziekten)
Gebrek aan toegang tot voldoende voedsel
Gevolgen:
Verzwakt immuunsysteem, waardoor je vatbaarder bent voor infecties
Verminderde spierkracht en energie
Vertraging van de groei bij kinderen
Verminderde concentratie en mentale prestaties
Ernstige gezondheidsproblemen bij langdurige ondervoeding (bijvoorbeeld orgaanschade)
Risico’s:
Verhoogd risico op complicaties bij ziekte
Langzaam herstel van blessures of ziekte
Ondervoeding kan zowel lichamelijke als mentale gevolgen hebben en vereist vaak medische aandacht om het herstel te bevorderen.
Oorzaken van ondervoeding
  • Acute of chronische ziekte;
  • Verminderde eetlust hierdoor verminderde voedselinname;
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of de vertering;
  • Maag- / darmklachten, misselijkheid;
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie of verdriet;
  • Sociale factoren, zoals eenzaamheid of geen mogelijkheid om eten te kopen of te bereiden;
  • Financiële factoren, door armoede niet de middelen om voldoende (gezonde) voeding te kopen;

Slide 21 - Diapositive

Onvoldoende voedselinname: Te weinig eten door bijvoorbeeld armoede, beperkte toegang tot voedsel of onwetendheid over voeding.

Verlies van eetlust: Dit kan veroorzaakt worden door ziekte, medicatie, stress, of psychische aandoeningen zoals depressie.

Slechte opname van voedingsstoffen: Gezondheidsproblemen zoals darmziekten (bijvoorbeeld coeliakie, ziekte van Crohn) kunnen de opname van essentiële voedingsstoffen belemmeren.

Verhoogde behoefte aan voeding: In bepaalde situaties zoals zwangerschap, borstvoeding, ziekte of herstel na een operatie kan de energiebehoefte hoger zijn dan normaal.

Eenzijdige voeding: Een dieet dat te weinig variatie bevat en daardoor belangrijke voedingsstoffen mist (bijvoorbeeld alleen rijst of maïs eten).

Verlies van voedingsstoffen door ziekte: Chronische ziekten zoals kanker, HIV/AIDS of nierziekten kunnen leiden tot gewichtsverlies en ondervoeding.

Armoede en sociale factoren: Financiële beperkingen, gebrek aan onderwijs over voeding, of slechte toegang tot gezond voedsel kunnen ondervoeding bevorderen.

Slechte voedingsstatus van moeders: Ondervoeding van moeders kan leiden tot ondervoeding van kinderen, zowel tijdens de zwangerschap als na de geboorte door onvoldoende borstvoeding.

Verhoogde energie-uitgaven: Ziekten zoals koorts, infecties of malabsorptie kunnen leiden tot verhoogde energiebehoefte die niet altijd kan worden ingevuld.

Slechte verzorging of ondersteuning: Ouderen of mensen die niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen (door fysieke of mentale beperkingen) kunnen ondervoed raken door gebrek aan ondersteuning.

Deze oorzaken kunnen elkaar ook versterken, wat het probleem van ondervoeding complex maakt.
Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?

Slide 22 - Carte mentale

Gevolgen van ondervoeding
verminderde weerstand
verminderde spiermassa
minder soepel bewegen
grotere kans op vallen
langzamer herstel na een operatie of ziekte
meer en ernstigere complicaties na een operatie vertraagde wondgenezing
verhoogde kans op doorligwonden (decubitus)
verminderde hart- en longcapaciteit
lagere kwaliteit van leven
sociaal isolement
verhoogde kans op overlijden

Adviezen ondervoeding

  • Zorg dat de maaltijd er zo aantrekkelijk mogelijk uitziet
  • Neem bewust tijd om te eten en goed te kauwen.
  • Eet vaker per dag kleinere porties
  • Probeer bij elke maaltijd of tussenmaaltijd een (soja) melkproduct te gebruiken.
  • Sla geen maaltijden over
  • Kies niet voor suikervrije, light, halfvolle of magere producten; calorierijke producten.
  • Eet gevarieerd en probeer verschillende voedingsmiddelen uit.
  • Betrek een professional zoals een diëtist.
  • Beweeg voldoende
  • Zorg voor voldoende vochtinname
  • Bij sociale problemen: zorg voor ondersteuning

Slide 23 - Diapositive

Verhoog de calorie-inname:

Zorg voor een calorierijk dieet, bijvoorbeeld door voedingsmiddelen met veel gezonde vetten (avocado, noten, olijfolie) en eiwitten (vlees, vis, eieren, peulvruchten) toe te voegen.
Verdeel maaltijden over de dag: meerdere kleine maaltijden kunnen effectiever zijn dan drie grote maaltijden.
Focus op voedingsstoffen:

Zorg voor een gevarieerd dieet met voldoende vitamines, mineralen, eiwitten en vezels. Groenten, fruit, volle granen en eiwitrijk voedsel zijn belangrijk.
Overweeg supplementen of verrijkte producten voor essentiële vitamines en mineralen, zoals vitamine D, B12, ijzer, en calcium, afhankelijk van de ondervoedingstoestand.
Eet voedingsmiddelen die makkelijk te verteren zijn:

Bij ziekte of verminderde eetlust kunnen licht verteerbare maaltijden helpen, zoals soep, smoothies, en gepureerd voedsel.
Kleine porties met hoge voedingswaarde kunnen de eetlust stimuleren.
Hydratatie:

Zorg voor voldoende vochtinname. Het is belangrijk om niet alleen calorierijke vloeistoffen zoals vruchtensappen, melk of smoothies te drinken, maar ook voldoende water voor goede hydratatie.
Ondersteuning bij eetproblemen:

Bij verminderde eetlust door ziekte, medicatie of psychische factoren kan het nuttig zijn om samen met een diëtist of arts te werken aan een aangepast voedingsplan.
Bij een onderliggende aandoening (zoals kanker, ziekte van Crohn, etc.) is het belangrijk om de medische oorzaak aan te pakken.
Betrek de omgeving:

Zorg ervoor dat er voldoende sociale steun is, vooral voor kwetsbare groepen zoals ouderen of mensen met een handicap. Hulp bij koken, boodschappen doen of het verzorgen van maaltijden kan een groot verschil maken.
Regelmatige medische controle:

Onderzoek of er onderliggende medische oorzaken zijn die de ondervoeding veroorzaken. Bijvoorbeeld, chronische ziekten of slecht werkende organen kunnen een belangrijke rol spelen.
Controleer regelmatig gewicht en bloedwaarden om het herstel te monitoren.
Beweeg voldoende:

Hoewel beweging energie vereist, kan lichte lichamelijke activiteit helpen om de eetlust te bevorderen en de spiermassa te behouden. Dit is vooral belangrijk bij langdurige ondervoeding om verzwakking van de spieren te voorkomen.
Gebruik van speciale voedingen:

In sommige gevallen kan medische voeding (bijvoorbeeld drinkvoeding of sondevoeding) noodzakelijk zijn om voldoende calorieën en voedingsstoffen binnen te krijgen.
Psychologische ondersteuning:

Bij psychische oorzaken van ondervoeding, zoals anorexia nervosa of depressie, kan psychologische begeleiding of therapie noodzakelijk zijn om de eetstoornis aan te pakken.
Overgewicht
In de casus van Harrie is er geen sprake van ondervoeding maar is er sprake van overgewicht.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke factoren hebben invloed op overgewicht?

Slide 25 - Carte mentale

1. Biologische factoren
Genetische aanleg – Erfelijkheid speelt een rol in hoe het lichaam vet opslaat en hoe de stofwisseling werkt.
Hormonen – Hormonen zoals insuline, leptine (verzadigingshormoon) en ghreline (hongerhormoon) beïnvloeden het eetgedrag en de vetopslag.
Stofwisseling (metabolisme) – Een trage stofwisseling, zoals bij hypothyreoïdie (trage schildklier), kan bijdragen aan gewichtstoename.
Leeftijd – De stofwisseling vertraagt met de leeftijd, waardoor de caloriebehoefte afneemt.
2. Psychologische factoren
Eetgewoonten en emoties – Stress, verveling, depressie en emotioneel eten kunnen leiden tot overmatig eten.
Zelfbeeld en motivatie – Een negatief zelfbeeld kan een gezonde leefstijl belemmeren.
3. Sociale factoren
Gezin en opvoeding – Kinderen nemen vaak eetgewoonten over van hun ouders.
Sociaal-economische status – Mensen met een lager inkomen hebben soms minder toegang tot gezonde voeding en sportfaciliteiten.
Culturele normen en tradities – Sommige culturen hebben voedingsgewoonten die bijdragen aan een hogere calorie-inname.
4. Omgevingsfactoren
Beschikbaarheid van voedsel – In een omgeving met veel fastfoodrestaurants en weinig gezonde opties is de kans op overgewicht groter.
Beweegarmoede – Technologie en sedentaire beroepen zorgen ervoor dat mensen minder bewegen.
Slaaptekort – Onvoldoende slaap kan het hongerhormoon ghreline verhogen en het verzadigingshormoon leptine verlagen, wat kan leiden tot overeten.
Gebruik van medicatie – Sommige medicijnen, zoals antidepressiva en corticosteroïden, kunnen gewichtstoename veroorzaken.
Ga nu de opdrachten maken van deelopdracht 2.


a. Welke voedingsstoffen zijn belangrijk voor de genezing van wonden en waarom?
b. Hoe kan een vegetarisch dieet, zoals dat van Harrie, van invloed zijn op de wondgenezing?
c. Hoe kunnen eiwitten bijdragen aan een betere wondgenezing bij zorgvragers zoals Harrie?
d. Welke specifieke voedingsadviezen zou je aan Harrie geven om zijn wondgenezing te bevorderen?
e. Wat is het verband tussen overgewicht en vertraagde wondgenezing?
f. Hoe kan Harrie's trage schildklier de wondgenezing beïnvloeden?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik leerdoelen

Aan het eind van deze les:

- Heb je met je leerwerkgroep je samenwerkingscontract doorgesproken en vernieuwde afspraken gemaakt;

- Je kunt de relatie tussen voeding en gezondheid benoemen;

- Je kunt benoemen welke verpleegkundige zorg bij voeding bij een volwassene komt kijken.




Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar met je opdracht? Ga met je groep verder met het werken aan de leereenheid "Kwaliteit; maken van een belevingsruimte voor Puck".

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions