De voor- en achtervoegsels
Los prefijos (de voorvoegsels): Een prefix of voorvoegsel is een toevoeging (affix) die voor het grondwoord wordt geplaatst. Het woord 'prefix' hangt etymologisch via het Latijnse praefixum samen met figere, fixum, ‘vasthechten’, en prae-, ‘aan de voorzijde’, ‘vooraan’. Het prefix is altijd een gebonden morfeem (afhankelijk woorddeel). Dit houdt in dat het, in tegenstelling tot een cliticum, niet als afzonderlijk woord voorkomt. De tegenhanger van het prefix[1] is het suffix (achtervoegsel), dat achter het grondwoord wordt geplaatst. Grondwoord plus voor- of achtervoegsel vormen in de taalkunde samen een geleed woord of afleiding.
Los afijos (de achtervoegsels): Een suffix, achtervoegsel of uitgang is in alle niet-isolerende talen een affix dat achter de woordstam wordt geplaatst. Een achtervoegsel is altijd een gebonden morfeem, en kan dus niet als zelfstandig woord voorkomen, zoals een cliticum.