Herhaling voor proefwerk H2

Herhaling voor proefwerk
Vragen bespreken zelf samenvatten
herhaling doormiddel van lessen-up
leerdoelen
theorie
oefen vragen
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling voor proefwerk
Vragen bespreken zelf samenvatten
herhaling doormiddel van lessen-up
leerdoelen
theorie
oefen vragen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen uit zelf samenvatten 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen uit zelf samenvatten 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen uit zelf samenvatten 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 2.1
De leerling kan de onderdelen van het skelet benoemen 
De leerling kan de 4 functies van het skelet omschrijven
De leerling kan de functie van pijpbeenderen uitleggen
De leerling kan de functie van platte beenderen uitleggen
De leerling kan de opbouw van pijpbeenderen beschrijven
De leerling kan het verschil in opbouw tussen beenweefsel en kraakbeenweefsel omschrijven
De leerling kan uitleggen hoe botten langer worden
De leerling kan uitleggen hoe botten kleiner worden

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het skelet
Beenderen = botten
Skelet = geraamte
Er zitten 206 botten in het skelet


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De borstkas

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ledenmaten
Opperarm
Spaakbeen
Ellepijp (P van pink)
Botten in de hand
Dijbeen
Knieschijf
Scheenbeen
Kuitbeen
Botten in voet

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wervelkolom
  • Je wervelkolom bestaat uit een 'dubbele S-vorm'
  • Voor het veren van de wervelkolom
  • Voorkomt hoofdpijn


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 typen beenderen (botten):
- pijpbeenderen
- platte beenderen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pijpbeen
Platte beenderen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 soorten botweefsel
beenweefsel (bot)

kraakbeenweefsel (kraakbeen)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groeischijven 
In de uiteinden van lange botten zitten groeischijven van kraakbeen

In de groeischijven delen de cellen zich, waardoor de botten langer worden.

Als je stopt met groeien, verkalken groeischijven

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefeningen 2.1
pak de i-pad
mag boek erbij houden
alleen iPad gebruiken tijdens vragen. Na de vragen er van af blijven

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ledematen
Bekken
Borstkas
Schedel

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk het skelet in de afbeelding. Welke namen horen bij de nummers?
Ellepijp
Spaakbeen
Opperarmbeen
Kuitbeen
Scheenbeen
Dijbeen

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is geen functie van het skelet
A
stevigheid
B
bescherming
C
beweging
D
vertering

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het opperarmbeen valt onder
A
Onregelmatig beenderen
B
Korte beenderen
C
Platte beenderen
D
Pijp beenderen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het schouderblad is een...
A
Pijp beender.
B
Geen van allen.
C
Hol beender.
D
Plat beender.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kraakbeenweefsel?
A
Links
B
Rechts

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor zorg de groeischijf?
A
bindweefsel vorming
B
lengte groei.
C
breedte groei.
D
vorming van bloedcellen.

Slide 21 - Quiz

Na de geboorte blijft een deel van het embryonale kraakbeen bestaan als groeischijf. Dit zorgt voor lengtegroei. Na de puberteit stopt dit. 
Leerdoelen 2.2
De leerling kan de onderdelen van de wervelkolom benoemen
De leerling kan 2 manieren beschrijven hoe een wervelkolom schokken opvangt
De leerling kan uitleggen wat een juiste lichaamshouding is
De leerling kan uitleggen wat er gebeurt in de wervelkolom bij een verkeerde houding. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wervelkolom
De schedel wordt gedragen door je wervelkolom (ruggengraat).

De wervelkolom bestaat uit halswervels, borstwervels en lendenwervels.

Onder de lendenwervels zit het heiligbeen en daaraan het staartbeen dit is ook nog steeds onderdeel van je wervelkolom.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wervelkolom 
Schokken opvangen door:
1. de speciale vorm (dubbele S-vorm)
2. Kraakbeenschijven


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Juiste lichaamshouding

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hernia
Als de kraakbeenschijven beschadigen of 'uitpuilen', kunnen er zenuwen klem komen te zitten = hernia.


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefeningen 2.2
pak de i-pad
mag boek erbij houden
alleen iPad gebruiken tijdens vragen. Na de vragen er van af blijven

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de namen van de delen van de wervelkolom naar de juiste plek
Staartbeen
Heiligbeen
Lendenwervels
Halswervels
Borstwervels

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De dubbele S- vorm van je wervelkolom zorgt er voor dat je beter schokken kunt opvangen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wervelkolom heeft de volgende vorm
A
S-vorm
B
I-vorm
C
Dubbele S-vorm
D
Dubbele I-vorm

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan deze jongen doen voor een beter zithouding

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hernia is
A
zenuwen die klem komen te zitten
B
bloedvaten die klem komen te zitten
C
Spieren die klem komen te zitten
D
Wervels die kapot zijn

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 2.3
De leerling kan beenverbindingen in het skelet benoemen en aangeven hoe bewegelijk ze zijn. 
De leerling kan onderdelen van een gewricht benoemen en hun functie geven.
De leerling kan drie soorten gewrichten in het skelet benoemen en omschrijven welke bewegingen ze kunnen maken
De leerling kan uitleggen hoe spieren botten laten bewegen
De leerling kan de onderdelen van een spier benoemen en uit leggen hoe een spier samentrekt.  

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beenverbindingen
niet beweegbaar
meest beweegbaar

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen gewricht
Gewrichtskapsel: houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Kraakbeenlaagje: makkelijker bewegen en tegen slijtage
Gewrichtssmeer: makkelijker bewegen.
Gewrichtsbanden: Extra versteviging

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten gewrichten
Er zijn drie soorten gewrichten.
  1. Kogelgewricht
  2. Rolgewricht
  3. Scharniergewricht

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe laten spieren je botten bewegen?
  • Een spier zit met pezen vast aan een bot.

  • Als een spier samentrekt, wordt hij korter en dikker.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe laten spieren je botten bewegen?

  • Spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging (zoals buigen en strekken) heten antagonisten.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw spier:

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefeningen 2.3
pak de i-pad
mag boek erbij houden
alleen iPad gebruiken tijdens vragen. Na de vragen er van af blijven

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beenverbindingen
Gewricht
Naadverbinding
Vergroeid
Kraakbeen verbinding

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Beenverbindingen
1
2
3
4

vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 42 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

zet de soorten beenverbindingen op volgorde van meest beweegbaar tot minst beweegbaar
Meest beweegbaar
minst beweegbaar

Slide 43 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewrichtsmeer zorgt ervoor dat...
A
Slijtage voorkomen wordt
B
Een gewricht soepel kan bewegen
C
De spieren soepel blijven

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van gewrichtbanden?
A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor gewricht is dit?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Geen van allen

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort gewricht
is dit?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions