Spaans L15-di

• spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Lección 15
Fecha: 18/05/2021
Clase de español (MBO XL)
Profesora: Nastasia Rusu
Email: [e-mail] 
(beschikbaar di, wo, do)

El programa

Vandaag werken we volgens het principe 'de hele taak eerst'. 

De hele taak: het voorbereiden en uitvoeren van een baliegesprek. Je maakt een dialoog met de gegeven informatie. Om dit te kunnen doen, ga je eerst een aantal deeltaken maken. Je hebt zelf de keuze hoe je dit doorloopt. 

Recepción

Begin met het uitleggen van de opdracht (de hele taak).  Hele taak = doel

De hele taak

- Samen de opdracht bekijken  (via Teams > Opdrachten)

- Activeren voorkennis (wat weet je al?) 

- Wat moet je kennen/kunnen om 'de hele taak' uit te voeren?

Vragen stellen 
Nut opdracht
Welke kennis heb je nodig voor het uitvoeren van de opdracht? 

Kennen/kunnen

Grammatica:
- Spreken in de beleefdheidsvorm
- Werkwoorden (met klinkerwisseling)
- Vraagwoorden
- Bezittelijk voornaamwoord

Vocabulaire:

- reservering maken

- vragen stellen

- je wensen uitdrukken

- spellen van je naam
- persoonsgegevens

- getallen (tijd, geld)
- dagen/maanden

Vaardigheden: 
- schrijven 
- spreken (uitspraak)
- lezen
- luisteren

Beschikken over bepaalde vocabulaire, over grammatica regels en andere vaardigheden zoals juiste uitspraak. 

Deeltaken

Línea de ayuda: la profesora

Tip: verzamel alle antwoorden van de deeltaken op één plek (Word of schrift)

Tip: De antwoorden van de deeltaken op één plek verzamelen (Word/schrift)

Door de deeltaken te maken leer je hoe je een baliegesprek kan voeren en welke vocabulaire/grammatica je hiervoor nodig hebt. 

Eisen

- Het voorbereiden van het gesprek mag individueel of in tweetallen. Deze opdracht is ook gelijk het huiswerk voor de volgende week.

- Tijdens de volgende les voer je het baliegesprek uit met een klasgenoot.
 - De dialoog moet uitgeschreven zijn in de tabel in Word. 

- Gebruik de deeltaken om 'de hele taak' te maken. Daarnaast mag je vragen om uitleg. 
Je mag ook het boekje opSTAP of de vorige lessen raadplegen.
- Gebruik geen Google Translate. Als je een woordenboek wilt raadplegen, zoek dan alleen woorden via: 
https://www.mijnwoordenboek.nl/
https://www.vertalen.nu/woordenboek/spaans-nederlands/

0. Herhaling

Wil je de eerder behandelde stof even opfrissen? Of heb je al een vraag 

over een van deze onderwerpen? 

- Uitspraak alfabet (spellen): les 1
- Ochtend/middag/avond: les 2
- Werkwoord ser/llamarse: les 2
- Usted (u-vorm): les 2
- Getallen: les 2 + 12
- Werkwoord poder: les 7 
- Werkwoord tener: les 8

1. Vocabulario

A. Begrippen
B. Apellidos
C. Handige woorden

A. Begrippen 

Combineer de plaatjes en de begrippen zoals in het voorbeeld ➤

Je kunt de antwoorden controleren bij de docent. 

B. Apellidos

Wist je dat Spanjaarden 2 achternamen hebben? De eerste achternaam is van hun vader en de tweede achternaam van hun moeder. 

Voorbeeld: Juán Torres López en 
Maria Cruz Herrera krijgen een dochter,
Carmen. Hoe heet zij dan? (contoleer het antwoord in de volgende slide). 

Juán Torres López en
Maria Cruz Herrera krijgen een dochter,
Carmen. Wat is haar volledige naam?

1. Carmen Torres López
2. Carmen Cruz Torres
3. Carmen Torres Herrera
4. Carmen Torres Cruz

C. Handige woorden

reservering

número de móvil

domicilio

código postal

adres

reserva

arroba

mobiel telefoonnummer

woonplaats

postcode

dirección

2. Gramática

A. Bezittelijke voornaamwoorden
B. Tú > usted
C. Vraagwoorden
D. Werkwoorden met klinkerwisseling
(e > ie   of  o > ue)

A. Bezittelijke voornaamwoorden

Bekijk het filmpje (ca. 1,5 min.) over de bezittelijke voornaamwoorden mi(s)/tu(s)/su(s)

Controlevraag

Mijn adres / ___ dirección

Jouw telefoonnummer / ___ número de teléfono

Uw naam / ____ nombre

Haar naam/ _____ nombre
Zijn adres / ____ dirección 

➤ Check de antwoorden bij de docent 

B. Tú > usted

De beleefdheidsvorm in het Spaans is usted (3e persoon enkelvoud). Zet de volgende zinnen om in de usted-vorm.

Tú	Usted
¿Cómo te llamas?
¿Cuál es tu dirección ?
¿Cúales son tus apellidos ?
¿Cuál es tu correo electrónico?

Dialoog

Tú / usted	Yo
¿ Cómo te llam as / se llam a ?	Me llamo ....
¿ Cuál es tu/su dirección ?	Mi dirección es ....
¿ Cúales son tus/sus apellidos ?	Mis apellidos son....
¿ Cuál es tu/su correo electrónico?	Mi correo electrónico es ...

Wat/welke kun je vertalen met cuál(es) of qué.

1. Cuál wordt gevold door een vorm van ser. Het kent 2 vormen: cuál (ev)  en cuáles (mv) 
In de vorige slide kon je zien dat cuál verandert in cuáles wanneer het zelfstandige naamwoord meervoud wordt.

2. Qué wordt gevolgd door werkwoord of zelfstandig nw.







3. Cuánto (hoeveel) wordt gevolgd door een zelfstandig naamwoord of een werkwoord. 



Cuánto dinero (el dinero)                   Cuántos chicos (los chicos)
Cuánta gente (la gente)                      Cuántas chicas (las chicas)

Cuánto + ww --> ¿cuánto cuesta / cuánto es?

C. De rode woorden in de vorige slide
zijn vraagwoorden. 

QUERER (ie)= willen

yo quiero

tú quieres

él/ella/usted quiere

nosotros queremos

vosotros queréis

ellos/ellas/ustedes quieren

Andere werkwoorden met e > ie:
tener (hebben)
preferir (liever willen)

PODER (ue) = kunnen, mogen

yo puedo

tú puedes

él/ella/usted puede

nosotros podemos

vosotros podéis

ellos/ellas/ustedes pueden

Andere werkwoorden met o > ue:
costar (kosten)

D. Werkwoorden met klinkerwisseling

Oefenen met werkwoorden via:

opSTAP (juiste werkwoordsvorm invullen): https://portal.coutinho.nl/spaansopstap/studiemateriaal/hoofdstukken/7-a-ver/oefenen/oefening-6/groot-scherm.html

Wikiwijs (laatste opdracht: vervoegen in zinnen):
https://maken.wikiwijs.nl/152674/Unidad_3b#!page-5742450

Esfacil (rijtjes oefenen):

https://www.esfacil.eu/nl/werkwoorden/oefenen/complete-tijden.html

Vragen?

3. Escuchar / leer

A. opSTAP
B. Diálogo

A. opSTAP

Ga naar: https://portal.coutinho.nl/spaansopstap/studiemateriaal/hoofdstukken/7-a-ver/luisteren.html

Luister van de dialogen alleen dialoog 1 en lees mee op blz. 67 van opSTAP. Lees daarna de Nederlandse vertaling en vergelijk met het Spaans. Schrijf handige woorden/zinnen op.

B. Diálogo 

Lees de dialoog op slide 25 en 26.        
 *R = recepcionista

Op slide 27 en 28 staan zinnen die je kunnen  helpen bij het begrijpen van de tekst. 

Selecteer de zinnen die van pas komen bij het maken van 'de hele taak'

EVALUAR

- Hoe vinden jullie deze werkwijze?
- Vind je het fijn om zelf je route uit te stippelen/je aanpak te kiezen? 
- Waren er onduidelijkheden? 
- Ruimte voor vragen

Los deberes

La próxima clase es el martes 25 de mayo. 

- Maak 'de hele taak' - En la recepción - af.  (Teams > Opdrachten). 
- Let bij het maken van de opdracht op spelling/leestekens.  
- Tijdens de volgende les deel je het document in Teams via 'scherm delen'. Zorg er dus voor dat je het gesprek digitaal hebt uitgeschreven (in Word).