Over Taal - figuurlijke taal, uitdrukkingen en spreekwoorden.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

IN DEZE LES

1.  Mededeling: volgende les kijken we de opdrachten van Over taal blok 3 en 4 na.
2. Voorkennis: kun je voorbeelden noemen van figuurlijk taalgebruik en spreekwoorden?
3. Uitleg: figuurlijk taalgebruik en spreekwoorden en uitdrukkingen.
4. Zelfstandig aan de slag:
   - opdracht 26 (blz. 157), opdracht 27 (blz. 158), opdracht 29 (blz. 161), opdracht 31 (blz. 162)
   
5.  Afsluiten: figuurlijke taal.

DOELEN VAN VANDAAG

1.  Aan het einde van de les kun je de betekenis geven van de woorden uit opdracht 26 tot en met 28.
2.  Aan het einde van de les kun je de betekenis van woorden vinden door te letten op plaatjes in de tekst.
3. Aan het einde van de les kun je uitleggen wat figuurlijk taalgebruik is.

Noem de drie tekstdoelen die je eerder hebt geleerd.

Noem de drie tekstsoorten die je hebt geleerd.

figuurlijke taa

Figuurlijke taal

Als je iets zegt dat je niet letterlijk bedoelt, dan gebruik je figuurlijke taal.

Ik sterf van de kou - Dit betekent: ik heb het heel erg koud. Je gaat niet echt dood van de kou.

Ik moet bij hen thuis altijd op eieren lopen - Dit betekent: Ik moet bij hen thuis altijd opletten wat ik doe en zeg. Er liggen niet echt eieren op de grond.

Spreekwoorden en uitdrukkingen

Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn woordgroepjes en zinnen die vaak gebruikt worden en die een vaste figuurlijke betekenis hebben.

Kijk in het woordenboek bij een belangrijk woord uit de zin voor de betekenis.