FE Introductietraining Delta PCC Lyceum

Welkom
Introductietraining 
Formatieve Evaluatie 
Delta-cluster PCC
12-12-2023
Copyright VDE Education
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalHBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Introductietraining 
Formatieve Evaluatie 
Delta-cluster PCC
12-12-2023
Copyright VDE Education

Slide 1 - Diapositive

Vraag voordat we beginnen:
Hoe denk je op dit moment over
de training Formatieve Evaluatie?
Ik kan niet wachten om te beginnen!
Ik zit hier alleen omdat het moet.
Ik weet het nog niet.

Slide 2 - Sondage

Wie ben ik?

  • Sølvi van den Ende
  • Noorwegen
  • Engelse Taal & Letterkunde UvA
  • 24 jaar Docente Engels JPT
  • 2012 Van den Ende Education
  • 2021 docente HvA Lerarenopleiding Engels
Copyright VDE Education

Slide 3 - Diapositive

Welke uitspraak past het beste bij jou:
Voor mijn vak moeten .....
...leerlingen vooral lekker bezig zijn.
.. leerlingen iets hebben bereikt voor het einde van het jaar.
....leerlingen elke les iets bereikt hebben.

Slide 4 - Sondage

Doel van vandaag
Aan het einde van deze training kunnen de deelnemers SMART doelen met Succes Criteria voor hun lessen formuleren en 2 informele en 2 formele Checks for Understanding (C4U) toepassen in hun lessen.

SC: Deelnemers kunnen de definitie geven van doelen en succes criteria.
SC: Deelnemers kunnen uitleggen waar de letters SMART voor staan.
SC: Deelnemers kunnen formele en informele C4Us van elkaar onderscheiden
SC: Deelnemers kunnen minimaal 3 informele en 3 formele C4Us opnoemen
SC: Deelnemers kunnen een transfer maken van het oefenmateriaal naar 
        hun eigen lespraktijk.

Slide 5 - Diapositive

Verwachtingen verhelderen
DOEL(EN) = WAT moeten de leerlingen leren?

SC = HOE bereiken de leerlingen dit doel?


Bewijs van leren verzamelen
Bewijsmateriaal verzamelen van HOE leerlingen het gestelde doel behalen.

C4Us = Checks for Understanding

Analyse en conclusie van het bewijsmateriaal
Resultaatanalyse met conclusie van het verzamelde bewijsmateriaal in fase 2. Wat ging goed? Wat ging nog niet goed?
Met leerlingen communiceren over de resultaten
Leerlingen voorzien van feedback, feed-up en feed forward. 
Wat heb jij ontdenkt in je analyse? Hoe communiceer je dat met je studenten? Klassikaal? In groepjes? Individueel?
Onderwijs en leren aanpassen
Wat hebben de leerlingen nodig om alsnog het doel te behalen? Hoe kan jij je onderwijs aanpassen zodat zij het doel bereiken? Welke acties zijn van jou en van hen vereist? 
Gulikers & Baartman (2017)

Slide 6 - Diapositive

Fase 1: Verwachtingen verhelderen: 
             Doelen stellen
  • Een doel legt uit wat jij wilt dat de leerlingen moeten kunnen aan het einde van een les, lessenserie, week, periode, enz.
  • Doelen zijn ALTIJD SMART en bevatten ALTIJD actiewerkwoorden die meetbaar zijn. De werkwoorden 'weten' en 'begrijpen' mogen daarom niet gebruikt worden.

Slide 7 - Diapositive

Ik kan opnoemen waar elke letter van
SMART voor staat.
ja, allemaal
sommige letters
nog geen één letter

Slide 8 - Sondage

Specifiek
Meetbaar
Haalbaar
Realistisch
Tijdgebonden

Slide 9 - Diapositive

Welk doel voor een brugklas
LO les is SMART?
'Aan het einde van de les....

A
.....kunnen leerlingen 3 spelregels van basketbal uitleggen aan een medeleerling .
B
..kunnen 2H leerlingen een eigen sportles met warm-up activiteit en 3 verschillende oefeningen bedenken.
C
...weten leerlingen hoe een trampoline gebruikt kan worden.
D
...begrijpen leerlingen hoe ze beter kunnen worden in het overpassen met voetbal.

Slide 10 - Quiz

Welk doel voor een 2H
muziekles is SMART?
'Aan het einde van de les....
A
...kunnen leerlingen 2 complexe composities analyseren en interpreteren.
B
......weten leerlingen welke noten ze moeten kunnen om Fur Elise te spelen.
C
...begrijpen leerlingen wat het verschil tussen een sopraan en een bas is
D
...kunnen leerlingen 2 akkoorden op de gitaar spelen.

Slide 11 - Quiz

Welk doel voor een 4vwo
CKV les is SMART?
'Aan het einde van de les....
A
....kunnen leerlingen schilderijen uit de Barok onderscheiden van schilderijen uit de Renaissance
B
...weten leerlingen wat het verschil tussen de Romantiek en de Renaissance is
C
....begrijpen leerlingen wat ze moeten doen om de grootste kunststromingen te herkennen
D
...kunnen leerlingen schilderijen van de Grote Meesters analyseren

Slide 12 - Quiz

Succes Criteria (SC)
  • Succes criteria zijn de stappen of mini-doelen die leerlingen    moeten beheersen om het doel van de les, lessenserie,              hoofdstuk, enz. te behalen. 
  • Succes criteria laten ALTIJD bewijs van leren zien. 


NB! Succes criteria moeten niet verward worden met instructies zoals 'werk in tweetallen', '2 minuten overpassen', 'eerst 2 minuten rennen en dan 10 seconden sprinten', enz. 

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld van doel en SC voor een 4vwo CKV les
Doel: Aan het einde van de les kunnen leerlingen schilderijen uit de Barok onderscheiden van 
           schilderijen uit de Renaissance en het Impressionisme.

SC: Leerlingen kunnen 3 kenmerken van de Barok uitleggen en herkennen
SC: Leerlingen kunnen 3 kenmerken van de Renaissance uitleggen en 
        herkennen
SC: Leerlingen kunnen 3 kenmerken van het Impressionisme uitleggen en 
        herkennen
SC: Leerlingen kunnen uitleggen waarom de Barok een reactie was op de Renaissance en 
        waarom het Impressionisme een reactie was op de Barok.


Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld van doel en SC voor een 4havo LO les
Doel: Aan het einde van de les kunnen leerlingen uitleggen waarom intervaltraining effectiever is dan duurtraining voor een voetballer.

SC: Leerlingen kunnen de 3 meest gebruikte wedstrijdbewegingen van een 
        voetballer opnoemen en voordoen
SC: Leerlingen kunnen de begrippen snelheid en wendbaarheid uitleggen
SC: Leerlingen kunnen uitleggen wat anaerobe capaciteit betekent


Slide 15 - Diapositive

Onthoud: SC laten ALTIJD bewijs van leren zien!
Gebruik actiewerkwoorden wanneer je doelen en SC formuleert zodat het leerproces van de leerling zichtbaar en daardoor meetbaar is. Gebruik Bloom's taxonomie. 
1.  Kennis: Doe je boek dicht en noem de zes denkniveaus van Bloom.
2. Inzicht: Hier zijn drie vragen. Op welk niveau van Bloom zijn de vragen gesteld?
3. Toepassing: Hoe kan kennis van Blooms taxonomie het lesgeven verbeteren?
4. Analyse: Vergelijk Blooms taxonomie met een indeling van anderen.
5. Synthese: Ontwerp een indeling van denkniveaus die op jouw school gebruikt kan worden.
6. Evaluatie: Behoort Bloom een verplicht onderdeel te zijn van opleidingen? 
Voor een overzicht van heel veel actiewerkwoorden van Bloom: https://bit.ly/4543R3O
https://docentenportal-farmacie.sites.uu.nl/wp-content/uploads/sites/133/2017/04/niveaubepaling_leerdoelen_Bloom.pdf

Slide 16 - Diapositive

Welk SC is geschikt voor het volgende doel van een les LO :

Aan het einde van de les kunnen leerlingen een volleybalwedstrijd met puntentelling spelen.



A
Leerlingen kunnen voordoen hoe ze een goede serve moeten doen.
B
Leerlingen kunnen de spelregels opnoemen.
C
Leerlingen kunnen de puntentelling bij volleybal uitleggen.
D
Leerlingen weten hoe ze goed kunnen samenwerken in teamverband.

Slide 17 - Quiz

Werk in duo's en één van jullie schrijft SC 2 hier op.
Doel: Aan het einde van de les kunnen leerlingen een volleybalwedstrijd
met puntentelling spelen.
SC1: Leerlingen kunnen de puntentelling bij volleybal uitleggen.
SC2:
timer
3:00

Slide 18 - Question ouverte

Hoe ziet fase 1 er in de praktijk uit?
  • De eerste keer bepaalt de docent de SC. Leerlingen moeten eerst leren hoe het werkt. 
  • Docent communiceert leerdoelen op meerdere manieren (en meerdere momenten tijdens een lessenserie)
  • Als leerlingen weten hoe doelen en SC werken kan de docent leerlingen vragen succescriteria zelf te formuleren, o.a. door voorbeelden van het eindproduct te laten zien (goed en minder goed voorbeeld)

Slide 19 - Diapositive

Vragen die de docent zichzelf stelt bij het 
bepalen van de doelen:
1. Welke doelen wil ik met mijn studenten bereiken ? Alleen cognitieve doelen
   (begrip inzicht)? Of ook leren leren / autonomie?
2. Wil ik met formatieve evaluatie bereiken dat studenten meer verantwoordelijkheid over hun 
     eigen leren nemen ?
3. Heb ik zicht op hoe studenten kennis ontwikkelen in mijn vakgebied en welke  
     misconcepties / moeilijkheden ze vaak tegenkomen ?
4. Hoe krijgen mijn studenten een goed beeld van de doelen en hoe ze die kunnen bereiken?
5. Is “ vrijheid binnen randvoorwaarden ” van toepassing op mijn leerdoelen?
Gulikers & Baartman (2017)

Slide 20 - Diapositive

Fase 2: Bewijs van leren verzamelen
Checks for Understanding (C4Us)

Slide 21 - Diapositive

Ik kan het verschil uitleggen tussen informele en formele Checks For Understanding (C4Us)
ja
nog niet

Slide 22 - Sondage

Checks for Understanding (C4U)
Informele C4Us kunnen beantwoord worden met 'nee'/'nog niet' of met gradaties van begrip (Op een schaal van 1-5, hoe goed beheers je....?) 
Voorbeeld: Ik weet wat de spelregels van rugby zijn.
Voorbeeld: Ik weet wat het verschil tussen majeur en mineur toonladders is.

Formele C4Us vragen leerlingen om iets te produceren: schriftelijk/tekenen, verbaal, voordoen
Voorbeeld: Ik kan de spelregels van rugby opnoemen.
Voorbeeld: Ik kan het verschil uitleggen tussen majeur en mineur toonladders.

C4Us geven de docent EN de leerling inzicht in het leerproces van de leerling.

Slide 23 - Diapositive

Welke C4Us gebruik je
in jouw lessen?

Slide 24 - Carte mentale

Transfer naar de eigen lespraktijk
  • Kies één van je lessen voor morgen uit.
  • Formuleer een SMART doel met bijbehorende Succes                  Criteria.
  • Bepaal hoe jij het doel en de SC met je leerlingen gaat delen.
  • Kies je activiteiten uit.
  • Kies 2 informele en 1 formele Checks for Understanding (C4Us) die de beheersing van de gekozen SC checken.

timer
15:00

Slide 26 - Diapositive

Ik heb het doel van vandaag behaald. Ik kan SMART doelen
met Succes Criteria voor mijn lessen formuleren en 2 informele en
2 formele Checks for Understanding (C4U) toepassen in mijn lessen.
ja
nog niet

Slide 27 - Sondage

Exit ticket:
1. Wat heb je vandaag geleerd dat je morgen kan
toepassen?
2. Waar heb je nog meer informatie over/hulp bij nodig?

Slide 28 - Question ouverte

Vraag voordat we eindigen. Hoe denk je nu over de training Formatieve Evaluatie?
Dit kan best nuttig zijn
Ik zit hier nog steeds alleen maar omdat het moet
Ik weet het nog niet

Slide 29 - Sondage

Gewoon proberen! 

Slide 30 - Diapositive