2.5 De arbeidsmarkt

2.5 De arbeidsmarkt
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.5 De arbeidsmarkt

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen
  • Herhaling begrippen 2.4
  • Uitleg begrippen 2.5

Slide 2 - Diapositive

2.4 Weet je het nog?
Begrippen:
  • Betaald werk
  • Onbetaald werk
  • Voorbeelden flexibele arbeidsomstandigheden
  • Gevolgen parttime werken (korter werken)
  • Arbeidsmotieven
  • Arbowet

Slide 3 - Diapositive

2.5 Kennen / kunnen
Begrippen:
  • Beroepsbevolking
  • krappe/ ruime arbeidsmarkt
  • Vraag naar arbeid
  • Werkloosheid
  • Werkgelegenheid
  • Arbeidsmarkt

Slide 4 - Diapositive

Werklozen
Beroepsbevolking

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn


Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 5 - Diapositive

Werkgelegenheid
de vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid.
De werkgelegenheid bestaat bij uit alle banen bij bedrijven en overheid.

Slide 6 - Diapositive

Vraag en aanbood arbeidsmarkt

Slide 7 - Diapositive

Krappe arbeidsmarkt
(Meer vraag dan aanbod)
Ruime arbeidsmarkt
(meer aanbod dan vraag)

Slide 8 - Diapositive

werkloosheid
Als op de arbeidsmarkt het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid, dan is er werkloosheid.

Slide 9 - Diapositive

Een land heeft een beroepsbevolking van 10 miljoen mensen. Er zijn 500.000 werklozen. Hoeveel procent van de beroepsbevolking is werkloos? (teken een tabel!)

Slide 10 - Question ouverte

Voor wie is een krappe arbeidsmarkt voordelig?
A
Werkgever
B
Werkzoekende
C
Niemand
D
Belastingdienst

Slide 11 - Quiz

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 12 - Quiz

Bij een ruime arbeidsmarkt is er sprake van:
A
hogere lonen
B
meer werkloosheid
C
veel vraag en weinig aanbod van arbeid

Slide 13 - Quiz

1 arbeidsjaar is gelijk aan
A
2 deeltijdbanen
B
een fulltime baan
C
48 weken van 40 uur
D
een baan in een fabriek

Slide 14 - Quiz

Als er veel vacatures zijn, is er veel werkgelegenheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Aanbod van arbeid is ......
A
de werknemers
B
de werkgevers

Slide 16 - Quiz