2.1 getallen

Wat gaan we deze les doen?
  • doel van de les
  • instructie
  • zelfstandig werken
  • instructie
  • zelfstandig werken
  • Afsluiting
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?
  • doel van de les
  • instructie
  • zelfstandig werken
  • instructie
  • zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van deze les...
... weet je de waarde van een cijfer in een getal
... weet je wat de waarde van grote getallen
... weet je wat delers en veelvouden zijn. 
... weet je wat even en oneven getallen zijn. 
... weet je wat gehele getallen en decimale getallen zijn. 

Slide 2 - Diapositive

Waarde van getallen
Het getal 35 bestaat uit het cijfer 3 en het cijfer 5. 
  • Het cijfer 3 betekent 3 tientallen (dus 30)
  • Het cijfer 5 betekent 5 eenheden (dus 5)
D   H   T   E
            3   5

Slide 3 - Diapositive

Waarde van getallen
Het getal 3928,75 bestaat uit 6 cijfers.
  • Het cijfer 3 betekent 3 duidendtallen (dus 3000)
  • Het cijfer 9 betekent 9 hondertallen (dus 900)
  • Het cijfer 2 betekent 2 tientallen (dus 20)
  • Het cijfer 8 betekent 8 eenheden (dus 8)
  • Het cijfer 7 betekent 7 tienden (dus 0,7)
  • Het cijfer 5 betekent 5 honderdsten (dus 0,05)
D   H   T   E  ,  T   H
3    9    2   8  ,  7   5   

Slide 4 - Diapositive

831 217
Wat is de waarde van het cijfer 3?
A
3
B
30 000
C
3000
D
300 000

Slide 5 - Quiz

234 567, 89
Wat is de waarde van het cijfer 9?
A
9 tienden
B
9 eenheden
C
9 hondersten
D
9 tientallen

Slide 6 - Quiz

Grote getallen
  • 1
  • 10
  • 100            
  • 1 000
  • 10 000
  • 100 000

Slide 7 - Diapositive

Grote getallen
  • 1
  • 10
  • 100            
  • 1 000
  • 10 000
  • 100 000
= één
= tien
= honderd
= duizend
= tienduizend
= honderdduizend

Slide 8 - Diapositive

Grote getallen
  • 1 000 000
  • 10 000 000
  • 100 000 000            
  • 1 000 000 000
  • 10 000 000 000
  • 100 000 000 000
  • 1 000 000 000 000

Slide 9 - Diapositive

Grote getallen
  • 1 000 000
  • 10 000 000
  • 100 000 000            
  • 1 000 000 000
  • 10 000 000 000
  • 100 000 000 000
  • 1 000 000 000 000
= één miljoen
= tien miljoen
= honderd miljoen
= één miljard
= tien miljard
= honderd miljard
= één biljoen

Slide 10 - Diapositive

Welke uitspraak is juist?
A
Een cijfer en een getal zijn hetzelfde.
B
In het getal 392 heeft het cijfer 3 een waarde van 30.
C
Er zijn maar 10 cijfers.
D
Oneindig is een getal.

Slide 11 - Quiz

Welke onderstaand getal is hetzelfde als 30 duizend?
A
30 000 000 000
B
30 000 000
C
300 000
D
30 000

Slide 12 - Quiz

Schrijf 17,5 miljoen met alleen cijfers
(met spatie en zonder punten)

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf 81,3 miljoen met alleen cijfers
(met spatie en zonder punten)

Slide 14 - Question ouverte

Welke onderstaand getal is hetzelfde als 19 biljoen?
A
19 000 000 000
B
19 000 000
C
19 000 000 000 000
D
1 900 000 000 000

Slide 15 - Quiz

Schrijf 67 490 000 000 met het woord miljard

Slide 16 - Question ouverte


Slide 17 - Question ouverte

Maak v.a blz 60, opdr. 1 t/m 9
timer
7:00

Slide 18 - Diapositive

Delers
Stel: je hebt 24 dropjes. Dit wil je verdelen over een aantal mensen in eerlijke groepjes. Over hoeveel mensen kun je de dropjes eerlijk verdelen?
Je kunt de dropjes eerlijk verdelen over de volgende aantal personen:
1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 & 24

Slide 19 - Diapositive

Delers
Je zoekt naar delers. Een getal waardoor het 
aantal gedeeld kan worden. 

Slide 20 - Diapositive

Welk getal is GEEN deler van 6
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 21 - Quiz

Veelvouden
Veelvouden zijn het antwoord van een keersom. 
Als je de veelvouden van 6 wilt weten, moet je een ander getal keer 6 doen. Het antwoord is een veelvoud van 6. 
  • 1  x  6  =  6
  • 2  x  6  =  12
  • 3  x  6  =  18

Slide 22 - Diapositive

Veelvouden
Veelvouden zijn het antwoord van een keersom. Als je de veelvouden van 6 wilt weten, moet je een ander getal keer 6 doen. Het antwoord is een veelvoud van 6. 
  • 1  x  6  =  6
  • 2  x  6  =  12
  • 3  x  6  =  18
Dus 6, 12 en 18 zijn veelvouden van 6.

Slide 23 - Diapositive

Welke ken je nog meer?
Veelvouden van 6

Slide 24 - Carte mentale

Even getallen
Even getallen zijn alle getallen die deelbaar zijn door 2:

2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 24, ...

Slide 25 - Diapositive

Oneven getallen
Alle getallen die niet deelbaar zijn door 2:

1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19, 21, 23, ...

Slide 26 - Diapositive

Is de volgende stelling juist of onjuist? 'Het getal 23 492 is oneven.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Maak v.a blz 63, opdr. 1 0 t/m 24

Slide 28 - Diapositive

Decimale getallen
  • Decimale getallen zijn alle getallen met een komma.
  • Alle getallen achter de komma noem je decimale getallen.

Slide 29 - Diapositive

Decimale getallen
  • Decimale getallen zijn alle getallen met een komma.
  • Alle getallen achter de komma noem je decimale getallen.

Slide 30 - Diapositive

Hoeveel decimalen heeft het getal 823,2468?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 31 - Quiz

Lesdoelen:
Ik weet de waarde van een cijfer in een getal.
Ik weet de waarde van grote getallen
Ik weet wat delers zijn

Slide 32 - Question de remorquage

Lesdoelen:
Ik weet wat  veelvouden zijn.
Ik weet wat even en oneven getallen zijn.
Ik weet wat gehele en decimale getallen zijn. 

Slide 33 - Question de remorquage

Opdrachten 3 t/m 19 & 24 t/m 27 van §2.1
Opdrachten 3 t/m 12 van §2.1

Slide 34 - Diapositive