Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we deze les doen?
doel van de les
instructie
zelfstandig werken
instructie
zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van deze les...
... weet je de waarde van een cijfer in een getal
... weet je wat de waarde van grote getallen
... weet je wat delers en veelvouden zijn.
... weet je wat even en oneven getallen zijn.
... weet je wat gehele getallen en decimale getallen zijn.
Slide 2 - Diapositive
Waarde van getallen
Het getal 35 bestaat uit het cijfer 3 en het cijfer 5.
Het cijfer 3 betekent 3 tientallen (dus 30)
Het cijfer 5 betekent 5 eenheden (dus 5)
D H T E
3 5
Slide 3 - Diapositive
Waarde van getallen
Het getal 3928,75 bestaat uit 6 cijfers.
Het cijfer 3 betekent 3 duidendtallen (dus 3000)
Het cijfer 9 betekent 9 hondertallen (dus 900)
Het cijfer 2 betekent 2 tientallen (dus 20)
Het cijfer 8 betekent 8 eenheden (dus 8)
Het cijfer 7 betekent 7 tienden (dus 0,7)
Het cijfer 5 betekent 5 honderdsten (dus 0,05)
D H T E , T H
3 9 2 8 , 7 5
Slide 4 - Diapositive
831 217 Wat is de waarde van het cijfer 3?
A
3
B
30 000
C
3000
D
300 000
Slide 5 - Quiz
234 567, 89 Wat is de waarde van het cijfer 9?
A
9 tienden
B
9 eenheden
C
9 hondersten
D
9 tientallen
Slide 6 - Quiz
Grote getallen
1
10
100
1 000
10 000
100 000
Slide 7 - Diapositive
Grote getallen
1
10
100
1 000
10 000
100 000
= één = tien = honderd = duizend = tienduizend = honderdduizend
Slide 8 - Diapositive
Grote getallen
1 000 000
10 000 000
100 000 000
1 000 000 000
10 000 000 000
100 000 000 000
1 000 000 000 000
Slide 9 - Diapositive
Grote getallen
1 000 000
10 000 000
100 000 000
1 000 000 000
10 000 000 000
100 000 000 000
1 000 000 000 000
= één miljoen = tien miljoen = honderd miljoen = één miljard = tien miljard
= honderd miljard
= één biljoen
Slide 10 - Diapositive
Welke uitspraak is juist?
A
Een cijfer en een getal zijn hetzelfde.
B
In het getal 392 heeft het cijfer 3 een waarde van 30.
C
Er zijn maar 10 cijfers.
D
Oneindig is een getal.
Slide 11 - Quiz
Welke onderstaand getal is hetzelfde als 30 duizend?
A
30 000 000 000
B
30 000 000
C
300 000
D
30 000
Slide 12 - Quiz
Schrijf 17,5 miljoen met alleen cijfers (met spatie en zonder punten)
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf 81,3 miljoen met alleen cijfers (met spatie en zonder punten)
Slide 14 - Question ouverte
Welke onderstaand getal is hetzelfde als 19 biljoen?
A
19 000 000 000
B
19 000 000
C
19 000 000 000 000
D
1 900 000 000 000
Slide 15 - Quiz
Schrijf 67 490 000 000 met het woord miljard
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Question ouverte
Maak v.a blz 60, opdr. 1 t/m 9
timer
7:00
Slide 18 - Diapositive
Delers
Stel: je hebt 24 dropjes. Dit wil je verdelen over een aantal mensen in eerlijke groepjes. Over hoeveel mensen kun je de dropjes eerlijk verdelen?
Je kunt de dropjes eerlijk verdelen over de volgende aantal personen:
1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 & 24
Slide 19 - Diapositive
Delers
Je zoekt naar delers. Een getal waardoor het
aantal gedeeld kan worden.
Slide 20 - Diapositive
Welk getal is GEEN deler van 6
A
2
B
3
C
4
D
6
Slide 21 - Quiz
Veelvouden
Veelvouden zijn het antwoord van een keersom.
Als je de veelvouden van 6 wilt weten, moet je een ander getal keer 6 doen. Het antwoord is een veelvoud van 6.
1 x 6 = 6
2 x 6 = 12
3 x 6 = 18
Slide 22 - Diapositive
Veelvouden
Veelvouden zijn het antwoord van een keersom. Als je de veelvouden van 6 wilt weten, moet je een ander getal keer 6 doen. Het antwoord is een veelvoud van 6.
1 x 6 = 6
2 x 6 = 12
3 x 6 = 18
Dus 6, 12 en 18 zijn veelvouden van 6.
Slide 23 - Diapositive
Welke ken je nog meer?
Veelvouden van 6
Slide 24 - Carte mentale
Even getallen
Even getallen zijn alle getallen die deelbaar zijn door 2:
2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 24, ...
Slide 25 - Diapositive
Oneven getallen
Alle getallen die niet deelbaar zijn door 2:
1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19, 21, 23, ...
Slide 26 - Diapositive
Is de volgende stelling juist of onjuist? 'Het getal 23 492 is oneven.'
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Maak v.a blz 63, opdr. 1 0 t/m 24
Slide 28 - Diapositive
Decimale getallen
Decimale getallen zijn alle getallen met een komma.
Alle getallen achter de komma noem je decimale getallen.
Slide 29 - Diapositive
Decimale getallen
Decimale getallen zijn alle getallen met een komma.
Alle getallen achter de komma noem je decimale getallen.