ontwikkelingsfases

ontwikkelingsfases






gemaakt door yeuri, Anouk, Cecillia
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ontwikkelingsfases






gemaakt door yeuri, Anouk, Cecillia

Slide 1 - Diapositive

fysieke ontwikkeling baby

Slide 2 - Diapositive

baby
  • Komt elke week tussen de 100 en 250 gram aan.
  • Tanden gaan doorbreken.
  • Baby oogt mollig.
  • Slapen tussen de 15 en 17 uur per dag.

Slide 3 - Diapositive

peuter
  • Groei 12 cm per jaar.
  • Moeten minimaal 12 tot 14 uur 
per dag slapen.
  • Vast slaap-/dag ritme.
  • Ontwikkeling melkgebit. 

Slide 4 - Diapositive

kleuter
  • Groeien 8 cm per jaar.
  • Mollige vingers verdwijnen.
  • Verbeterde motoriek.
  • Moeten minimaal 10 tot 12 uur per dag slapen

Slide 5 - Diapositive

zet de juiste fase bij de juiste aanbevolen uren slaap per dag
baby
peuter
kleuter
15 tot 17 uur
12 tot 14 uur
10 tot 12 uur

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is een kenmerk van de lichamelijke ontwikkeling van kleuters?
A
Het ontwikkelen van fijne motoriek
B
Het ontwikkelen van abstract denken
C
Het ontwikkelen van lees- en schrijfvaardigheden
D
Het ontwikkelen van sociale vaardigheden

Slide 7 - Quiz

hoeveel tanden heeft een peuter?
A
32
B
34
C
26
D
20

Slide 8 - Quiz

Hoe wordt de groei van een peuter vaak gemeten?
A
Met de lengtemeting
B
Met een weegschaal
C
Met een liniaal
D
Met een stopwatch

Slide 9 - Quiz

sociale ontwikkeling

Slide 10 - Diapositive

baby
  • Wilt steeds meer zelf doen/vasthouden.
  • Voelt zich aangetrokken tot een spiegel.
  • Gaat dankbaarheid tonen.
  • Hechten zich aan vertrouwde personen.
  • Gaat reageren op zijn eigen naam.

Slide 11 - Diapositive

peuter
  • Praten minder, meer gebrabbel.
  • Houdt geen rekening met een ander.
  • Zoeken grenzen op.
  • Krijgen driftbuien.

Slide 12 - Diapositive

kleuter
  • Kan meeleven met mensen.
  • Gaat anderen helpen.
  • Gaat dingen delen.
  • Beseft dat hij een individu is.
  • Speelt graag met anderen.
  • Kijken op naar ouderen als ze positief zijn. 

Slide 13 - Diapositive

in welke levensfase('s) beginnen driftbuien voor te komen
A
peuter
B
kleuter
C
peuter, kleuter
D
kleuter, schoolkind

Slide 14 - Quiz

Hoe kunnen ouders de sociale ontwikkeling van hun kind bevorderen?
A
Door weinig met het kind te praten
B
Door veel televisie te laten kijken
C
Door streng te straffen
D
Door veel interactie en positieve aandacht te geven

Slide 15 - Quiz

welke levensfase kijkt op naar ouderen?
A
baby's
B
peuters
C
kleuters

Slide 16 - Quiz

emotionele ontwikkeling

Slide 17 - Diapositive

baby
  • Gaan lachen.
  • Drukken gevoelens uit met lichamelijke bewegingen en/of geluiden.
  • Roepen als protest.
  • Ontwikkeld eenkennigheid.
  • Gaat met zijn handen of kleding spelen.  

Slide 18 - Diapositive

peuter
  • Ouders zijn de veilige personen.
  • Doen ouders na.
  • Gebruikt knuffels voor comfort.

Slide 19 - Diapositive

kleuter
  • Ontwikkeld een zelfbeeld.
  • Wat een volwassene zegt en doet is belangrijk.
  • Balans tussen positief en negatief zijn is belangrijk. 
  • Ontwikkeld schaamtegevoelens.
  • Ontwikkeld schuldbewustzijn.

Slide 20 - Diapositive

wanneer beginnen kinderen ouders na te doen?
A
0 tot 1 jaar
B
1 tot 3 jaar
C
3 tot 5 jaar
D
14 maanden

Slide 21 - Quiz

Op welke leeftijd begint een baby meestal met lachen?
A
1 maand
B
3 maanden
C
9 maanden
D
6 maanden

Slide 22 - Quiz

Hoe uit een baby zijn gevoelens van plezier uit?
A
schreeuwen
B
lachen
C
bewegelijk zijn
D
huilen

Slide 23 - Quiz

welke groep is voor kleuters het belangrijkste voorbeeld
A
andere kleuters
B
ouders
C
volwassenen
D
oudere broers of zussen

Slide 24 - Quiz

verstandelijke ontwikkeling

Slide 25 - Diapositive

baby
  • Gaat lichamelijk gedrag herhalen.
  • Past zijn gedrag aan op de omgeving.
  • Gebruikt motorische vaardigheden voor verkenning van de omgeving.
  • Leert anticiperen op gebeurtenissen.
  • Gaat gezichtsuitdrukkingen imiteren.
  • Gaat klanken namaken.

Slide 26 - Diapositive

peuter
  • Worden zindelijk van urine overdag.
  • Worden actiever.
  • Krijgen een fijnere motoriek.
  • Beginnen met lopen.

Slide 27 - Diapositive

wat zou voor een kleuter fantasie zijn?

Slide 28 - Carte mentale

kleuter
  • Begint met fantasie denken.
  • Gaat jokken.
  • Krijgen een nog fijnere motoriek.
  • Vallen minder.

Slide 29 - Diapositive

kunnen peuters netjes binnen de lijnen van een kleurplaat tekenen
A
ja
B
nee
C
af en toe

Slide 30 - Quiz

Wat is belangrijk om te belonen bij zindelijkheidstraining?
A
Lang haar hebben
B
Morsen tijdens het eten
C
Succesvol toiletgebruik
D
Niet opruimen

Slide 31 - Quiz

Wat is een veelvoorkomend teken dat een kind klaar is om zindelijk te worden?
A
Nooit naar de wc willen gaan
B
Zelf interesse tonen
C
Altijd droge luiers
D
Veel huilen

Slide 32 - Quiz

Dhr. c Lentjes
Je kan zien dat door de oorlog zijn sociale ontwikkeling is aangetast en hij erg dankbaar is voor alle hulp dat hij krijgt in de zorg. 
Dhr. in zijn verleden trauma's meegemaakt. Hij is hierdoor meer waakzaam voor verwondingen. Daarbij is zijn emotionele ontwikkeling aangetast. Hij is hierdoor meer op zijn hoeden en raakt hij emotioneel als hij terug denkt aan die tijd. In het algemeen is meneer een vrolijke en rustige man waarmee je altijd leuk kan kletsen.

Slide 33 - Diapositive