Herhaling H6

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Herhaling H6

Wat weet je nog
van H6?
(productie/markt)

Hoe maak je een product

Om te produceren heb je middelen nodig. Die middelen noem je productiefactoren.

Sleep de productiefactoren naar de juiste foto.

Kapitaal

Arbeid

Natuur

Ondernemerschap

Productiefactoren

totaal beloningen productiefactoren 

=

gelijk aan toegevoegde waarde

opg. 3/5/7

Toegevoegde waarde

Toegevoegde waarde

Toegevoegde waarde

____ +

Je ziet een bedrijfskolom van een schoen. Wat is de toegevoegde waarde?

Afschrijving

- Alles wat je gebruikt, slijt.

- Jaarlijkse waardevermindering = afschrijving

Bij afschrijven zijn 3 gegevens belangrijk:

• aanschafwaarde
• levensduur
• restwaarde  

Afschrijvingperjaar=​aantalgebruiksjaren​​(aanschafprijs−renstwaarde)​​

Tekst

Kosten: 60.000 euro

Gebruiksjaren: 12 jaar

Restwaarde: 6.000 euro

Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?

1. € 4.000
2. € 5.000
3. € 3.000
4. € 4.500

Inkoopprijs

Brutowinst (vaak een percentage)

_____________ +

Verkoopprijs

Inkoopprijs €60 euro

Brutowinst 40%    = €24 euro

_____________ +

Verkoopprijs      €84 euro    

Je koopt een shirt in voor 10 euro per stuk. Je verkoopt dit weer voor 18 euro.
Hoeveel is je brutowinst?

1. 8 euro
2. 10 euro
3. 18 euro

Wat is de brutowinstopslag in procenten?

1. 60%
2. 80%
3. 50%
4. 75%

Inkoopprijs

Brutowinst

_____________ +

Verkoopprijs

BTW

_____________ +

Consumentenprijs

Inkoopprijs €80

Brutowinst €24

_____________ +

Verkoopprijs €84

BTW (21%)      =   €17,64

_____________ +

Consumentenprijs        €101,64

Inkoopprijs

Brutowinst

_____________ +

Verkoopprijs    = 100%

BTW      = 9% of 21%

_____________ +

Consumentenprijs         109% of 121%

Zet de juiste afbeelding bij het Btw-tarief

9%

21%

Een nieuwe Nike schoen kost €140 euro inclusief BTW (consumentenprijs).

De BTW is 21%.

Wat is de BTW van de schoen?

Consumentenprijs 140 euro BTW 21%

1. €24,30
2. €29,40

Vraag en aanbod

- Vraag: de consument 

- Aanbod: Bedrijven

- Vraag > aanbod

- Vraag < aanbod

Gister nam de vraag naar Uber-ritjes (taxi) enorm toe rondom de omgeving van Amsterdam.

Wat kan een oorzaak zijn geweest voor de toegenomen vraag naar Uber-ritjes?

1. Uber-ritjes zijn duurder geworden
2. Er werden veel meer bussen ingezet
3. De treinen reden niet

Nettoresultaat berekenen

• Omzet                                                                    Afzet x verkoopprijs
• Inkoopwaarde van de omzet       -             Afzet x inkoopprijs
• Brutowinst                                                   Verkoopprijs -inkoopprijs
• Bedrijfskosten                                    -             Bedrijfskosten
• Nettoresultaat                                                  Winst of verlies

We verkopen voor €60.000 euro aan Nike schoenen voor €120 euro per stuk.
Wat is de afzet?

1. 500 stuks
2. €120 euro
3. 750 stuks
4. €60.000 euro

Wat is het nettoresultaat?

1. 21.000 euro winst
2. 39.000 euro winst
3. 21.000 euro verlies
4. 39.000 euro verlies

Productiecapaciteit

De productiecapaciteit is hoeveel een bedrijf maximaal kan produceren. Dit is afhankelijk van alle beschikbare kapitaalgoederen en arbeidskrachten.

voorbeelden van kapitaalgoederen

arbeidsproductiviteit

totale productie in een periode : aantal werkenden

Arbeidsproductiviteit neemt toe door goede scholing.

1. juist
2. onjuist