OKAN schakelklas les 1

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Mevrouw 
Laurence

Slide 2 - Diapositive

van welk land kome, jullie?

Slide 3 - Carte mentale

Mevrouw 
Laurence

Slide 4 - Diapositive

(100/5) + (14-9) = ...

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hoofdstuk 2.7: Ik denk dat...

Slide 12 - Diapositive

Ik vind dat alle leerkrachten tof zijn.
Ja, ik vind dat alle leerkrachten tof zijn.
Nee, ik vind niet dat alle leerkrachten tof zijn.

Slide 13 - Sondage

Ik geloof dat de Belgen het WK zullen winnen.
Ja, ik geloof dat de Belgen zullen winnen.
Nee, ik geloof niet dat de Belgen zullen winnen.

Slide 14 - Sondage

Ik denk dat iedereen graag chocolade eet.
Ja, ik denk dat iedereen graag chocolade eet.
Nee, ik denk niet dat iedereen graag chocolade eet.

Slide 15 - Sondage

Ik vind dat het in België heel warm is.
Ja, ik vind dat het in België heel warm is.
Nee, ik vind niet dat het in België heel warm is.

Slide 16 - Sondage

Ik vind dat alle leerkrachten tof zijn.
Ik geloof dat de Belgen het WK zullen winnen.
Ik denk dat iedereen graag chocolade eet.
Ik vind dat het in België heel warm is.

Slide 17 - Diapositive

= je MENING geven
Ik vind dat alle leerkrachten tof zijn.
Ik geloof dat de Belgen het WK zullen winnen.
Ik denk dat iedereen graag chocolade eet.
Ik vind dat het in België heel warm is.
- Wat JIJ vindt
- Bij iedereen anders
- Vinden, geloven, denken

Slide 18 - Diapositive

Ik weet zeker dat sigaretten ongezond zijn.
Ja, ik weet zeker dat sigaretten ongezond zijn.
Nee, ik weet dat niet zeker.

Slide 19 - Sondage

Ik ben ervan overtuigd dat chips gezond zijn.
Ja, ik ben ervan overtuigd dat chips gezond zijn.
Nee, ik ben daar niet van overtuigd.

Slide 20 - Sondage

Ik weet zeker dat sporten goed is voor je lichaam.
Ja, ik weet zeker dat sporten goed is voor je lichaam.
Nee, ik weet dat niet zeker.

Slide 21 - Sondage

Ik weet zeker dat sigaretten ongezond zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat chips gezond zijn. 
Ik weet zeker dat sporten goed is voor je lichaam.

Slide 22 - Diapositive

= zeggen dat je ZEKER bent
Ik weet zeker dat sigaretten ongezond zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat chips gezond zijn.
Ik weet zeker dat sporten goed is voor je lichaam.
- Je denkt zelf écht dat iets juist is
- Je denkt dat jij gelijk hebt
- Niet iedereen denkt dat
- Weten, overtuigd zijn

Slide 23 - Diapositive

Hebben jullie vanavond huiswerk?
Ik weet niet of ik vanavond huiswerk heb.
Ik weet wel of ik vanavond huiswerk heb

Slide 24 - Sondage

Is cola light beter dan cola?
Ik twijfel eraan of cola light beter is dan cola.
Ik weet zeker dat cola light beter is dan cola.

Slide 25 - Sondage

Weet je hoe je gezond moet koken?
Ik heb geen idee hoe je gezond moet koken.
Ik weet hoe je gezond moet koken.

Slide 26 - Sondage

Is het gezond om elke dag zout te eten?
Ik vrees dat elke dag veel zout eten niet goed is.
Ik ben zeker dat het gezond is om elke dag zout te eten.

Slide 27 - Sondage

Is vis eten gezond?
Ik ben er niet zeker van dat vis eten gezond is.
Ik ben er zeker van dat vis eten gezond is.

Slide 28 - Sondage

Ik weet niet of ik vanavond huiswerk heb.
Ik twijfel eraan of cola light beter is dan cola.
Ik heb geen idee hoe je gezond moet koken.
Ik vrees dat elke dag veel zout eten niet goed is.
Ik ben er niet zeker van dat vis eten gezond is.

Slide 29 - Diapositive

= zeggen dat je NIET ZEKER bent
Ik weet niet of ik vanavond huiswerk heb.
Ik twijfel eraan of cola light beter is dan cola.
Ik heb geen idee hoe je gezond moet koken.
Ik vrees dat elke dag veel zout eten niet goed is.
Ik ben er niet zeker van dat vis eten gezond is.

- Je weet niet of je juist bent 
- Niet weten, twijfelen, geen idee hebben, vrezen, 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Ik weet zeker dat veel water drinken goed is voor je lichaam.
A
Je geeft je mening
B
Je bent het zeker
C
Je bent het niet zeker

Slide 32 - Quiz

Ik vind dat je best elke dag een ei eet.
A
Je geeft je mening
B
Je bent het zeker
C
Je bent het niet zeker

Slide 33 - Quiz

Ik twijfel eraan of het gezond is om een marathon te lopen.
A
Je geeft je mening
B
Je bent het zeker
C
Je bent het niet zeker

Slide 34 - Quiz

Ik denk dat alle mensen die lightproducten eten heel lang leven.
A
Je geeft je mening
B
Je bent het zeker
C
Je bent het niet zeker

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

ddd

Slide 38 - Diapositive

ddd
HS 2.9: In het ziekenhuis 

Slide 39 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord "ziekenhuis"?

Slide 40 - Carte mentale

Wat onthoud je van deze les?

Slide 41 - Question ouverte