3.1 Organismen in hun omgeving

Lesdoelen

  • Kunnen uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn, inclusief voorbeelden.
  • Voorbeelden kunnen noemen van hoe planten zijn aangepast aan hun omgeving.
  • Voorbeelden kunnen noemen van hoe dieren zijn aangepast aan hun omgeving.

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen

  • Kunnen uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn, inclusief voorbeelden.
  • Voorbeelden kunnen noemen van hoe planten zijn aangepast aan hun omgeving.
  • Voorbeelden kunnen noemen van hoe dieren zijn aangepast aan hun omgeving.

Slide 1 - Diapositive

Factoren
  • Biotische factoren: Invloeden uit de levende natuur.

  • Abiotische factoren: Invloeden uit de levenloze natuur.

  • Alle biotische en abiotische factoren in een gebied samen, vormen een ecosysteem.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Aanpassingen
  • Ieder organisme past bij het ecosysteem waarin hij leeft.

  • Planten en dieren zijn daarom ook aangepast aan het ecosysteem waar ze leven.

  • Een aanpassing is een eigenschap van een organisme, waardoor hij goed kan overleven in zijn ecosysteem.

Slide 4 - Diapositive

Voorjaarsbloeiers

Slide 5 - Diapositive

Klimplanten

Slide 6 - Diapositive

Wortelrozetten

Slide 7 - Diapositive

Woestijnplanten

Slide 8 - Diapositive

Isolatie bij warmbloedige dieren

  • Vogels kunnen hun veren opzetten. Tussen de veren zit een laag stilstaande lucht, dit houdt de warmte vast.

  • Zoogdieren krijgen in de winter een wintervacht.

Slide 9 - Diapositive

Overleven in een koude omgeving

  • Kijk naar de afbeelding hiernaast. Wat is de belangrijkste aanpassing voor de walrus?

Slide 10 - Diapositive

Poolhaas en Californische haas

Slide 11 - Diapositive

Zelf aan de slag (3.1)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdrachten in het werkboek (3.1)
  • Zelf samenvatten (schrift) 
  • Samenvatting werkboek 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 12 - Diapositive

Lesdoelen


  • Kunnen uitleggen hoe dieren aangepast zijn aan hun leefwijze, met bijbehorende voorbeelden (gebit, snavels en poten).

Slide 13 - Diapositive

Hoe zijn dieren aangepast aan hun leefwijze?
  • Planteneters hebben plooikiezen

  • Met de richels in de kiezen kunnen ze plantenmateriaal goed fijnmalen.

Slide 14 - Diapositive

Hoe zijn dieren aangepast aan hun leefwijze?
  • Vleeseters hebben knipkiezen.

  • Vleeseters hebben ook grote hoektanden om hun prooi te doden.

Slide 15 - Diapositive

Verschillende soorten snavels

Slide 16 - Diapositive

Verschillende soorten poten

Slide 17 - Diapositive

Verschillende soorten poten

Slide 18 - Diapositive

Zelf aan de slag (3.1)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdrachten in het werkboek (3.1)
  • Zelf samenvatten (schrift) 
  • Samenvatting werkboek 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 19 - Diapositive