Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Er zijn drie lidwoorden:
- de
- het ('t)
- een ('n)
Woorden voor:
mensen
dieren
planten/natuurverschijnselen
dingen/gevoel
(eigen) namen
- heeft meestal een enkelvoud en een meervoud
(vriend - vrienden)
- kan vaak klein of groot gemaakt worden
(taart - taartje)
- staat vaak met een lidwoord geschreven
(de klas, een boek, het paard)
- vertelt meer over een zelfstandig naamwoord
- het spannende boek
- een spannend boek'
- het boek is spannend
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD VAN EEN WERKWOORD
(verven) - het geverfde huis
(ontdooien) - de ontdooide maaltijd
(ontwerpen) - het speciaal ontworpen toestel