Les 7

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OGO
kenmerken

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Om zelf te lezen...

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee fragmenten: 6.30-8.45 min en 24.00-28.30 min
 
HOREB-lijst heb je via de mail ontvangen

Slide 9 - Diapositive

Film Zin in lezen: twee stukjes: 6.30-8.45min en 24.00-28.30 min (een stukje van eerste dag in groep 3 en een stukje na bijna twee maanden onderwijs).
Viervelden model: leesmotivatie, leestechniek, leeswoordenschat en leesbegrip voortdurend aan elkaar verbinden (en verbinding van mondelinge taal en het schrijven).
Driefasen model: Eerst is er de fase vóór het lezen. De oriëntatie op de tekst komt volledig tot z’n recht. Het leesdoel wordt helder, onmisbare woorden worden gesemantiseerd, de tekst gescand, en de leerlingen raken nieuwsgierig. Tijdens het lezen gaat het om activiteiten die er op gericht zijn begrip te construeren en te bewaken. De leerkracht zorgt voor gerichte ondersteuning en gebruikt verbindingen met mondelinge taal en schriftelijke taal. Even iets samenvatten bijvoorbeeld, verhelderen, een belangrijk woord onderstrepen of een aantekening maken. Na het lezen komt het leesdoel weer in beeld en wordt bekeken hoever de leerlingen gekomen zijn. Er wordt gepresenteerd, genoteerd en geëvalueerd.

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zag je terug?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De leerlingen (groep 3) hebben een werkblad voor zich liggen waarop allerlei letters door elkaar staan. De juf zegt: ‘Kijk goed of je een /r/ ziet.’ Ze wijst de r aan op de lettermuur. ‘Zet daar een rood rondje omheen. Misschien zijn er wel meer! Dus kijk goed.’ ​


A
auditieve discriminatie
B
visuele discriminatie
C
visuele analyse

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De zin ‘Kaat kookt soep’ is beter geschikt voor jonge leerlingen die pas leren lezen dan de zin ‘Kaat bakt cake’.


A
Het woord ‘soep’ past beter in de woordenschat
B
Het woord ‘soep’ is klankzuiver
C
Beide woorden zijn geschikt

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande vaardigheden valt onder tussendoel 6: alfabetisch principe?

A
steeds meer letters kennen (kunnen lezen en benoemen)
B
schrijven van een briefje
C
het onbekende woordje ‘maak’ lezen en schrijven

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kinderen uit groep 3 schrijven elkaar brieven.
Bij welk tussendoel hoort dit?

A
Functies van geschreven taal (tussendoel 3)
B
Alfabetisch principe (tussendoel 6)
C
Functioneel lezen schrijven (tussendoel 7)

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juf Anke besteedt in groep 1/2 aandacht aan lange en korte zinnen. Ze vraagt kinderen welke zin het langste is en maakt hierbij gebruik van stroken.

Bij welke hoofdcategorie van vaardigheden rond klanken en letters hoort dit?
A
Fonologisch bewustzijn​ ​
B
Fonemisch bewustzijn
C
Letterkennis

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meester Bas geeft de volgende opdracht aan kinderen uit groep 1/2: ga staan als je een ‘s’ (klank) hoort aan het begin van een woord.

Bij welke vaardigheid rondom klanken en letters hoort deze opdracht?


A
Isoleren van klanken
B
Manipuleren van klanken
C
Synthese van klanken

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eline leest: knop-je

Welke strategie gebruikt ze?

A
Elementaire leeshandeling
B
Lezen met behulp van clusters en spellingpatronen
C
Lezen met behulp van morfologische analyse

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions