Straattaal

Wat valt op aan deze zinnen?
Ik ben op zoek naar een omschrijving van één woord!
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Éléments de cette leçon

Wat valt op aan deze zinnen?
Ik ben op zoek naar een omschrijving van één woord!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Programma van deze les
  • 8.30: Startopdracht
  • 8.45: Filmpje Nina
  • 8.50: Uitleg theorie
  • 9.00: Opdracht maken
  • 9.10: Afsluiting van de les
  • 9.15: Einde van de les

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht
Wat valt je op aan deze zinnen:
a) ‘Wow’ die tekening is kapot mooi.
b) Niffo, ik heb er hayek veel zin in.
c) Kowed, jullie kunnen allemaal kapotvallen!
d) Tazz, alsof hij me daarmee nog kan intimideren.
e) Wallah, er zat toen echt veel energie in pizzeria Novarra.
f) Hé, maar luister dan, die torrie van die mannetje daarboven, hebben ze niet ijjen extra mannetje nodig of zo?
g) Wellah ila zou hem rustig chillen daarzo, ijjen jonkootje erbij.
h) Wac denk je ik ga zonder ganoe deze shit fixen wella?


Slide 4 - Diapositive

Wat is straattaal eigenlijk

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Filmpje Nina
Welke straattaalwoorden worden in de clip van Nina genoemd?

Slide 7 - Diapositive

Woorden filmpje Nina
kil- man
sma- meisje
fittie- ruzie
fawaka- hoe is het?
matties- vrienden
Damsko- Amsterdam
skoro- school
fotto- stad
birri- bier
tori's- verhales


Slide 8 - Diapositive

Wat zegt Nina nog meer over staattaal

Slide 9 - Diapositive

Wat is straattaal?
Straattaal is het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukking vervormen of vervangen door woorden uit andere talen zoals:
  • Srnantongo (Surinaams)
  • Arabisch/ Berbers (Marokkaans)
  • Amerikaans Engels
  • Papiaments (Curaçao)

Slide 10 - Diapositive

Taalvariatie
- Straattaal is een voorbeeld van een taalvariatie.

- In Nederland spreken we officieel ABN, 'de taal van het woordenboek' of: standaardtaal.

- Maar: in de praktijk spreekt bijna niemand honderd procent ABN.

Slide 11 - Diapositive

Leerdoel
Ik kan aan het einde van de les nieuwe straattaalwoorden.

Slide 12 - Diapositive

Maak de volgende opdrachten
2. Onderstreep de woorden die je niet kent
3. Waarom gebruik je zelf deze woorden of waarom zouden anderen ze gebruiken. Overleg met je buur. 
4. Probeer samen de betekenis van deze woorden op te zoeken. Je mag hierbij gebruik maken van internet. Kijk dan ook op de website www.straattaalwoordenboek.nl. 

Slide 13 - Diapositive

Antwoorden opdracht
a) Wat een master feskulle patta’s.- Je hebt hele mooie schoenen.

b) Wat ben je spang!- Wat zie je er mooi uit.
c) Wow’ die tekening is kapot mooi.- Die tekening is heel erg mooi.
d) Niffo, ik heb er hayek veel zin in.- Vriend ik heb er heel veel zin in.
e) Kowed, jullie kunnen allemaal kapotvallen!- Jij bent echt dom, ik hoop dat het slecht met jullie gaat.
f) Tazz, alsof hij me daarmee nog kan intimideren.- Dat bevalt mij niets, alsof hij me daarmee nog kan intimideren.
g) Wallah, er zat toen echt veel energie in pizzeria Novara.- Ik zweer het je, toen zat er echt veel energie in pizerria Novara.
h) Hé, maar luister dan, die torrie (verhaal) van die mannetje daarboven, hebben ze niet ijjen (een) extra mannetje nodig of zo?
i) Wellah (Of) ila zou hem rustig chillen daarzo, ijjen jonkootje (een jointje) erbij.
j) Wac (Voor een vraagzin) denk je ik ga zonder ganoe (pistool) deze shit fixen wella (of)?









Slide 14 - Diapositive

Afsluiting
Leerdoel: Ik weet aan het einde van de les nieuwe straattaalwoorden

Slide 15 - Diapositive

Welke straattaal woorden heb je vandaag geleerd?

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Diapositive

Programma van deze les
8.30: Vorige les bespreken
8.35: Filmpje van de borrelnootjes laten zien
8.45: Filmpje bespreken
8.55: Uitleg theorie
9.00: Zelf een dialoog in straattaal schrijven
9.10: Uitleg volgende les
9.15. Einde van de les

Slide 18 - Diapositive

Vorige les
  • Waar hebben we het de vorige les over gehad?
  • Welke straattaal woorden weet je nog?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Welke straattaalwoorden hoorde je net in het filmpje

Slide 21 - Carte mentale

Gebruik je zelf straattaal en waarom?

Slide 22 - Carte mentale

Zou je met iedereen en overal straattaal spreken?

Slide 23 - Carte mentale

Leerdoel
Ik weet aan het einde van de les waarom jongeren straattaal gebruiken. 

Slide 24 - Diapositive

Waarom spreken jongeren straattaal?
  • Het is een codetaal
  • Het zorgt voor verbondenheid, maar het kan ook mensen uitsluiten.
  • Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort (welke regio bijvoorbeeld Rotterdam of Amsterdam)
  • Leuke manier om met taal te spelen. Straattaal kent geen regels. Je mag zelf veel bedenken.

Slide 25 - Diapositive

Schrijf een dialoog
- Minimaal acht zinnen
- Maximaal twintig zinnen
- Schrijf de zinnen op
- Niet te grof ;)
- Twijfel je? Laat het even controleren
- Als je geen woorden weet gebruik het straatwoordenboek.nl

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Programma van deze les
8.30: Vorige les bespreken
8.35: Krantenartikel lezen
8.45: Filmpje Douw Egberts laten zien
8.46: Krantenartikel bespreken
8.55: Toneelstukjes spelen
9.10: Les afsluiten

Slide 28 - Diapositive

Wat is straattaal?

Slide 29 - Diapositive

Waarom spreken jongeren straattaal?

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Filmpje Douwe Egberts
Wat valt op aan het filmpje?

Slide 32 - Diapositive

Krantenartikel
- Wat is een reden waarom Marokkaanse jongeren in Gouda hun eigen taal spreken?
- Marokkaanse jongeren in Gouda spreken anders straattaal dan jongeren in grote steden. Kan je hier een voorbeeld van noemen?
- Waarom gebruiken volgens Khalid Mourigh jongens vaker straattaal dan meisjes?
- Waarom is het volgens Khalid Mourigh belangrijk dat jongeren ook weten hoe ze formeel Nederlands kunnen spreken?

Slide 33 - Diapositive

Voor- en nadelen straattaal
Wat zijn de voor- en nadelen van straattaal

Slide 34 - Diapositive

Toneelstukjes

Slide 35 - Diapositive

Terugblik
Les 1: Wat is straattaal en welke woorden heb je geleerd?
Les 2: Waarom spreken jongeren straattaal?
Les 3: Toneelstukjes en krantenartikel over jongeren die straattaal spreken.

Slide 36 - Diapositive

Wat vond je van deze lessen?
Vul het evaluatieformulier in

Slide 37 - Diapositive