week 1 les 2

Typ het woord dat je hoort
1 / 17
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Typ het woord dat je hoort

Slide 1 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 2 - Question ouverte

het kind heeft gebonden
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 3 - Quiz

het kind heeft gebonden
t.t. het kind............

Slide 4 - Question ouverte

het kind heeft gebonden
v.t. het kind............

Slide 5 - Question ouverte

de chauffeur rijdt
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 6 - Quiz

de chauffeur rijdt
v.t. de chauffeur..........

Slide 7 - Question ouverte

de chauffeur rijdt
v.d. de chauffeur..........

Slide 8 - Question ouverte

de ouder besloot
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 9 - Quiz

de ouder besloot
t.t. de ouder.........

Slide 10 - Question ouverte

de ouder besloot
v.d. de ouder.........

Slide 11 - Question ouverte

plakken
t.t. De lijm..........bijzonder goed.

Slide 12 - Question ouverte

roken
t.t.............u wel eens een sigaret?

Slide 13 - Question ouverte

brengen
v.t. Wie.........je gisteren naar de trein?

Slide 14 - Question ouverte

braden
v.t. Moeder..........een stukje vlees.

Slide 15 - Question ouverte

achtervolgen
De jagers hebben het hert.............

Slide 16 - Question ouverte

prikken
v.d. Een wesp heeft mijn broer......

Slide 17 - Question ouverte